Gerechtshof Amsterdam, 06-09-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3598, 200.183.956/01 NOT
Gerechtshof Amsterdam, 06-09-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3598, 200.183.956/01 NOT
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 6 september 2016
- Datum publicatie
- 6 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:3598
- Formele relaties
- Oorspronkelijk arrest: ECLI:NL:GHAMS:2017:2148
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:52, Niet ontvankelijk
- Oorspronkelijk arrest: ECLI:NL:GHAMS:2019:3461
- Zaaknummer
- 200.183.956/01 NOT
Inhoudsindicatie
Verzoek om herziening van de beslissing van de notariële tuchtkamer van dit hof van 12 mei 2015 (ECLI:NL:GHAMS:2015:1737). De onder 6.4. vermelde feiten zijn in het bijzonder van betekenis voor de waardering van het vertrouwen dat de notaris kennelijk had dat klager de transacties, die in de op 29 december 2009 te passeren akten waren vastgelegd, kon overzien. Deze feiten zijn verder van belang bij de weging hoe zwaar het de notaris moet worden aangerekend indien hij te lichtvaardig erop heeft vertrouwd dat klager die transacties kon overzien en dat hij was voorzien van deskundige bijstand, zonder zich ervan te vergewissen dat dit ook daadwerkelijk het geval was. De feiten, die eerst in de civiele procedure naar voren zijn gekomen, hadden daarom in de tuchtprocedure, indien bij het hof bekend, tot een andere beslissing kunnen leiden. Het hof zou hebben onderzocht of deze feiten aan de gegrondverklaring van de klachten in de weg zou hebben gestaan en welke betekenis daaraan toekwam voor de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid van het handelen van de notaris, alvorens tot het opleggen van de zwaarste maatregel over te gaan, te meer nu de kamer in eerste aanleg met het opleggen van lichtere maatregelen had volstaan. Het hof verklaart het verzoek om herziening gegrond.
Uitspraak
beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.183.956/01 NOT
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 6 september 2016
inzake
[notaris] ,
oud-notaris te [plaats] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. A.H.J. van den Biesen, advocaat te Amsterdam,
tegen
1. [klager] ,
wonend te [plaats] ,
2. [klaagster] ,
wonend te [plaats] ,
verweerders,
gemachtigde: mr. G.T.J. Hoff, advocaat te Haarlem.
1 Verloop van het geding
Bij brief (met bijlagen) van 13 januari 2016, door het hof ontvangen op 15 januari 2016, heeft verzoeker (hierna: de notaris) verzocht om herziening van de beslissing van dit hof van 12 mei 2015 met zaaknummers 200.148.916/01 NOT en 200.149.303/01 NOT (ECLI:NL:GHAMS:2015:1737).
Op 26 januari 2016 hebben verweerders (hierna tezamen: klagers en afzonderlijk: klager en klaagster) een verweerschrift (met bijlagen) bij het hof ingediend.
De notaris heeft bij brief van 13 april 2016 een nadere productie bij het hof ingediend.
Klagers hebben bij brieven van 18 april 2016 en 28 april 2016 gereageerd en nadere producties bij het hof ingediend.
De notaris heeft bij brief van 29 april 2016 nadere producties bij het hof ingediend.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 10 mei 2016. De notaris en klagers, vergezeld van hun gemachtigden, zijn verschenen. Partijen hebben het woord gevoerd; de gemachtigden aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities.
Op verzoek van partijen heeft het hof klagers in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over de producties die de notaris bij brief van 29 april 2016 in het geding heeft gebracht. Klagers hebben zich bij brief van 27 mei 2016 uitgelaten. De notaris heeft daarop gereageerd bij brief van 1 juni 2016.
Vervolgens is uitspraak bepaald op heden.
2 Stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de hiervoor vermelde stukken.
3 Feiten
Het gaat in deze zaak om het volgende.
Klagers hebben een affectieve relatie. Klaagster is werkzaam als kandidaat-notaris op het gebied van het familierecht.
Klager en zijn broer, [X] (hierna: [X] ), waren tot 1998 beiden aandeelhouder in de vennootschap [vennootschap] . In die periode hebben klager en [X] verschillende (onroerende) zaken al dan niet gezamenlijk in eigendom verkregen. De notaris heeft sinds medio 1985 voor klager en [X] verschillende notariële werkzaamheden verricht, onder meer met betrekking tot gemeenschappelijke aankopen van onroerende zaken, het vestigen van zekerheden en de inbreng in vennootschappen. Hierbij fungeerde [X] steeds als woordvoerder voor beiden tegenover de notaris.
