Home

Gerechtshof 's-Gravenhage, 17-03-2010, BO7146, 22-003302-09

Gerechtshof 's-Gravenhage, 17-03-2010, BO7146, 22-003302-09

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum uitspraak
17 maart 2010
Datum publicatie
13 december 2010
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2010:BO7146
Formele relaties
Zaaknummer
22-003302-09

Inhoudsindicatie

De verdachte heeft zich, in zijn hoedanigheid van politie-ambtenaar, meermalen schuldig gemaakt aan het tegen betaling verstrekken van informatie uit het politieregistratiesysteem X-pol dan wel het bedrijfsprocessensysteem van de Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. Voorts heeft de verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan witwassen nu hij voor

zijn criminele activiteiten geld heeft ontvangen. De verdachte heeft zijn criminele activiteiten ontplooid tijdens werktijd in de uitoefening van zijn functie als politie-ambtenaar bij de regiopolitie Rotterdam Rijnmond. Evenals de rechtbank rekent het hof het de verdachte zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie en het in hem gestelde vertrouwen heeft geschonden. Een politieambtenaar neemt, gelet op zijn taak en functie, een bijzondere plaats in de samenleving in. Om die reden wordt van hem volledige integriteit en onkreukbaarheid verwacht. Verdachte heeft door zijn handelwijze ernstige schade toegebracht aan het imago van het korps van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond in het algemeen en zijn directe collega's in het bijzonder. Het hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden met aftrek van voorarrest waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003302-09

Parketnummer: 10-775006-08

Datum uitspraak: 17 maart 2010

TEGENSPRAAK

Gerechtshof te 's-Gravenhage

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 16 juni 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,

[adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 3 maart 2010.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:

1. (onderzoek 1)

hij in of omstreeks de periode van 7 oktober 2008 tot en met 8 oktober 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar,

te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen,

wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan,verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde

hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening

iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

op of omstreeks 8 oktober 2008 een geldbedrag van 200 euro, althans enig geldbedrag

(door [persoon 1] verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten

gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

in of omstreeks de periode van 7 oktober 2008 tot en met 8 oktober 2008 een geldbedrag van 200 euro, althans enig geldgedrag (aan die [persoon 1]) gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 7 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- kentekens [kenteken 1], [kenteken 2], [kenteken 3]

en [kenteken 4]

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) heeft verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

in of omstreeks de periode van 7 oktober 2008 tot en met 8 oktober 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te

bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- kenteken(s) [kenteken 1] en/of [kenteken 2] en/of [kenteken 3] en/of [kenteken 4]

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

2. (onderzoek 2)

hij in of omstreeks de periode van 29 september 2008 tot en met 30 september 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio]

van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen,

wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening

iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

in of omstreeks de periode van 29 september 2008 tot en met 30 september 2008

enig geldbedrag (door [persoon 2] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)

verstrekt aan hem, verdachte, aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van

verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

in of omstreeks de periode van 29 september 2008 tot en met 30 september 2008

enig geldbedrag (aan [persoon 2] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en))

gevraagd ,teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 29 september 2008 en/of 30 september 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- een naam "[naam 1]" en/of adres "[straat 1]" en/of nummer "[huisnummer straat 1]"

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie, hij, verdachte, vervolgens aan die [persoon 2] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en) heeft verstrekt

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

in of omstreeks de periode van 29 september 2008 tot en met 30 september 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij

uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- naam "[naam 1]" en/of adres "[straat 1]" en/of nummer "[huisnummer straat 1]"

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan die [persoon 2] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

3. (onderzoek 3)

hij op of omstreeks 16 oktober 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige

ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen,

wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening

iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

op of omstreeks 16 oktober 2008 een geldbedrag van 50 euro, althans enig geldbedrag (door die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van

verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

op of omstreeks 16 oktober 2008 een geldbedrag van 50 euro, althans enig geldbedrag (aan die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd,

teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 16 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m (en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond,

behorende bij

- kentekens [kenteken 5] en [kenteken 6]

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) heeft verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

Op of omstreeks 16 oktober 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- kenteken(s) [kenteken 5] en/of [kenteken 6]

