Gerechtshof Arnhem, 10-03-2008, BC6199, 21-001474-07
Gerechtshof Arnhem, 10-03-2008, BC6199, 21-001474-07
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem
- Datum uitspraak
- 10 maart 2008
- Datum publicatie
- 10 maart 2008
- ECLI
- ECLI:NL:GHARN:2008:BC6199
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2009:BI0541, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2009:BI0541
- Zaaknummer
- 21-001474-07
Inhoudsindicatie
Uitspraak van hof in de PEEN-zaak:
Verdachte heeft zich meermalen samen met anderen schuldig gemaakt aan het door middel van een internationaal transport, waarbij voor het eigenlijke vervoer telkens gebruik is gemaakt van een andere persoon, importeren en exporteren vanuit en naar het buitenland van softdrugs. Voorts heeft verdachte getracht om samen met een ander een cocaïnelijn van Zuid-Amerika naar Nederland op te zetten.
Verdachte is voorts betrokken geweest bij een viertal hennepkwekerijen.
Mede door dit handelen van verdachte wordt de (groot)handel in softdrugs en harddrugs in stand gehou¬den. Verdachte heeft aldus een bijdrage geleverd aan de instandhouding van een markt voor softdrugs en harddrugs. De gezondheidsbelangen van anderen worden daardoor op het spel gezet en de maatschappij lijdt schade onder de door de gebruikers gepleegde criminele feiten.
Tevens heeft verdachte wapens en munitie voorhanden gehad in zijn woonwagen. Tegen het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie dient gelet op het grote gevaar dat hier van uit kan gaan streng te worden opgetreden.
Verdachte heeft voorts samen met anderen op brutale wijze een tweetal containers met aluminium gestolen.
Vonnis van rechtbank Arnhem eerder gepubliceerd onder nummer: LJN BA2341
Uitspraak
Parketnummer: 21-001474-07
Uitspraak d.d.: 10 maart 2008
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Arnhem
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van
3 april 2007 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-090379-04 en
05-520601-06, tegen
verdachte,
geboren te *,
wonende te *,
thans verblijvende in PI Achterhoek - Gev. Ooyerhoekseweg te Zutphen.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 14 september 2007, 26 november 2007 en 25 februari 2008 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr T.U. Hiddema, advocaat te Maastricht naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en een andere strafoplegging komt.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd, zoals dit in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging is omschreven en zoals dit is weergegeven op de dagvaarding van de gevoegde strafzaak, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2005 tot en met 9 juli 2005 te
Arnhem, Elst, gemeente Overbetuwe, Barneveld en/of (elders) in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, althans opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht als bedoeld in artikel 1
lid 5 van de Opiumwet, (ongeveer) 320 kilogram, in elk geval een grote
hoeveelheid, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige
elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn
toegevoegd, en/of van een materiaal bevattende hennep, zijnde hasjiesj en/of
hennep, (een) middelen) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
immers medeverdachte 1 heeft die hasjiesj en/of hennep in een vrachtauto (truck
met oplegger) vanuit Nederland (Arnhem) naar het buitenland (Finland)
gebracht/vervoerd,
en welk medeplegen van verdachte en/of verdachtes mededader(s)-onder meer-
hierin heeft bestaan dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) het transport
van die hasjiesj en/of hennep hebben/heeft geregeld (-onder meer- het
benaderen/regelen van een vrachtwagenchauffeur (medeverdachte 1) en/of het
huren/aanschaffen van een truck en/of een oplegger en/of het verzorgen van een
-legale- deklading) en/of die hasjiesj en/of hennep hebben/heeft opgeslagen
en/of in die vrachtauto hebben/heeft geladen/verborgen en/of die hasjiesj
en/of hennep met bestemming naar Finland, althans naar het buitenland,
hebben/heeft vervoerd en/of ten vervoer hebben/heeft aangenomen en/of ten
vervoer hebben/heeft aangeboden;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 1 maart 2006 te
Arnhem en/of in de gemeente Montferland (grensovergang Bergh autoweg A12)
en/of te Utrecht en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van
