College van Beroep voor het bedrijfsleven, 23-02-2021, ECLI:NL:CBB:2021:179, 19/1124
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 23-02-2021, ECLI:NL:CBB:2021:179, 19/1124
Gegevens
- Instantie
- College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum uitspraak
- 23 februari 2021
- Datum publicatie
- 23 februari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:CBB:2021:179
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2019:4925, Overig
- Zaaknummer
- 19/1124
- Relevante informatie
- Warenwet [Tekst geldig vanaf 09-05-2025 tot 28-06-2025]
Inhoudsindicatie
Warenwet, weigering invoer verontreinigd kippenvlees (salmonella), verhouding Richtlijn 97/78/EG en Verordening 882/2004, speciale behandeling niet toegestaan.
Uitspraak
uitspraak
zaaknummer: 19/1124
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 februari 2021 op het hoger beroep van:
[naam 1] B.V, te [plaats 1] , en [naam 2] B.V., te [plaats 2] . appellanten (gemachtigde: mr. B.J.B. Boersma),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 juni 2019, kenmerk ROT 18/2746, ROT 18/5379, ROT 18/5970, ROT 19/270, ROT 19/387 en ROT 19/721, in het geding tussen
(gemachtigde: mr. E.M. Scheffer).
Procesverloop in hoger beroep
Appellanten hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (rechtbank) van 21 juni 2019 (ECLI:NL:RBROT:2019:4925).
NVWA heeft een reactie op het hogerberoepschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 december 2020.
Appellanten hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, vergezeld door [naam 3] , directeur. NVWA heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld door [naam 4] .
Grondslag van het geschil
Voor een uitgebreide weergave van het verloop van de procedure, het wettelijk kader en de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden, voor zover niet bestreden, wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. Het College volstaat met het volgende.
NVWA heeft de partijen kippenvlees (GDB 17104546, 17112557, 17113969, 18000194, 18000196, 18012187, 18003952, 18086635, 19004264, 18105454 en 18115469) afkomstig uit Brazilië voor de invoer in de Europese Unie (EU) geweigerd, omdat daarin salmonella is aangetroffen. Daarnaast heeft NVWA appellanten meerdere malen bericht dat niet kan worden voldaan aan het verzoek om de partijen kippenvlees een speciale hittebehandeling te laten ondergaan.
Aan de besluitvorming van NVWA ligt ten grondslag dat de partijen kippenvlees niet voldoen aan de voedselveiligheidscriteria, zoals genoemd in Bijlage I, onder 1.5, van de Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (Verordening 2073/2005). Bij een veterinaire controle is vastgesteld dat de partijen kippenvlees zijn verontreinigd met salmonella, zodat het product niet beantwoordt aan de bestemming die is aangegeven op het veterinair certificaat. Volgens NVWA is het niet mogelijk om – zoals door appellanten is verzocht – het kippenvlees een hittebehandeling te laten ondergaan, omdat Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (Richtlijn 97/78/EG) van toepassing is en niet Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (Verordening 882/2004). Nu het kippenvlees niet aan de invoervoorwaarden voldoet, zijn enkel de maatregelen beschikbaar waarin is voorzien in deze richtlijn. Dit betekent dat het kippenvlees kan worden vernietigd of kan worden teruggestuurd, aldus NVWA. Wat in de mailwisseling van eind 2017 tussen een medewerker van de Europese Commissie en een medewerker van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is gezegd over Verordening 882/2004, geeft NVWA geen aanleiding een ander standpunt in te nemen.
In een aantal zaken (ROT 18/5970, ROT 19/270, ROT 19/387 en ROT 19/721) hebben appellanten NVWA verzocht om in te stemmen met rechtstreeks beroep, wat de NVWA heeft gedaan.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft de beroepen van appellanten ongegrond verklaard. De rechtbank heeft, voor zover voor het hoger beroep van belang, het volgende overwogen:
“6.4. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de hier aan de orde zijnde controles, materiële controles in de zin van artikel 4, vierde lid, aanhef en onder b, sub i, van Richtlijn 97/78/EG. De officiële dierenartsen hebben immers door middel van laboratoriumtests geverifieerd of het kippenvlees nog steeds voldeed aan de bestemming die stond aangegeven op de veterinaire certificaten. In de considerans van Verordening (EG) 882/2004, zoals opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak, staat dat de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde controles op diervoeders en levensmiddelen uit derde landen zich beperken tot de veterinaire aspecten. Daarnaast staat in de considerans dat de Verordening (EG) 882/2004 geen verandering brengt in de reeds bestaande geharmoniseerde invoerprocedures voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong die vallen onder Richtlijn 97/78/EG. Dit uitgangspunt is ook neergelegd in de artikelen 1, derde lid, en 14, eerste lid, van Verordening 882/2004. Voor zover dus sprake is van een controle op grond van Richtlijn 97/78/EG gelden de in deze richtlijn neergelegde specifieke communautaire bepalingen betreffende invoerprocedures en officiële controles. Dit volgt ook uit de Bayshore-uitspraak en heeft het College nogmaals bevestigd in zijn uitspraak van 11 september 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:491). De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om anders te oordelen.
7. Tussen partijen is niet in geschil dat de partijen kippenvlees waren verontreinigd met salmonella. Hierdoor voldeed het kippenvlees niet meer aan de bestemming die stond aangegeven op de veterinaire certificaten, wat betekent dat de producten niet aan de invoervoorwaarden voldeden. Op grond van artikel 17, tweede lid, van de Richtlijn 97/78/EG besluit de bevoegde autoriteit in dat geval in overleg met de belanghebbende of zijn vertegenwoordiger om het product met hetzelfde vervoermiddel terug te sturen of het product te vernietigen. De mogelijkheid om producten die niet voldoen aan de invoervoorwaarden te onderwerpen aan een speciale behandeling, zoals genoemd in de artikelen 19 en 20 van Verordening 882/2004, is niet opgenomen in artikel 17 van Richtlijn 97/78/EG en is dus niet mogelijk. Dit geldt eveneens voor het bepaalde in artikel 8, vierde lid, derde gedachtestreepje, van Richtlijn 97/78/EG. Ook die mogelijkheid wordt niet in artikel 17 van Richtlijn 97/78/EG genoemd.
8. Ten aanzien van het betoog dat uit de mailwisseling tussen een medewerker van de Europese Commissie en een medewerker van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit volgt dat een speciale behandeling van het kippenvlees mogelijk is, overweegt de rechtbank dat blijkens de mailwisseling een medewerker van het ministerie bij een medewerker van de Europese Commissie heeft geïnformeerd of het correct is dat artikel 17 van Richtlijn 97/78/EG de mogelijkheid van een speciale behandeling uitsluit. Daarop heeft de medewerker van de Europese Commissie een algemene uitleg gegeven van de verschillende opties genoemd in Verordening (EG) 882/2004 en toegelicht onder welke voorwaarden de speciale behandeling dient plaats te vinden. Daargelaten de betekenis die aan deze mailwisseling toegekend kan worden, kan hieruit niet worden afgeleid dat Verordening (EG) 882/2004 van toepassing is naast Richtlijn 97/78/EG. Dit betoog slaagt daarom niet.”