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

4. (onderzoek 4)

hij in of omstreeks de periode van 28 oktober 2008 tot en met 29 oktober 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening

iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

in of omstreeks de periode van 28 oktober 2008 tot en met 29 oktober 2008 een geldbedrag van 200 euro, althans enig geldbedrag (door die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

in of omstreeks de periode van 28 oktober 2008 tot en met 29 oktober 2008 een geldbedrag van 200 euro, althans enig geldbedrag (aan die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 29 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond,

behorende bij

-de namen "[naam 2]" en/of "[naam 3]"

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die[persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso (o)n (en) heeft verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

in of omstreeks de periode van 28 oktober 2008 tot en met 29 oktober 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

namen "[naam 2]" en/of "[naam 3]"

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze

wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

5. (onderzoek 6)

hij op of omstreeks 3 november 2008 tot en met 5 november 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar,

te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

in of omstreeks de periode van 3 november 2008 tot en met 5 november 2008 een geldbedrag van 50 euro, althans enig geldbedrag (door die [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

in of omstreeks de periode van 3 november 2008 tot en met 5 november 2008 een geldbedrag van 50 euro, althans enig geldbedrag (aan die[persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks

4 november 2008 in een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond,

behorende bij

- de naam "[naam 4]"

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die[persoon 1] en/of (een of meer)ander(e) perso(o)n(en) heeft verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

in of omstreeks de periode van 3 november 2008 tot en met 5 november 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte, in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder

zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- naam "[naam 4]"

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze

wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

6. (onderzoek 10)

hij op of omstreeks 21 november 2008 tot en met 22 november 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie

Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

in of omstreeks de periode van 21 november 2008 tot en met 22 november 2008 enig geldbedrag (door [persoon 3] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)

verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

in of omstreeks de periode van 21 november 2008 tot en met 22 november 2008 enig geldbedrag (aan [persoon 3] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om

(vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 22 november 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- de namen "[naam 5]", "[naam 6]", "[naam 7]"

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die [persoon 3] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) heeft verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

In of omstreeks de periode van 21 november 2008 tot en met 22 november 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder

zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- namen "[naam 5]" en/of "[naam 6]" en/of "[naam 7]"

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 3] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

7. (onderzoek 14)

hij op of omstreeks 17 oktober 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige

ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen,

wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

op of omstreeks 17 oktober 2008 enig geldbedrag (door [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

op of omstreeks 17 oktober 2008 enig geldbedrag (aan die[persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om

(vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 17 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- de kenteken [kenteken 7]

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die[persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) heeft verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

Op of omstreeks 17 oktober 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

meermalen, althans eenmaal, (een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij

uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m (en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- kenteken [kenteken 7]

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

8. (onderzoek 15)

op of omstreeks 9 oktober 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige

ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

op of omstreeks 9 oktober 2008 enig geldbedrag (door die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

op of omstreeks 9 oktober 2008 enig geldbedrag (aan die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om

(vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 9 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- de naam "[naam 8]"

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die[persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) heeft verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

Op of omstreeks 9 oktober 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redeljkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- naam "[naam 8]"

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

9. (onderzoek 16)

hij in of omstreeks de periode van 18 oktober 2008 tot en met 22 oktober 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, in zijn, verdachtes, functie

van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie

Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen,

wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

in of omstreeks de periode van 18 oktober 2008 tot en met 22 oktober 2008 een geldbedrag van 150 euro, althans enig geldbedrag (door die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en / of

in of omstreeks de periode van 18 oktober tot en met 22 oktober 2008 een geldbedrag van 150 euro, althans enig geldbedrag (aan die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, in of omstreeks die periode in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond behorende bij

- de naam "[naam 9]"

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die[persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) heeft verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

In of omstreeks de periode van 18 oktober 2008 tot en met 22 oktober 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- naam "[naam 9]"

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

10. (onderzoek 12, in dagvaarding abusievelijk aangeduid als 18)

hij op of omstreeks 7 november 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige

ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht,in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

En/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

op of omstreeks 7 november 2008 een geldbedrag van 125 euro, althans enig geldbedrag (door die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt

aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

op of omstreeks 7 november 2008 een geldbedrag van 125 euro, althans enig geldbedrag (aan die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd,

teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 7 november 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de

regiopolitie Rotterdam Rijnmond behorende bij

- de naam "[naam 10]"

