de basisregistratie personen, bedoeld in de Wet basisregistratie personen,
Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap
Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 17 december 2001, Directie Wetgeving, nr. 5139778/01/6;
Gelet op de artikelen 21 en 23 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;
Gelet op artikel 1 van de Consulaire Wet;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 7 maart 2002, nr. W03.01.0682/I/K);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 9 april 2002, Directie Wetgeving, nr. 5156838/02/6;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk I. – Algemene bepalingen
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Justitie in zijn hoedanigheid van minister van het Koninkrijk;
Rijkswet: de Rijkswet op het Nederlanderschap;
optie: verkrijging van het Nederlanderschap, als bedoeld in hoofdstuk 3 en in artikel 28 van de Rijkswet op het Nederlanderschap, alsmede in artikel V, eerste lid van de Rijkswet van 21 december 2000, Stb. 618, tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap;
naturalisatie: verlening van het Nederlanderschap, als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;
intrekking: intrekking van het Nederlanderschap, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;
basisadministratie:
- 1°
- 2°
de bij Wet basisadministratie persoonsgegevens BES ingestelde basisadministratie persoonsgegevens, of
- 3°
de bij landsverordening in Aruba, Curaçao of Sint Maarten ingestelde basisadministratie persoonsgegevens;
- 1°
ingezetene: hij die als zodanig is ingeschreven in de basisadministratie;
openbaar lichaam: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel 2
Tot het in ontvangst nemen van optieverklaringen en naturalisatieverzoeken en tot het uitreiken van uittreksels van naturalisatiebesluiten zijn bevoegd
in het Europese deel van Nederland: de burgemeesters;
in de openbare lichamen: Onze Minister en, tot het uitreiken van uittreksels van naturalisatiebesluiten en van de bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap als bedoeld in artikel 60a, eerste lid,de gezaghebbers;
in Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur van Aruba, van Curaçao onderscheidenlijk van Sint Maarten;
in het buitenland: de Minister van Buitenlandse Zaken.