Nederland heeft gebracht, althans opzettelijk binnen het grondgebied van
Nederland heeft gebracht als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet,
(ongeveer) 86 kilogram, in elk geval een grote hoeveelheid, van een
gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep
(hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, en/of van een
materiaal bevattende hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep, (een) middel(en)
als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
-onder meer- hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s)
contact hebben/heeft gelegd en/of onderhouden met (de) leverancier(s) van die
hasjiesj en/of hennep en/of het transport van die hasjiesj en/of hennep
hebben/heeft geregeld (het benaderen/regelen van een chauffeur (medeverdachte 2)
en/of het huren/aanschaffen van een auto en/of een bestelbus) en/of in bezit
zijn/is gekomen van die hasjiesj en/of hennep en/of die hasjiesj en/of hennep
vanuit Zwitserland, Frankrijk en/of Duitsland, althans vanuit het buitenland,
in een auto (Toyota) naar Nederland hebben/heeft vervoerd en/of (daarbij)
-steeds- hebben/heeft gecontroleerd/gekeken of de route die moest worden
afgelegd (met name bij het passeren van een grensovergang) veilig was, en/of
(vervolgens in Nederland) die hasjiesj en/of hennep uit die auto hebben/heeft
geladen en/of hebben/heeft opgeslagen in een pand (woonwagen aan de
adres 2) en/of (vervolgens) die hasjiesj en/of hennep
(weer) hebben/heeft ingeladen in een bestelbus (Mercedes) en/of die hasjiesj
en/of hennep verder hebben/heeft vervoerd in de richting van Amsterdam en/of
naar een plaats elders in Nederland;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 01 maart 2006 te Arnhem en/of Utrecht en/of (elders) in
Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een
hoeveelheid van (ongeveer) 86 kilogram, in elk geval een hoeveelheid, van meer
dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige
elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn
toegevoegd, en/of van een materiaal bevattende hennep, zijnde hasjiesj en/of
hennep, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van de maand augustus 2005 tot en met 1 maart
2006 te Arnhem, Apeldoorn, Haarlemmermeer (Schiphol) en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland
brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde
cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in ieder
geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende enig middel als bedoeld in
de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde
lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen,
te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen
en/of zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van die/dat feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden
dat zij bestemd waren tot het plegen van die/dat feit(en),
-onder meer- hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) een
of meerdere malen een reis hebben/heeft geboekt naar Panama en/of Brazilië
en/of in verband daarmee (een) vliegticket(s) hebben/heeft besteld en/of
betaald en/of naar Schiphol zijn/is gereden en/of naar Panama en/of Brazilië
zijn/is gereisd en/of (vervolgens) Panama en Brazilië hebben/heeft bezocht
en/of (aldaar) contact hebben/heeft gelegd en/of onderhouden met een of meer
personen die betrokken waren bij de handel in verdovende middelen en/of
(aldaar) een of meerdere personen hebben/heeft benaderd om verdachte en/of
verdachtes mededader(s) in contact te brengen met een of meer personen die
betrokken waren bij de handel in verdovende middelen en/of in verband daarmee
instructies en/of aanwijzingen hebben/heeft gegeven en/of (via Western Union)
geld naar rekeningen in -onder meer- Panama en/of Brazilië hebben/heeft
gestort en/of aldaar geld hebben/heeft ontvangen;
4.
hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari
2005 tot en met 30 juni 2005 te Heelsum en/of Arnhem en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of
verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (-onder
meer- in een pand aan de adres 1 te Heelsum en/of in een pand aan de
adres 2 Arnhem en/of in (een) pand(en) aan de
adressen 3 en 4 te Arnhem) een -grote- hoeveelheid hennep en/of
een -grote- hoeveelheid hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde
(telkens) hennep, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
5.
