Home

Regeling kleding, bewapening en overige uitrusting politie BES

Geldig van 10 oktober 2010 tot 1 januari 2019
Geldig van 10 oktober 2010 tot 1 januari 2019

Regeling kleding, bewapening en overige uitrusting politie BES

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 10-10-2010 tot 01-01-2019]

Aanhef

Hoofdstuk 1. : Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. ambtenaar van politie: de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 1, onder c, van het Besluit rechtspositie korps politie BES;

  2. beheerder: de functionaris, bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  3. uniform: het samenstel van kledingstukken en overige uitrustingsstukken zoals genoemd in hoofdstuk 3 van deze regeling;

  4. kleding: tot een der tenues behorende kledingstukken, waaronder begrepen: pet, das, dasklem, handschoenen, koppelriem, broekriem, rangonderscheidingstekens, politiedistinctief, schoeisel, knopen, armkoorden, en de onderdelen van deze kledingstukken.

  5. dienstkleding: de door de beheerder aan de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 3, onder b, van de Rijkswet, verstrekte kleding;

  6. hoofdrang: de rang, genoemd in artikel 3, eerste lid, van het Besluit rechtspositie korps politie BES;

  7. werkgebied: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  8. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  9. Rijkswet: Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Hoofdstuk 2. : Algemene bepalingen

§ 1. : De vervaardiging van kleding en overige uitrustingsstukken

Artikel 2

§ 2. : Inkoop en distributie van het uniform en wapens

Artikel 3

§ 3. : Beheer kleding- en wapendepot

Artikel 4

§ 4. : Het dragen van het uniform

Artikel 5

Artikel 6

§ 5. : Het stellen van regels en voorschriften

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

§ 6. : Verantwoordelijkheid voor uniform en wapens en kledingsinspectie

Artikel 11

Artikel 12

§ 7. : Inlevering van uniformen en uitrustingsstukken

Artikel 13

Hoofdstuk 3. : Kleding en overige uitrustingsstukken

§ 1. Het tenue van de ambtenaar van politie

Artikel 14

§ 1.1. Het dagelijkse tenue

Artikel 15
§ 1.1.1. De Pet
Artikel 16
§ 1.1.2. : Het overhemd
Artikel 17
§ 1.1.3. : Het onderhemd
Artikel 18
§ 1.1.4. : De broek
Artikel 19
§ 1.1.5. : De rok
Artikel 20
§ 1.1.6. : Das en dasklem
Artikel 21
§ 1.1.7. : Schoeisels
Artikel 22
§ 1.1.8. : Handschoenen
Artikel 23
§ 1.1.3. : Koppelriem en broekriem
Artikel 24
§ 1.1.9. : De korte jas
Artikel 25
§ 1.1.10. : [vervallen]
§ 1.1.11. : [vervallen]
§ 1.1.12. : [vervallen]
§ 1.1.13. : Naamplaat
Artikel 29
§ 1.1.14. : [vervallen]
§ 1.1.15. : Het tenue van aanhoudings- en ondersteuningsambtenaren
Artikel 31

§ 1.2. Het ‘ceremonieel tenue’

Artikel 32
Artikel 33
Artikel 34

§ 1.3. : Het Sporttenue

Artikel 35
Artikel 36

§ 1.4. Regenkleding

Artikel 37

§ 1.5. Het dragen van eretekenen

Artikel 38
Artikel 39

§ 1.6. Handboeien

Artikel 39a

§ 2. : [vervallen]

Hoofdstuk 4. : Bewapening en munitie

Artikel 51

§ 2. : [vervallen]

§ 3. : [vervallen]

§ 4. : [vervallen]

§ 5. : [vervallen]

Hoofdstuk 5. : Aanvullende bepalingen

§ 1. Draagwijze kleding

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

§ 2. Verstrekking kleding

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

§ 3. Bezit Kleding

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Bijlage A. bedoeld in artikel 17, tweede lid , van de Regeling kleding, bewapening en overige uitrusting politie

Bijlage B. bedoeld in de artikelen 24 , 39a en 51 van de Regeling kleding, bewapening en overige uitrusting politie