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie op of omstreeks 7 november 2008 aan die [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en) is verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

Op of omstreeks 7 november 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- naam "[naam 10]"

bevraagd en/of geraadpleegd

en/of

(vervolgens) (een of meer delen van) op deze

wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

11.

in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 28 november 2008 te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft aangenomen, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte, werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden ten gevolge of naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht,in zijn bediening is gedaan of nagelaten

(artikel 363, lid 1, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

een of meer gift(en) of belofte(n) dan wel dienst(en) heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten

(artikel 363, lid 1, onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

immers heeft hij, verdachte

in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 28 november 2008 (een of meer) geldbedrag(en), althans enig geldbedrag (door die [persoon 1] en/of

(een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding of ten gevolge van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en/of

in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 28 november 2008 (een of meer) geldbedrag(en), althans enig geldbedrag (aan die [persoon 1] en/of (een

of meer) ander(e) perso(o)n(en)) gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, in of omstreeks die periode in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond behorende bij

- de namen "[naam 9]" en/of "[naam 4]" en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en)

is bevraagd en/of geraadpleegd

en/of welke informatie in die periode aan die [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) is verstrekt;

(artikel 363, lid 1, onder 2 en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 28 november 2008 te Langsingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

meermalen, althans eenmaal,

(een) geheim(en) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- naam "[persoon 1]" en/of "[naam 9]"

bevraagd en/of geraadpleegd en/of (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven en/of verstrekt aan [persoon 1] en/of (een of

meer) ander(e) perso(o)n(en);

(artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht)

12.

hij in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 28 november 2008, te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland,

een (of meer) voorwerp(en), te weten een (of meer) geldbedrag(en) heeft witgewassen immers heeft hij, verdachte, (een of meer) geldbedrag(en), te weten de opbrengst, die hij, verdachte, heeft genoten naar aanleiding van of ten gevolge van verstrekking aan derden van (vertrouwelijke) informatie uit de bedrijfsprocessensystemen van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, althans van de geldbedragen gebruik gemaakt, terwijl hij wist dat die geldbedragen -onmiddellijk of middelijk- afkomstig waren uit enig misdrijf en wel (onder andere)

(telkens) een (of meer) geldbedrag(en) van 200 euro en/of 150 euro en/of 125 euro en/of 50 euro, althans enig geldgedrag in of omstreeks de periode 1 september 2007 tot en met 28 november 2008 door die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of (een of meer) andere perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte

en/of

heeft hij, verdachte, aldus van het plegen van witwassen van voornoemde geldbedragen een gewoonte gemaakt.

(artikel 42Obis/ter van het Wetboek van Strafrecht)

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte van het onder 2 primair en 11 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 4 primair,

5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair,

10 primair en 12 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan zeven maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact, alsmede tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.

De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Omvang van het hoger beroep

Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak.

Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet geheel verenigt.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan

- overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - behoort te worden vrijgesproken.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en overige verweren

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep de namens zijn cliënt in eerste aanleg gevoerde verweren merendeels herhaald.

Deze verweren houden in - zakelijk weergegeven -:

Observatie en tapbeslissingen.

Uit de inhoud van het proces-verbaal van observatie en de verklaringen van de observanten 14 en 91 tegenover de rechter-commissaris blijkt dat de observanten verschillend verklaren over hetgeen zij hebben gezien. Bovendien staan de in het proces-verbaal van observatie opgenomen waarnemingen haaks op hetgeen de observanten

hierover hebben verklaard bij de rechter-commissaris.

De verklaringen van de observanten zijn aantoonbaar onjuist, in ieder geval op het punt dat waargenomen zou

zijn dat overdracht heeft plaatsgevonden van het bankbiljet van € 200,-. Uit het strafdossier blijkt dat tijdens de verhoren aan de verdachte is voorgehouden dat

deze overdracht wel is gezien. Verdachte is door deze aantoonbaar onjuiste voorstelling van zaken op een ongeoorloofde wijze onder druk gezet. Om die reden dient het openbaar ministerie terzake van onderzoek 1

niet-ontvankelijk te worden verklaard.