Klager en [X] hebben sinds eind 2007 onderhandelingen gevoerd over de ontvlechting van hun samenwerking en de afwikkeling van het door hen gezamenlijk opgebouwde vermogen. Eind 2009 heeft [X] de notaris opdracht gegeven om die ontvlechting notarieel vorm te geven. De notaris heeft in de periode van december 2009 tot en met juni 2010 in dat kader in totaal 8 notariële akten en 2 onderhandse overeenkomsten opgemaakt, die partijen hebben ondertekend.
Klager heeft bij klaagschriften van 21 december 2012 (met bijlagen) en 13 januari 2013 (met bijlagen) klachten tegen de notaris ingediend bij de kamer. Klaagster heeft bij klaagschriften van 21 december 2012 (met bijlagen) en 29 mei 2013 (met bijlagen) klachten tegen de notaris ingediend bij de kamer. Klagers hebben de notaris daarbij (in de kern) het volgende verweten.
Klachtnummer 532869/NT 12-74
De notaris heeft bij het realiseren van de ontvlechting van de samenwerking tussen klager en [X] en de afwikkeling van het al dan niet gezamenlijk opgebouwde vermogen gehandeld in strijd met zijn zorg-, onderzoeks-, informatie- en geheimhoudingsplicht. Ook heeft de notaris daarbij partijdig en niet vakbekwaam gehandeld.
Klachtnummer 534336/NT 13-2
Klager heeft de notaris op 13 december 2012 een conceptklacht toegezonden. De notaris heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door deze conceptklacht aan (de advocaat van) [X] door te zenden.
Klachtnummer 532874/NT 12-75
Klaagster heeft de notaris bij brief en e-mail van 23 december 2009 bepaalde informatie toevertrouwd. De notaris heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door in zijn e-mailbericht van 28 december 2009 aan klager en [X] hiervan melding te maken.
Klachtnummer 542872/NT 13-39
De notaris heeft niet direct gereageerd op de herhaalde verzoeken van [notaris] , notaris te [plaats] , om over te gaan tot rectificatie van de door de notaris op 29 december 2009 gepasseerde akte van levering betreffende een appartement en parkeergarageplek.
De kamer heeft de klachten van klagers tegen de notaris gezamenlijk mondeling behandeld op 11 februari 2014. Bij beslissing van 15 april 2014 heeft de kamer de klachten grotendeels gegrond en op een enkel punt ongegrond verklaard en de notaris tweemaal de maatregel van berisping en tweemaal de maatregel van waarschuwing opgelegd.
De notaris heeft op 14 mei 2014 een beroepschrift bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer van 15 april 2014. Het hoger beroep is door de tuchtkamer van het hof behandeld ter openbare terechtzitting van 5 februari 2015. Bij beslissing van 12 mei 2015 heeft het hof de beslissing van de kamer vernietigd, en opnieuw beslissende:
i. klagers niet-ontvankelijk verklaard voor zover zij hun klachten ter zitting in eerste aanleg hebben willen uitbreiden;
ii. klaagster niet-ontvankelijk verklaard in de in hoger beroep nieuw geformuleerde klacht;
iii. klager niet-ontvankelijk verklaard in de klacht met nummer 532869/NT 12-74 voor zover het de onder 4.1. onder D. sub 16. en sub 17. geformuleerde klachtonderdelen betreft;
iv. klaagster niet-ontvankelijk verklaard in de klacht met nummer 542872/NT 13-39 voor wat betreft de verwijten dat de notaris heeft verzuimd om de beheerder van de coöperatie over de transactie op 29 december 2009 te informeren en aan hem de akte van levering met betrekking tot het appartement en de parkeergarageplek toe te lichten en dat de notaris niet uit eigen beweging afschriften van deze akte aan partijen heeft gezonden;
v. de klachten met nummers 532869/NT 12-74 (voor zover klager daarin ontvankelijk is verklaard) en 532874/NT 12-75 gegrond verklaard;
vi. de klacht met nummer 534336/NT 13-2 gegrond verklaard voor zover betrekking hebbend op de doorzending door de notaris aan [X] van de van klager afkomstige brief met bijlagen van 13 december 2012 en die klacht voor het overige ongegrond verklaard;
vii. de klacht met nummer 542872/NT 13-39 (voor zover klaagster daarin ontvankelijk is verklaard) gegrond verklaard voor wat betreft het te laat rectificeren door de notaris van de akte van levering met betrekking tot het appartement en de parkeergarageplek en op het punt dat de notaris zich niet als een goed collega heeft gedragen jegens een collega-notaris en die klacht voor het overige ongegrond verklaard;
viii. de notaris de maatregel van ontzetting uit het ambt opgelegd, ingaande maandag 18 mei 2015, 00.00 uur.