Home

Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies

Geldig vanaf 9 maart 2021
Geldig vanaf 9 maart 2021

Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 09-03-2021]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 14 juli 2008, nr. WJZ / 8086267;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

De Raad van State gehoord (advies van 29 augustus 2008, nr. W10.08.0292 III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 17 november 2008, nr. WJZ / 8177535;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • bank: binnen het grondgebied van de Europese Unie gevestigde bank die is toegelaten het bedrijf van bank uit te oefenen;

  • de-minimisverordening: verordening van de Europese Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, die bij ministeriële regeling als toepasselijke de-minimisverordening is aangewezen;

  • Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, beschikking, besluit of verordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie, gelet op de artikelen 42, 106, derde lid, 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld, en die bij ministeriële regeling als toepasselijk Europees steunkader is aangewezen;

  • financier: bank, participatiemaatschappij, instelling die valt onder een bij ministeriële regeling aangewezen categorie instellingen of andere, krachtens ministeriële regeling door Onze Minister aangewezen instelling;

  • groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

    1. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:

      1. 1°.

        meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

      2. 2°.

        volledig aansprakelijk vennoot is van, of

      3. 3°.

        overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

    2. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

  • kapitaalvennootschap:

    1. een vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB EG L 65), of

    2. een kapitaalvennootschap die is ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die rechtspersoonlijkheid bezit, een apart vermogen heeft dat bij uitsluiting voor de schulden van de vennootschap kan worden aangesproken en op grond van haar nationale wetgeving onderworpen is aan garantievoorwaarden zoals bedoeld in Richtlijn 68/151/EEG van de Raad om de belangen van zowel deelgerechtigden als derden te beschermen;

  • kostendrager: een product of een in economisch opzicht homogene groep van producten, die als voorwerp van calculatie wordt gekozen;

  • ondernemer: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een vennootschap, die een onderneming in stand houdt, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;

  • onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • onderzoeksorganisatie: organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding als bedoeld in het toepasselijke Europese steunkader;

  • penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende persoon of organisatie die deelneemt aan het samenwerkingsverband;

  • participatiemaatschappij: kapitaalvennootschap, vennootschap met een afgescheiden vermogen, of rechtspersoon met een afgescheiden vermogen niet zijnde een vennootschap, ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die blijkens zijn statuten of blijkens de overeenkomst waarbij hij is ingesteld tot doel heeft of mede tot doel heeft het verstrekken van risicokapitaal aan ondernemers teneinde winst te behalen;

  • samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee niet in een groep verbonden deelnemers, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, niet zijnde een vennootschap;

  • subsidie aan een financier: een subsidie, verstrekt aan een financier, met als doel om kapitaal te doen verstrekken aan ondernemingen;

  • voucher: een op grond van dit besluit door Onze Minister afgegeven waardedocument voor een deel van de kosten die met het doel waarvoor de voucher wordt gegeven, gepaard gaan.

Artikel 1a

1.

Indien de op grond van dit besluit bij ministeriële regeling gestelde regels bepalen dat een subsidie kan worden verstrekt in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, is dit besluit voor die subsidie aldaar van toepassing.

2.

In het geval, bedoeld in het eerste lid, wordt in artikel 3, eerste lid, onder «de Nederlandse economie of andere Nederlandse belangen» verstaan de economie en andere belangen van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, en wordt in de artikelen 31, onderdeel b, en 39a onder «Nederland» verstaan Bonaire, Sint Eustatius of Saba.

Hoofdstuk 2. Verstrekken van subsidie

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Hoofdstuk 3. Hoogte subsidie

§ 1. Hoogte subsidie

Artikel 5

§ 2. Cumulatie verschillende subsidies

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

§ 3. [Vervallen per 01-01-2010]

Artikel 9 [Vervallen per 01-01-2010]

Hoofdstuk 4. Subsidiabele kosten

§ 1. Subsidiabele kosten

Artikel 10

§ 2. Standaardmethoden van berekenen subsidiabele kosten

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 14a [Vervallen per 01-07-2016]

§ 3. Delegatiebepaling

Artikel 15

Hoofdstuk 5. Wijze van verdelen en subsidieplafond

Artikel 16

Artikel 17

Hoofdstuk 6. Adviescommissies

Artikel 18

Hoofdstuk 7. Indienen van de aanvraag

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Hoofdstuk 8. Afwijzingsgronden

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk 9. Beslissing op de aanvraag

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 28a

Artikel 29

Hoofdstuk 10. Voorwaarden voor de subsidieontvanger

§ 1. Voorwaarden voor de subsidieontvanger indien deze een financier is

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

§ 2. Voorwaarden voor de subsidieontvanger algemeen

Artikel 34

Hoofdstuk 11. Verplichtingen van de subsidieontvanger niet zijnde een financier

§ 1. Verplichtingen van de subsidieontvanger algemeen

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 36a

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 39a

Artikel 40

Artikel 41

§ 2. Verplichtingen van de subsidieontvanger bij subsidie met terugbetalingsverplichting

Artikel 42

§ 3. Nadere uitwerking verplichtingen

Artikel 43

Artikel 44

Hoofdstuk 12. Voorschotten

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Hoofdstuk 13. Subsidievaststelling

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Hoofdstuk 14. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 54

Artikel 54a

Artikel 55

Artikel 56

Bijlage [Vervallen per 01-01-2010]