De voormelde onjuiste voorstelling van zaken is bovendien ook verwoord in de aanvragen tot verlenging van bevelen tot het opnemen van telecommunicatie na 8 oktober 2008 en deze zijn derhalve door de rechter-commissaris ten onrechte verleend.

Het openbaar ministerie dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging van die feiten die steunen op het telecommunicatiemateriaal dat is verkregen na

8 oktober 2008, althans nadat de onjuiste voorstelling van zaken in de desbetreffende aanvragen was weergegeven. Bewijsmateriaal dat nadien middels telecommunicatie is

verkregen dient dan ook buiten beschouwing te blijven.

Belangenafweging tussen inbreuken persoonlijke levenssfeer en aanhouding/voortduren beperkingen.

Op 8 oktober 2008 stelt het observatieteam strafbaar handelen tussen verdachte en medeverdachte [persoon 1] te hebben waargenomen. Daarop had direct tot aanhouding moeten worden overgegaan. Uit het dossier blijkt niet van een bijzonder opsporingsbelang om dat niet te doen. Vervolgens wordt er nog zeven weken lang inbreuk gemaakt op de privacy van verdachte door stelselmatig zijn telefoon te tappen en hem te observeren. Ook om die reden moet het openbaar ministerie niet-ontvankelijk

worden verklaard voor alle feiten die verdachte over de periode na 8 oktober 2008 ten laste zijn gelegd.

De verdediging plaatst verder kanttekeningen bij de voortduring van de beperkingen. Achteraf is gebleken dat de periode waarin verdachte in beperkingen heeft gezeten

onnodig lang is geweest. Zeker toen de medeverdachte [persoon 1] was aangehouden hadden de beperkingen kunnen worden opgeheven. Het is een feit van algemene bekendheid

dat verdachten in beperkingen onder druk gezet kunnen worden om bepaalde verklaringen af te leggen.

De verdediging stelt zich op het standpunt dat het handhaven van de beperkingen in ieder geval na de aanhouding van de medeverdachte [persoon 1] onrechtmatig is geweest en dat de verdachte daardoor onnodig psychische schade heeft opgelopen. Het openbaar ministerie dient ook om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Het hof overweegt het volgende.

Met betrekking tot bovenvermelde verweren is het hof niet tot andere overwegingen of een ander oordeel gekomen dan de rechtbank. Daarom geeft het hof die overwegingen van de rechtbank hierna woordelijk weer en maakt die tot de zijne.

Observatie en tapbeslissingen

Uit de inhoud van het proces-verbaal van observatie en de processen-verbaal van verhoor van de verbalisanten 14 en 91 door de rechter-commissaris is het volgende vast

komen te staan.

Verbalisant 14 is stellig in zijn verklaring dat hij op

8 oktober 2008 heeft waargenomen dat de medeverdachte [persoon 1] bij het verlaten van de woning op [straatnaam] te Rotterdam een bankbiljet van € 200,- heeft gepakt en daarmee in zijn hand is gelopen naar de auto van de verdachte [verdachte] die zich op dat moment ter hoogte van perceel [nummer] op [straatnaam] te Rotterdam bevond. Verbalisant 91 heeft verklaard dat hij een geel bankbiljet heeft gezien in de hand van [persoon 1]. Beide verbalisanten verklaren te hebben gezien dat [persoon 1] bij verdachte in de auto is gaan zitten, maar niet dat zij hebben gezien dat het bankbiljet daadwerkelijk werd overgedragen. Voorts hebben beiden verklaard dat de ontmoeting tussen [persoon 1] en verdachte nog geen minuut heeft geduurd. Weliswaar hebben de observanten niet gezien dat [persoon 1] een bankbiljet van

€ 200,00 aan [verdachte] heeft gegeven, maar wel dat [persoon 1] geld in zijn hand had op het moment dat hij bij verdachte in de auto ging zitten. Hetgeen door de verbalisanten tegenover de rechter-commissaris is verklaard staat niet haaks op hetgeen zij in het ambtsedig proces-verbaal van observatie hebben gerelateerd en sluit de eerdere weergave van de waarnemingen tijdens de observatie niet uit. De inschatting van verbalisant 14 dat zijn collega niet heeft gezien dat[persoon 1] het geld uit zijn portemonnee haalde komt voor rekening van verbalisant 14 (blz. 5 van het proces-verbaal van de rechter-commissaris) en kan niet anders worden begrepen dan als een inschatting van verbalisant 14. Alleen verbalisant 91 weet immers wat hij wel en niet heeft gezien en deze verklaart daarover expliciet bij de rechter-commissaris.

