Home

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, lijfrente in de winstsfeer, verzamelbesluit

Geldig van 14 juni 2014 tot 12 juni 2018
Geldig van 14 juni 2014 tot 12 juni 2018

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, lijfrente in de winstsfeer, verzamelbesluit

Besluit BLKB2014/816

Voorafgaande besluiten
CPP2004/633M
Opvolgende besluiten
2021-236684
Versies van huidig besluit

Opschrift


[Regeling ingetrokken per 26-01-2022]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten:

In dit besluit is het beleid over lijfrenten in de winstsfeer geactualiseerd, zoals dat is opgenomen in het besluit van 28 december 2004, nr. CPP2004/633M. Enkele standpunten zijn gewijzigd/verduidelijkt en er is een nieuw standpunt opgenomen.

1. Inleiding

Dit besluit is een actualisering van het besluit van 28 december 2004, nr. CPP2004/633M. De onderdelen 2 tot en met 7 betreffen aspecten van het regime onder de Wet IB 2001. Onderdeel 8 gaat in op lijfrenten die zijn bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve onder de regeling zoals die luidde tussen 1 januari 1992 en 1 januari 2001. Onderdeel 9 behandelt enige aspecten van lijfrenten die zijn bedongen vóór 1 januari 1992.

De volgende onderdelen in dit besluit zijn nieuw (onderdelen 3.2.1., 3.2.2. en 9.6.5.), gewijzigd (onderdelen 3.1., 8., 9.1., 9.2. en 9.6.4.) of verduidelijkt (onderdelen 3.2., 6.3. en 6.6.) opgenomen:

Verder zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd ten opzichte van de hiervoor genoemde besluiten.

Tenzij anders is aangegeven, zijn de in dit besluit opgenomen goedkeuringen gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hardheidsclausule). Dit besluit is van overeenkomstige toepassing op gevallen waarin wordt gekozen voor een lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet IB 2001, in plaats van een lijfrenteverzekering.

De volgende onderdelen van het besluit CPP2004/633M zijn aan te merken als helpdeskvraag, hebben een voorlichtend karakter of hebben door tijdsverloop het belang verloren en zijn zodoende niet in dit besluit opgenomen:

Waar in dit besluit sprake is van verzoeken die aan mij kunnen worden voorgelegd, kan men deze sturen naar:

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen,

Postbus 20201,

2500 EE Den Haag

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Lijfrente bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve vanaf 1 januari 2001; staking na AOW-leeftijd plus vijf; (tijdelijke) oudedagslijfrente

3. Omzetting oudedagsreserve en omzetting stakingswinst vanaf 1 januari 2001; de verzekeraar ( artikel 3.126 )

3.1. (Door)overdracht van de onderneming

3.2. Overdracht van de lijfrenteverplichting

3.2.1. Juridische splitsing

3.2.2. Juridische fusie

3.3. Overige

3.3.1. Lijfrente bedongen bij houdstermaatschappij van overnemende bv

3.3.2. Overdracht buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen; lijfrentepremie-aftrek?

3.3.3. Verzekeraar; onderneming direct door middel van lease ter beschikking stellen aan een derde

4. Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve vanaf 1 januari 2001; termijnen

4.1. Betaling/verrekening na termijn bedoeld in artikel 3.130, tweede lid ; termijnverlenging

4.2. Tijdstip bedingen lijfrente

4.2.1. BV in oprichting; hoogte oudedagsreserve; tijdstip bedingen lijfrente bij geruisloze omzetting

4.2.2. Tijdstip bedingen stakingslijfrente bij ruisende inbreng onderneming

4.2.3. Tijdstip bedingen lijfrente. Schuldigblijven. Tijdstip beoordeling.Betaling nadien

4.2.4. Tijdstip bedingen stakingslijfrente; gebroken boekjaar

4.2.5. Stakingslijfrente. Stakingswinst. Langlopende liquidatie

5. Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve vanaf 1 januari 2001; bedongen door de erfgenamen van de overleden ondernemer ( artikel 3.131 )

5.1. Overlijden na staking, maar voordat lijfrenten zijn bedongen

5.2. Overige

5.2.1. Welke soorten lijfrenten

5.2.2. Begunstigende regeling; maximum overlijden?

6. Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve vanaf 1 januari 2001; diverse onderwerpen

6.1. Omzetting stakingswinst; in aanmerking te nemen lijfrentepremies

6.2. Omzetting stakingswinst. Keuzemoment toedeling stakingswinst

6.3. Stakingswinst exclusief de stakingsaftrek/MKB-winstvrijstelling

6.4. Oprenten lijfrenteverplichting in voorperiode bv

6.5. Dadelijk ingaande termijnen van lijfrente

6.6. Staking en meer dan één lijfrenteovereenkomst

6.7. Jaar van staking. Te bedingen lijfrente voor de vrijval van de Oudedagsreserve

7. Geen aanpassing bestaande polissen nodig voor eerbiedigende werking Overbruggingslijfrenten

8. Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve bedongen van 1 januari 1992 tot 1 januari 2001: omzetting en overdracht

9. Stamrechten bedongen vóór 1 januari 1992 (artikel 19 en 44j-Wet IB 1964)

9.1. Overdracht van een stamrecht aan een andere verzekeraar

9.2. Juridische splitsing en juridische fusie

9.3. Omzetting van een artikel 19- of artikel 44j-stamrecht

9.4. Splitsing artikel 19- of 44j-stamrecht in verband met echtscheiding of scheiding van tafel en bed

9.5. Indexering van de bedragen van de stamrechtvrijstelling ex artikel 19 (oud) van de Wet IB 1964

9.6. Overige

9.6.1. Overdracht stamrecht. Toepassing sanctiebepalingen. Stamrecht bedongen vóór 1 januari 1973

9.6.2. Artikel 19- of artikel 44j-stamrecht. Uitstel ingangsdatum van 55 jaar naar 60 jaar

9.6.3. Omzetting direct ingaand in uitgesteld stamrecht

9.6.4. Stamrecht. Uitstel ingangsdatum van 65 jaar naar AOW-leeftijd plus vijf

9.6.5. Dubbele heffing; de IB ’64-sanctie. De Vpb-sanctie

10. Ingetrokken regelingen

11. Inwerkingtreding