Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4189, 200.293.511/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4189, 200.293.511/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 24 mei 2022
- Datum publicatie
- 26 mei 2022
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2022:4189
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2021:478, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:426
- Zaaknummer
- 200.293.511/01
Inhoudsindicatie
Bereikbaarheidsdienst van ambulancepersoneel op de Waddeneilanden is na weging van alle relevante omstandigheden van het geval niet aan te merken als arbeidstijd in de zin van de arbeidstijdenwet- en regelgeving. Geen reden om een bereikbaarheidsdienst op het punt van beloning daarvan conform de cao gelijk te stellen met een aanwezigheidsdienst. Geen gelijke arbeid en geen verboden onderscheid.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.293.511/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, 8686767)
arrest van 24 mei 2022
in de zaak van
UMCG Ambulancezorg B.V.,
gevestigd te Tynaarlo,
appellante,
bij de kantonrechter: gedaagde,
hierna: UAZ,
advocaat: mr. J.J. Veldhuis, die kantoor houdt te Leeuwarden,
tegen
1 [geïntimeerde1] ,
wonende te [woonplaats1] ,
hierna: [geïntimeerde1],
2. [geïntimeerde2],
wonende te [woonplaats2] ,
hierna: [geïntimeerde2],
3. [geïntimeerde3],
wonende te [woonplaats2] ,
hierna: [geïntimeerde3],
4. [geïntimeerde4] ,
wonende te [woonplaats1] ,
hierna: [geïntimeerde4],
5. [geïntimeerde5],
wonende te [woonplaats3] ,
hierna: [geïntimeerde5],
6. [geïntimeerde6],
wonende te [woonplaats4] ,
hierna: [geïntimeerde6],
geïntimeerden,
bij de rechtbank: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: [geïntimeerden] c.s.,
advocaat: mr. R. Patandin, die kantoor houdt te Rotterdam.
1 Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 16 november 2021 hier over. Op grond van dit arrest heeft op 6 april 2022 een mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft UAZ op 10 maart 2022 een akte uitlating productie met één nadere productie ingezonden. Op verzoek van het hof heeft UAZ daarnaast alsnog overgelegd de bij dagvaarding voor de kantonrechter ontbrekende productie 9 en de bij de conclusie van antwoord ontbrekende producties.
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald op het voorafgaand aan het arrest van 16 november 2021 overgelegde procesdossier, aangevuld met voormelde akte, de alsnog overgelegde producties en voormeld proces-verbaal.
2 Waar gaat de zaak over en wat vindt het hof?
[geïntimeerden] c.s. willen dat de tijd die zij volgens hun rooster (thuis) beschikbaar moeten zijn om op oproepen te reageren, op gelijke wijze wordt beloond als bij de medewerkers die op de vaste wal onder de noemer van aanwezigheidsdienst inzetbaar zijn. UAZ stelt zich op het standpunt dat een bereikbaarheidsdienst niet hetzelfde is als een aanwezigheidsdienst en dus ook anders mag worden beloond. De kantonrechter heeft [geïntimeerden] c.s. gelijk gegeven. Het hof komt tot een andere beslissing en geeft alsnog UAZ gelijk. Dit zal hierna worden uitgelegd.