Het hof heeft, evenals de rechtbank, geen reden te twijfelen aan deze verklaringen en zal de betreffende processen-verbaal ook niet uitsluiten van het bewijs.

Uit de processen-verbaal van verhoor van verdachte blijkt niet dat hem een andere voorstelling van zaken is gegeven dan hetgeen hiervoor is weergegeven als de waarnemingen van de observanten. Gelet op het voorgaande kan dan ook niet worden gesteld dat door de verhorende verbalisanten aan verdachte een verkeerde voorstelling van zaken is gegeven en dat hij daardoor ongeoorloofd onder druk is gezet. Overigens heeft een en ander er ook niet toe geleid dat verdachte op enig moment een voor hem belastende verklaring heeft afgelegd.

Nu voorts in de aanvragen tot verlenging van bevelen opnemen van telecommunicatie evenmin meer is gesteld dat hetgeen hiervoor als de waarnemingen van observanten is

opgenomen - en met name niet dat zij een daadwerkelijke overdracht van € 200,00 zouden hebben gezien-, kan, mede gelet op het voorgaande evenmin worden gesteld dat de rechter-commissaris op basis van onjuiste informatie de bevelen tot het opnemen, afluisteren en controleren van telecommunicatie heeft verlengd. Het resultaat van de na 8 oktober 2008 afgeluisterde telefoongesprekken kan derhalve voor het bewijs worden gebruikt en het openbaar ministerie is ontvankelijk in de vervolging.

Het verweer wordt verworpen.

Belangenafweging tussen inbreuken persoonlijke levenssfeer en aanhouding/voortduren beperkingen.

Het is aan de officier van justitie om in samenspraak met het onderzoeksteam van de politie te besluiten op welk moment tot aanhouding van een verdachte wordt overgegaan. Het openbaar ministerie is vrij hierin een belangenafweging te maken, hetgeen in deze strafzaak ook is geschied. De sanctie van niet-ontvankelijkheid van het

openbaar ministerie kan slechts volgen indien sprake is van een ernstige inbreuk op de beginselen van een goede procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan. In dit geval is daarvan geen sprake.

Het verweer wordt verworpen.

Ten aanzien van de opgelegde beperkingen had de verdediging, indien zij van oordeel was dat deze ten onrechte voortduurden, op grond van artikel 62a lid 4 Sv namens de verdachte een bezwaarschrift kunnen indienen. Nu de verdediging dat heeft nagelaten en de beperkingen inmiddels zijn opgeheven, kunnen deze niet meer worden getoetst. Ook dit verweer wordt verworpen.

Nu ook overigens geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die zouden moeten leiden tot

niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, is het openbaar ministerie ontvankelijk in

de vervolging van de verdachte.

Bewijsmotivering en bewezenverklaring

Het hof zal wat de motivering van de bewezenverklaring van de feiten betreft vrijwel geheel aansluiten bij hetgeen de rechtbank dienaangaande in het beroepen vonnis heeft overwogen, omdat het hof zich daarmee verenigt, terwijl die overwegingen ook in hoger beroep nog onverkort van toepassing zijn.

