Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-01-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:708, 200.307.987/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-01-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:708, 200.307.987/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
24 januari 2023
Datum publicatie
26 januari 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:708
Formele relaties
Zaaknummer
200.307.987/01

Inhoudsindicatie

Wwz. Werkgever is Xella-vergoeding verschuldigd aan werknemer met een slapend dienstverband. Uitleg pensioenontslagbeding.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.307.987/01

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, 9036555)

arrest van 24 januari 2023

in de zaak van

Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling B.V.,

gevestigd in Almere,

appellante in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

bij de kantonrechter: gedaagde,

hierna: Metafoor,

advocaat: mr. E.W. Kingma, die kantoor houdt in Leeuwarden,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonend in [woonplaats1] ,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

bij de kantonrechter: eiseres,

hierna: [geïntimeerde],

advocaat: mr. W.F. Wienen, die kantoor houdt in Almere.

1 Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

1.1

Ter uitvoering van het tussenarrest van 1 november 2022 heeft op 21 december 2022 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Van die behandeling is een verslag (proces-verbaal) opgemaakt. Dat maakt deel uit van de processtukken.

1.2

Aan het slot van de mondelinge behandeling hebben partijen arrest gevraagd op basis van het procesdossier zoals dat voorafgaand aan de mondelinge behandeling is overgelegd.

2 Kern van de zaak en beslissing van het hof

2.1

[geïntimeerde] was als [functie] in dienst bij Metafoor. Op 14 december 2014 is zij volledig arbeidsongeschikt geraakt. Nadat Metafoor gedurende 104 weken het loon van [geïntimeerde] volledig had doorbetaald, is deze wettelijke loonbetalingsverplichting per

14 december 2016 geëindigd en was sprake van een slapend dienstverband als bedoeld in de Xella-uitspraak van de Hoge Raad van 8 november 20191. [geïntimeerde] maakt aanspraak op een transitievergoeding overeenkomstig dat arrest, ook wel aangeduid als Xella-vergoeding.

2.2

De kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, heeft de vordering van [geïntimeerde] op 15 december 2021 toegewezen tot een bedrag van € 48.465,36 bruto, vermeerderd met rente en kosten. Daarbij is de kantonrechter ervan uitgegaan dat het pensioenontslagbeding in de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst zo moet worden uitgelegd dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin [geïntimeerde] de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, en dus per 1 juli 2019.

2.3

Metafoor is van dit vonnis in (principaal) hoger beroep gekomen. Gevorderd wordt de vordering van [geïntimeerde] alsnog af te wijzen. [geïntimeerde] heeft vervolgens ook (incidenteel) hoger beroep ingesteld. Zij wil dat het door haar gevorderde bedrag van

€ 50.210,- bruto alsnog volledig wordt toegewezen.

2.4

Het hof oordeelt net als de kantonrechter dat Metafoor een Xella-vergoeding aan [geïntimeerde] dient te betalen maar komt tot een iets lagere vergoeding. Hierna wordt uitgelegd waarom zo wordt beslist.

3 De feiten

3.1

[geïntimeerde] , geboren [in] 1953, is per 1 april 2002 in dienst getreden bij de (rechtsvoorganger van) Metafoor. Laatstelijk was zij werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van [functie] , tegen een salaris van € 3.244,- bruto exclusief 8% vakantietoeslag op basis van een 32-urige werkweek.

3.2

In artikel 1.4 van de arbeidsovereenkomst is het volgende pensioenontslagbeding opgenomen:

Naast de in het Burgerlijk Wetboek omschreven gevallen eindigt het dienstverband in ieder geval op de eerste dag van de kalendermaand, volgend op die maand waarin de werknemer de leeftijd van 65 heeft bereikt.

3.3

Sinds 14 december 2014 is [geïntimeerde] arbeidsongeschikt. Het UWV heeft haar met ingang van 14 december 2016 een WGA-uitkering op grond van de Wet WIA toegekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%. Per 22 maart 2018 ontvangt zij een IVA-uitkering.

3.4

Naar aanleiding van haar volledige afkeuring heeft Metafoor [geïntimeerde] uitgenodigd voor een afscheidsmoment. [geïntimeerde] mailt daarover op 1 december 2016 onder meer het volgende aan Metafoor:

Daarnaast lijkt mij een “afscheidsmoment” voorbarig en ongepast omdat ik nog niets van een eventuele ontslagaanvraag bij het UWV en/of een ontbinding van mijn arbeidsovereenkomst met Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling heb vernomen.

Gezien mijn huidige toestand is het wenselijk om zaken betreffende mijn lopende arbeidscontract verder schriftelijk te regelen.

3.5

Metafoor heeft in een brief van 9 december 2016 onder meer geantwoord:

Wij zullen het tot 14 december 2016 opgebouwde vakantiegeld en de nog resterende vakantiedagen (19,3) uitbetalen, dit zal meegaan met de betaalrun van januari.

Het dienstverband blijft gewoon in stand.

3.6

Op 31 januari 2017 heeft [geïntimeerde] onder meer het volgende per e-mail aan Metafoor geschreven:

Gezien de recente ontwikkelingen rond de compensatie voor de werkgever ten aanzien van de transitievergoeding na langdurige ziekte, die met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 zal worden toegekend, verwacht ik dat Metafoor RO alsnog een ontslagvergunning voor mij zal aanvragen bij het UWV.

Daardoor kan Metafoor RO de via de wet WWZ wettelijk verplichte transitievergoeding alsnog aan mij uitkeren. Volgens het Ministerie van Sociale Zaken mag er immers bij ontslag geen onderscheid gemaakt worden tussen zieke en gezonde medewerkers.

Na een arbeidsverhouding van bijna 15 jaar waarbij mijn inzet en loyaliteit gedurende al die jaren nooit ter discussie heeft gestaan lijkt mij een dergelijke afwikkeling rechtvaardig en billijk. Temeer daar er door de toegezegde compensatie voor de werkgever geen nadelige financiële consequenties meer bestaan.

Naast een teken van goed werkgeverschap verlost het Metafoor RO ook nog van een sluimerend dienstverband.

In afwachting van jullie positieve reactie en afwikkeling.

3.7

In een e-mail van 6 februari 2017 heeft Metafoor onder meer geantwoord:

Voor wat betreft je dienstverband is er geen verandering in de situatie.

3.8

De arbeidsovereenkomst tussen partijen is inmiddels van rechtswege geëindigd.

4 De beoordeling in hoger beroep

5 De slotsom

6 De beslissing