hij op of omstreeks 01 maart 2006 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie III en/of
munitie van categorie III voorhanden heeft gehad, te weten:
* een revolver (merk Arminius, type HW38, kaliber .38 special),
* een pistool (merk Tanfoglio, type GT28, kaliber 6.35mm),
* een pistool (merk onbekend, type onbekend, kaliber 6.35mm),
* een geweer (enkelloops kogelgeweer, merk Lee Enfield, type 4, kaliber .303),
* een (patroon-)houder (merkloos, type 9X19mm),
* -scherpe- patronen (30 stuks, kaliber .38 special),
* -scherpe- patronen (6 stuks volmantelpatronen, kaliber 6.35mm),
* -scherpe- patronen (15 stuks volmantelpatronen, kaliber 9X19mm),
* -scherpe- patronen (301 stuks volmantelpatronen, kaliber 7,65mm) en/of
* -scherpe- patronen (6 stuks, kaliber .22LR);
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 1 maart 2006 te
Arnhem, Apeldoorn, Elst, gemeente Overbetuwe, Barneveld en/of (elders) in
Nederland, opzettelijk heeft deelgenomen aan een of meer organisaties, te
weten:
A) een organisatie die (in/omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met
30 juni 2005) werd gevormd door (onder meer) verdachte, medeverdachte 10,
medeverdachte 11, medeverdachte 12, medeverdachte 13, medeverdachte 7, medeverdachte 14 en/of andere personen, welke
organisatie tot oogmerk had het telen, bereiden, bewerken, verwerken,
verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van middelen vermeld op de bij de
Opiumwet behorende II (telen van en/of handel in hennep en/of hennepplanten
en/of delen daarvan), althans het plegen van misdrijven,
van welke organisatie verdachte (feitelijk) (mede-) leider was,
en/of
B) een organisatie die (in/omstreeks de periode van de maand mei 2005 tot en
met 31 juli 2005) werd gevormd door (onder meer) verdachte, medeverdachte 4, medeverdachte 6, medeverdachte 6, medeverdachte 14, medeverdachte 7, medeverdachte 1, medeverdachte 8 en/of
andere personen, welke organisatie tot oogmerk had het bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of het binnen en/of
buiten het grondgebied van Nederland brengen van middelen vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst II (handel in en/of in-/uitvoer van
hasjiesj/hennep/softdrugs), althans het plegen van misdrijven,
van welke organisatie verdachte (feitelijk) (mede-) leider was,
en/of
C) een organisatie die (in/omstreeks de periode van 1 augustus 2005 tot en met
1 maart 2006) werd gevormd door (onder meer) verdachte, medeverdachte 9,
medeverdachte 14, medeverdachte 2 en/of andere personen, welke
organisatie tot oogmerk had het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of het binnen en/of buiten het
grondgebied van Nederland brengen van middelen vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I en/of II, en/of het plegen van strafbare
voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet (handel
in en/of in-/uitvoer van hasjiesj/hennep/cocaïne/harddrugs/softdrugs), althans
het plegen van misdrijven,
van welke organisatie verdachte (feitelijk) (mede-) leider was;
7.
hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 17 tot en
met 20 februari 2006 te Overpelt, althans in België, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een vrachtauto (Iveco met
kenteken *) en/of een container met aluminium afval en/of een container
met aluminium profielen, in ieder geval een of twee containers met inhoud,
en/of een hoeveelheid afval koperdraad, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan betrokkene 2 en/of betrokkene 3 en/of betrokkene 4 en/of betrokkene 5, in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Het hof nummert het onder parketnummer 05-520601-06 tenlastegelegde feit
als feit 7.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 6 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt daartoe als volgt.
