In deze regeling wordt verstaan onder:
- –
aanlandcontingent: in kilogrammen levend gewicht uitgedrukte hoeveelheid van een vissoort, genoemd in artikel 20a, die tijdens één visreis door een Nederlands vissersvaartuig is gevangen voor zover deze vangst op grond van de aanlandplicht moet worden aangeland;
- –
aanlandplicht: aanlandingsverplichting als bedoeld in artikel 15, eerste lid, in samenhang met het vijfde, zesde en zevende lid, van de basisverordening;
- –
contingent: in kilogrammen levend gewicht uitgedrukte hoeveelheid van een vissoort die per kalenderjaar door een Nederlands vissersvaartuig ten hoogste in een vangstgebied mag worden gevangen, vermeerderd of verminderd met eventueel op grond van de artikelen 45 of 46 voor het desbetreffende kalenderjaar in gebruik gekregen, of in gebruik gegeven hoeveelheden van de desbetreffende vissoort dan wel, indien het vangsten van vissoorten betreft waarop de aanlandplicht niet van toepassing is, in een kalenderjaar in een vangstgebied te vangen hoeveelheid van een vissoort in kilogrammen levend gewicht uitgedrukt, vermeerderd of verminderd met eventueel op grond van de artikelen 45 of 46 voor het desbetreffende kalenderjaar in gebruik gekregen, of in gebruik gegeven hoeveelheden van de desbetreffende vissoort, die per vissersvaartuig ten hoogste mag worden aangeland;
- −
controleplan wegen na vervoer: op grond van artikel 61, eerste lid, van de controleverordening vastgesteld controleplan wegen na vervoer voor verse visserijproducten dat is opgenomen in bijlage a1;
- –
deelgebied, sector of deelsector: zeegebied als omschreven in artikel 4 van de verordening vangstmogelijkheden en artikel 3 van de verordening vangstmogelijkheden Oostzee;
- –
deelnemer aan een groepscontingent: ondernemer als bedoeld in artikel 32, tweede lid;
- –
extra hoeveelheid vangstmogelijkheden: de extra hoeveelheid vangstmogelijkheden die aan het groepscontingent wordt toegevoegd ingevolge artikel 32a, eerste lid;
- –
Europees quotum: totaal voor de gezamenlijke vissers van de lidstaten van de Europese Unie in het kalenderjaar waarop een verordening over vangstmogelijkheden betrekking heeft te vangen hoeveelheden vis die niet in de vorm van quota over de lidstaten zijn verdeeld zoals deze per vissoort en per deelgebied, sector of deelsector voor het desbetreffende kalenderjaar, uitgedrukt in kilogrammen levend gewicht, onder de beschrijving ‘overig’, ‘andere’, ‘andere lidstaten’ of ‘Unie’ zijn vermeld in bijlage I bij de verordening vangstmogelijkheden, in bijlage I bij de verordening vangstmogelijkheden 2024, voor zover van toepassing voor 2025, in de bijlage bij de verordening vangstmogelijkheden Oostzee of in de bijlagen bij de verordening vangstmogelijkheden Middellandse Zee en Zwarte Zee;
- –
functionaris: door de minister voor de registratie- en verificatiewerkzaamheden in het kader van deze regeling aangewezen persoon;
- –
groep: groep als bedoeld in artikel 31, tweede lid;
- –
groepscontingent: groepscontingent als bedoeld in artikel 32, vermeerderd met de hoeveelheden bedoeld in artikel 24, vijfde lid, de vangstmogelijkheden van vervallen contingenten die ingevolge artikel 30a, derde en vijfde lid, onderdeel zijn van het desbetreffende groepscontingent en de extra hoeveelheid vangstmogelijkheden van de desbetreffende vissoort die aan het groepscontingent zijn toegevoegd op grond van artikel 32a, en vermeerderd of verminderd met eventueel op grond van de artikelen 45 of 46 voor het desbetreffende kalenderjaar in gebruik gekregen, of in gebruik gegeven, hoeveelheden van de desbetreffende vissoort;
- –