Ondanks dat zij beiden verklaard hebben dat zij slechts vage kennissen van elkaar zijn, blijkt uit het dossier dat verdachte en zijn medeverdachte [persoon 1] in de onderzoeksperiode regelmatig contact met elkaar hebben. Deze contacten verlopen steeds op eenzelfde wijze: verdachte ontvangt van [persoon 1] een sms bericht met kentekens of persoonsgegevens, daarna wordt onder het account van verdachte ingelogd in de politie-systemen en worden deze gegevens bevraagd -zoals ook door de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep erkend-, kort daarop vindt (vaak intensief) telefonisch overleg plaats over een ontmoeting tussen verdachte en [persoon 1], welke ontmoeting vervolgens ook plaats vindt. De verklaring die verdachte geeft voor het ontvangen van de informatie, te weten dat hij een "jager" is en [persoon 1] hem regelmatig tips geeft waaruit hij leuke zaken probeert te maken, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Net zomin als de verklaring die beiden geven voor de ontmoetingen, dat gaat om een "praatje pot" of om elkaar een mop te vertellen. Immers door de enkele ontvangst van een SMS zou verdachte in zijn informatie-behoefte zijn voorzien en een ontmoeting nadien voegt daaraan niets aan toe.

In de getapte telefoongesprekken tussen verdachte en [persoon 1] en tussen [persoon 1] en diens contacten wordt gesproken over "je weet wat het kost", "Bankoe hè" (straattaal voor 50 euro). Ook worden er getallen genoemd: "1,50 hè", "125, vergeet niet", "als jij die broek wil, wil hij 50, 50 extra" en wordt er gezegd: "printen", "verbrandt die ding", "moet papier hebben", "een extra tekst" en "ook een beetje papier". Voorts heeft het observatieteam gezien dat [persoon 1] op 8 oktober 2008 met een bankbiljet in zijn hand in de auto van verdachte stapt.

Bovendien blijkt uit de gesprekken dat beide partijen nogal wat moeite doen om tot relatief korte ontmoetingen - op 8 oktober 2008 minder dan een minuut - te komen.

Ook lijkt het niet de bedoeling dat de gevraagde informatie telefonisch wordt verstrekt noch dat anderen de ontmoetingen waarnemen.

Op grond van al deze feiten en omstandigheden komt het hof, evenals de rechtbank, tot de conclusie dat de ontmoetingen van verdachte met [persoon 1] dienden om de gevraagde informatie over te dragen en daarvoor betaald te krijgen en acht zij wettig en overtuigend bewezen dat verdachte informatie heeft verschaft en daarvoor een gift heeft ontvangen.

De verdachte heeft op 14 mei 2009 tegenover de

rechter-commissaris verklaard dat hij in dienst is van regiopolitie Rotterdam-Rijnmond en dat hij in Lansingerland werkt.

Van het volgende wordt uit gegaan:

Feit 1 (Onderzoek 1)

Op 7 oktober 2008 te 13.11 uur stuurt [persoon 1] een

sms bericht naar [verdachte] met als tekst:

- [kenteken 1]

- [kenteken 2]

- [kenteken 3]

- [kenteken 4]

Na ontvangst van de login gegevens van accountnummer [accountnummer], in gebruik bij [verdachte], bleek dat deze vier kentekens middels dit accountnummer op vrijdag 7 oktober 2008 tussen 16.22 uur en 16.27 uur zijn bevraagd. Om 17.56 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [persoon 1] waarbij beiden afspreken elkaar de volgende dag te ontmoeten.

Op 8 oktober 2008 vinden diverse telefoongesprekken tussen [verdachte] en [persoon 1] plaats, waarin zij proberen een ontmoetingsplaats af te spreken.1

Vanaf 10.45 uur wordt [verdachte] onder observatie genomen en omstreeks 16.40 uur wordt gezien dat [verdachte] zijn auto stopt op [straatnaam] te Rotterdam ter hoogte van perceel [nummer]. Vanuit het betreffende perceel komt [persoon 1] aangelopen in de richting van [verdachte].

Intussen haalt [persoon 1] een bankbiljet te voorschijn dat hij in zijn hand opvouwt. Hierna stapt [persoon 1] als bijrijder in de auto van [verdachte]. 0m 16.41 uur stapt [persoon 1] vervolgens weer uit.2 [verdachte] heeft verklaard dat hij de vier kentekens via [persoon 1] middels een sms bericht had ontvangen en had bevraagd.3

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

hij in de periode van 7 oktober 2008 tot en met 8 oktober 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd gedaan, ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan

immers heeft hij, verdachte

op 8 oktober 2008 een geldbedrag (door [persoon 1] verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

welke informatie door hem, verdachte, op 7 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- kentekens [kenteken 1], [kenteken 2], [kenteken 3] en [kenteken 4]

is bevraagd en geraadpleegd

en welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die [persoon 1] heeft verstrekt;

Feit 2 (Onderzoek 2)

Op 29 september 2008 omstreeks 22:08 uur ontvangt [verdachte] een sms bericht van [persoon 2 ], dat inhoudt: "[tekst]".4

Op 29 september 2008, te 22.18 uur en 22.19 uur werd middels het account van [verdachte] in het bedrijfsprocessensysteem Xpol gezocht op respectievelijk: [tekst] en [tekst].