De vraag ligt voor of het medeplegen van verdachte aan – kort gezegd – de Finlandzaak (feit 1), de Zwitserlandzaak (feit 2) en de Zuid-Amerikazaak (feit 3) en de betrokkenheid bij een aantal hennepkwekerijen (feit 4) tevens diens deelname aan een drietal criminele organisaties die tot oogmerk hebben het plegen van misdrijven oplevert.
Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Verdachte heeft weliswaar met meerdere personen in verschillende verbanden enkele redelijk tot goed georganiseerde feiten begaan, doch zulks levert niet a priori de deelname aan enkele criminele organisaties op. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen, dat uit de stukken niet is gebleken dat de vermeende criminele organisaties uit de onderscheiden zaken tevens het oogmerk hebben gehad op het plegen van andere misdrijven.
Ten aanzien van het onder 6b tenlastegelegde zij nog opgemerkt, dat het er voorts veeleer de schijn van heeft gehad dat verdachte en enkele van zijn mededaders incidenteel hebben meegewerkt aan een bestaand verband, anders dan dat zij deel uit maakten van een criminele organisatie.
Ten aanzien van het onder 6c tenlastegelegde, wordt overwogen dat er weliswaar sprake is geweest van een medeplegen door verdachte en zijn mededader, doch dat het geheel van handelingen dermate knullig was en te weinig getuigde van een professionele georganiseerde aanpak en reeds daarom niet als een criminele organisatie kan worden aangemerkt.
Bewezenverklaring
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 4, 5 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in de periode van 1 juni 2005 tot en met 9 juli 2005 in Nederland
tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, (ongeveer) 320 kilogram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige
elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn
toegevoegd, en/of van een materiaal bevattende hennep, zijnde hasjiesj en/of
hennep, (een) middelen) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, ¬immers medeverdachte 1 heeft die hasjiesj en/of hennep in een vrachtauto (truck
met oplegger) vanuit Nederland (Arnhem) naar het buitenland (Finland)
vervoerd, en welk medeplegen van verdachte -onder meer-
hierin heeft bestaan dat verdachte en verdachtes mededader(s) het transport
van die hasjiesj en/of hennep hebben geregeld (-onder meer- het
benaderen/regelen van een vrachtwagenchauffeur (medeverdachte 1) en het
huren/aanschaffen van een truck en een oplegger en het verzorgen van een
-legale- deklading) en die hasjiesj en/of hennep hebben opgeslagen
en in die vrachtauto hebben geladen/verborgen en die hasjiesj
en/of hennep met bestemming naar Finland, hebben vervoerd.
2 primair.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 1 maart 2006 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van
Nederland heeft gebracht, (ongeveer) 86 kilogram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep
(hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, en/of van een
materiaal bevattende hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep, (een) middel(en)
als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, -onder meer- hierin bestaande dat verdachte en verdachtes mededader(s) contact hebben gelegd en onderhouden met (de) leverancier van die hasjiesj en/of hennep en het transport van die hasjiesj en/of hennep
hebben geregeld (het benaderen/regelen van een chauffeur (medeverdachte 2)
en het huren/aanschaffen van een auto en/of een bestelbus) en die hasjiesj en/of hennep
vanuit Zwitserland, Frankrijk en Duitsland, ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬,
in een auto (Toyota) naar Nederland hebben¬¬¬¬¬¬ vervoerd en¬¬¬ (daarbij)
¬¬¬¬¬¬¬¬ hebben¬¬¬¬¬¬ gecontroleerd/gekeken of de route die moest worden
afgelegd (¬¬¬¬¬¬¬¬ bij het passeren van een grensovergang) veilig was, en¬¬¬
(vervolgens in Nederland) die hasjiesj en/of hennep uit die auto hebben¬¬¬¬¬¬
geladen en¬¬¬ hebben¬¬¬¬¬¬ opgeslagen in een pand (woonwagen aan de
adres 2) en¬¬¬ (vervolgens) die hasjiesj en/of hennep
(weer) hebben¬¬¬¬¬¬ ingeladen in een bestelbus (Mercedes) en¬¬¬ die hasjiesj
en/of hennep verder hebben¬¬¬¬¬¬ vervoerd in de richting van Amsterdam ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬
3.