individueel aandeel: hoeveelheid van een vissoort die op grond van artikel 24 in beheer is gegeven aan een groep of producentenorganisatie of contingent van een vissoort dat een ondernemer in beheer heeft gegeven aan een groep of producentenorganisatie, vermeerderd met door hem gekochte en in gebruik gekregen hoeveelheden van die vissoort en verminderd met door hem verkochte en in gebruik gegeven hoeveelheden van die vissoort, waarover hij in een kalenderjaar kan beschikken;
- –
minister: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;
- –
Nederlands quotum: totaal voor de gezamenlijke Nederlandse vissersvaartuigen in het kalenderjaar waarop de verordening vangstmogelijkheden betrekking heeft te vangen hoeveelheden vis zoals deze per vissoort en per deelgebied, sector of deelsector voor het desbetreffende kalenderjaar, uitgedrukt in kilogrammen levend gewicht, zijn vermeld in bijlage I bij de verordening vangstmogelijkheden of in bijlage I bij de verordening vangstmogelijkheden 2024, voor zover van toepassing voor 2025;
- –
NVWA: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;
- –
ondermaatse vis: vis die kleiner is dan de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder 17, van de basisverordening;
- –
producentenorganisatie: producentenorganisatie als bedoeld in artikel 6 van de GMO-verordening;
- –
recreatievisserij: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de biologische rijkdommen van de zee worden geëxploiteerd voor recreatieve, toeristische of sportieve doeleinden, met inbegrip van visserijactiviteiten die worden georganiseerd door commerciële entiteiten in de toeristische sector en in de sector van sportwedstrijden;
- –
Registratiebesluit: Besluit registratie vissersvaartuigen 1998;
- −
RVO: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;
- –
segment: vlootsegment MFL1, MFL2 of AQU, waartoe het vissersvaartuig op grond van de vermelding op de visvergunning behoort;
- −
steekproefplan wegen aan boord: op grond van artikel 60, derde lid, van de controleverordening vastgesteld steekproefplan wegen aan boord van verse visserijproducten dat is opgenomen in bijlage b1;
- –
vangstgebied: deelgebieden, sectoren of deelsectoren, genoemd in bijlage 8;
- –
vangstmogelijkheden van vervallen contingenten: het gedeelte van het Nederlandse quotum waarvoor eerder op grond van artikel 29 een recht op een contingent gold, maar welk contingent ingevolge artikel 30a is vervallen;
- –
vangstopgavebus: vangstopgavebus die aanwezig is in iedere in bijlage 2 vermelde haven, waarvan de exacte plaats gepubliceerd is op de website www.mijnrvo.nl;
- –
vangstvaartuig: vangstvaartuig als bedoeld in artikel 4, punt 33, van de controleverordening;
- –
vissersvaartuigen van derde landen: vissersvaartuigen die de vlag voeren van, of geregistreerd zijn in een andere staat dan een lidstaat van de Europese Unie;
- –
visserijregister: register als bedoeld in artikel 4 van het Registratiebesluit;
- –
vistuig van het type staandwant: kieuwnetten en warnetten als bedoeld in Bijlage XI van de uitvoeringsverordening controleverordening;
- –
vistuigcategorie BT1: boomkorren als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel b, subonderdeel i, van verordening 2018/973;
- –
vistuigcategorie BT2: boomkorren als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel b, subonderdeel ii, van verordening 2018/973;
- –
vistuigcategorie TR1: bodemtrawls en zegens als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel a, subonderdeel i, van verordening 2018/973;
- –
vistuigcategorie TR2: bodemtrawls en zegens als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel a, subonderdeel ii, van verordening 2018/973;
- –
visvergunning: visvergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de controleverordening;
- –
wet: Visserijwet 1963;