hij in ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ de periode van de maand augustus 2005 tot en met 1 maart
2006 ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬, ¬¬¬¬¬¬¬
om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten het opzettelijk ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ binnen het grondgebied van Nederland
brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde
cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬, voor te bereiden en¬¬¬ te bevorderen, ¬¬ anderen heeft getracht te bewegen ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen
en/of zich en/of ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van die/dat feit(en) heeft getracht te verschaffen, ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬-onder meer- hierin bestaande dat verdachte en¬¬¬ verdachtes mededader¬¬) ¬¬¬¬¬¬¬ meerdere malen een reis hebben¬¬¬¬¬¬ geboekt naar Panama en¬¬¬ Brazilië
en¬¬¬ in verband daarmee ¬¬¬¬¬ vliegticket¬s¬ hebben¬¬¬¬¬¬ besteld en¬¬¬
betaald en¬¬¬ naar Schiphol zijn¬¬¬ gereden en¬¬¬ naar Panama en¬¬¬ Brazilië
zijn¬¬¬ gereisd ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬en¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ contact hebben¬¬¬¬¬¬ gelegd en¬¬¬ onderhouden met ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬
personen die betrokken waren bij de handel in verdovende middelen en¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ personen hebben¬¬¬¬¬¬ benaderd om verdachte en¬¬¬
verdachtes mededader¬¬¬ in contact te brengen met een of meer personen die
betrokken waren bij de handel in verdovende middelen en¬¬¬ in verband daarmee
instructies en/of aanwijzingen hebben¬¬¬¬¬¬ gegeven ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬
4.
hij, op ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ tijdstippen, in ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ de periode van 1 januari
2005 tot en met 30 juni 2005 ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ in Nederland, tezamen en in vereniging met ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ anderen, ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬, ¬telkens¬ opzettelijk heeft geteeld en¬¬¬ bereid en¬¬¬ bewerkt en¬¬¬ verwerkt,¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ (-onder
meer- in een pand aan de adres 1 te Heelsum en¬¬¬ in een pand aan de
adres 2 te Arnhem en¬¬¬ in (een) pand(en) aan de adressen 3 en 4 te Arnhem) ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬een -grote- hoeveelheid hennepplanten ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ zijnde (telkens) hennep, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬
5.
hij op ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ 01 maart 2006 te Arnhem, ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ wapens van categorie III en¬¬¬
munitie van categorie III voorhanden heeft gehad, te weten:
¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬
* een geweer (enkelloops kogelgeweer, merk Lee Enfield, type 4, kaliber .303),
* een (patroon-)houder (merkloos, type 9X19mm),
¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ en¬¬¬
* -scherpe- patronen (6 stuks, kaliber .22LR);
7.
hij, op ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ tijdstippen, in of omstreeks de periode van 17 tot en
met 20 februari 2006 te Overpelt, althans in België, tezamen en in vereniging
met ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ anderen, ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬, ¬telkens¬ met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ een container met aluminium afval en¬¬¬ een container met aluminium profielen, ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ toebehorende aan ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬ betrokkene 3 en/of betrokkene 4 en/of betrokkene 5, ¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬¬
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof acht ten aanzien van het onder 5 meer of anders tenlastegelegde in het bijzonder niet bewezen, dat verdachte – kort gezegd – de hoeveelheid wapens en munitie voorhanden heeft gehad, die zijn aangetroffen in een plastic bus op het perceel rond zijn woonwagen. Het enkele aantreffen van die wapens en munitie op dit open en voor iedereen toegankelijke terrein en waar meer woonwagens staan, is onvoldoende om, in aanmerking nemende dat verdachte dit feitenonderdeel uitdrukkelijk ontkent, wettig en overtuigend bewezen te achten dat verdachte die wapens en munitie voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
ten aanzien van het onder 1 en 2 primair bewezenverklaarde:
telkens:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het 3 bewezenverklaarde:
Medeplegen van het misdrijf om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen:
- een ander tracht te bewegen om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen;
- zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit tracht te verschaffen.
ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (het kogelgeweer en de patroonhouder)
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (de munitie)
ten aanzien van het onder 7 bewezenverklaarde:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen – en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf en een onvoorwaardelijke geldboete beide van de hierna aan te geven hoogte leiden – dat verdachte zich meermalen samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan het door middel van een internationaal transport, waarbij voor het eigenlijke vervoer telkens gebruik is gemaakt van een andere persoon, importeren en exporteren vanuit en naar het buitenland van softdrugs. Voorts heeft verdachte getracht om samen met een ander een cocaïnelijn van Zuid-Amerika naar Nederland op te zetten.
Verdachte is voorts betrokken geweest bij een viertal hennepkwekerijen.
Mede door dit handelen van verdachte wordt de (groot)handel in softdrugs en harddrugs in stand gehou¬den. Verdachte heeft aldus een bijdrage geleverd aan de instandhouding van een markt voor softdrugs en harddrugs. De gezondheidsbelangen van anderen worden daardoor op het spel gezet en de maatschappij lijdt schade onder de door de gebruikers gepleegde criminele feiten.
Tevens heeft verdachte wapens en munitie voorhanden gehad in zijn woonwagen. Tegen het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie dient gelet op het grote gevaar dat hier van uit kan gaan streng te worden opgetreden.
Verdachte heeft voorts samen met anderen op brutale wijze een tweetal containers met aluminium gestolen.
De drijfveer achter de meeste feiten kan voor verdachte geen andere geweest zijn dan het verkrijgen van geldelijk gewin, reden waarom het hof tevens komt tot oplegging van een geldboete, waarbij om praktische redenen wordt aangesloten bij het bedrag dat onder conservatoir beslag ligt.
Het hof heeft acht geslagen op het de verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 28 januari 2008, waaruit blijkt dat verdachte bij herhaling is veroordeeld tot onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen – onder meer – ter zake van soortgelijke feiten. Het hof heeft voorts acht geslagen op het omtrent verdachte opgemaakte voorlichtingsrapport van de reclassering d.d. 15 mei 2006.
Het hof komt tot een lagere straf dan is opgelegd door de rechtbank en dan is gevorderd door de advocaat-generaal. Dit is deels gelegen in de deelvrijspraak ter zake van het onder 5 tenlastegelegde en de vrijspraak ter zake van het onder 6 tenlastegelegde, alsmede door de grotendeels bekennende houding van verdachte in appèl. Hoewel verdachte zich aldus schuldig heeft gemaakt aan een groot aantal ernstige misdrijven, kan zijn open proceshouding in appèl toch als een klein lichtpuntje in deze zaak worden beschouwd.
De in beslag genomen voorwerpen
Het onder 5 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Een krantenknipsel zal worden teruggegeven aan verdachte.
Ten aanzien van de overige na te melden inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zal de bewaring ten behoeve van de rechthebbende worden bevolen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 36b, 36c, 47, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3, 10a en 11 van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 4, 5 en 7 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren en 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van EUR 6.436,00 (zesduizend vierhonderdzesendertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 62 (tweeënzestig) dagen hechtenis.
De in beslag genomen voorwerpen
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
(enkele goederen)
Gelast de teruggave aan verdachte van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
(enkele goederen)
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
(enkele goederen)
Aldus gewezen door
mr G. Mintjes, voorzitter,
mr H. Abbink en mr P.H.A.J. Cremers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr M.J. Ouweneel, griffier,
en op 10 maart 2008 ter openbare terechtzitting uitgesproken.