Op 30 september 2008 te 01.36 uur werd wederom middels het account [accountnummer] gezocht op huisnummer [huisnummer genoemd in tekst] en straat: [straatnaam genoemd in tekst].

Na onderzoek is gebleken dat [verdachte] de personenkaart van [persoon genoemd in tekst] op 30 september 2008 te 01.36 uur had bevraagd.5

[verdachte] had in de nacht van maandag 29 september 2008 en dinsdag 30 september 2008 nachtdienst van 22.00 tot 07.00 uur.6

[persoon 2 ] heeft verklaard dat hij een SMS naar [verdachte] had gestuurd met de gegevens van zijn broer. Hij wilde weten of zijn broer nog boetes open had staan. Vooraf had hij met [verdachte] hierover gesproken en hij moest een SMS bericht sturen. Later had hij mondeling van [verdachte] gehoord dat er niets was.7

[verdachte] heeft verklaard hij dat hij [persoon genoemd in tekst] had bevraagd, naar aanleiding van een SMS-je dat [persoon 2] had gestuurd.8

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder

2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

in de periode van 29 september 2008 tot en met 30 september 2008 te Langsingerland en Rotterdam, (een) geheim(en) waarvan hij wist dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten als medewerker

basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft

hij, verdachte,

in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer

bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, (onder zijn accountnummer), één of meer registratie(s), behorende bij

- naam [naam 1] en/of adres [straat 1] en/of nummer [huisnummer straat 1]

bevraagd en geraadpleegd en (vervolgens) (een of meer delen van) op deze wijze verkregen informatie doorgegeven aan [persoon 2;

Feit 3 (onderzoek 3)

Op 16 oktober 2008 omstreeks 17.54 uur belt [persoon 1] met [verdachte] en kondigt aan een sms bericht te sturen. Om 18.16 uur ontvangt [verdachte] een sms bericht met de volgende tekst:

"[kenteken][kenteken]".9

Uit onderzoek verricht in de opgevraagde logins van het bedrijfsprocessensysteem Xpol bleek dat op 16 oktober 2008 te 18.34 uur het eerst vermelde kenteken was bevraagd onder de account van [verdachte] ([accountnummer]) en om 18.38 uur het andere kenteken.10

Uit een telefoongesprek d.d. 16-10-2008 te 19.33 uur blijkt dat [verdachte] en [persoon 1] met elkaar afspreken. Op 16 oktober 2008 te 20.02 uur wordt [persoon 1] gebeld door een [persoon].

[persoon] zegt in dat gesprek "dat hij vijftig wil hebben als hij die broek vandaag wil hebben" en "vijftig euro extra wil hij... en dat is niet voor mij maar dat is voor hem".

Op 16 oktober 2008 tussen 19.33 uur en 22.12 uur vinden diverse telefoongesprekken plaats waarin [verdachte] en [persoon 1] met elkaar spreken over een plaats waar en een tijdstip waarop zij elkaar kunnen treffen.11

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

hij op 16 oktober 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige

ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd gedaan, ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan

immers heeft hij, verdachte

op 16 oktober 2008 een geldbedrag van 50 euro, (door [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding

verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 16 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m (en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond,

behorende bij

- kentekens [kenteken 5] en [kenteken 6]

is bevraagd en geraadpleegd

en welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die[persoon 1] heeft verstrekt;

Feit 4 (onderzoek 4)

Op 28 oktober 2008 ontvangt[persoon 1] vanaf 18.49 tot 19.06 uur sms berichten met de tekst: [tekst][naam].

Vervolgens ontvangt [verdachte] op 29 oktober 2008 te 14.23 uur van [persoon 1] een sms bericht met de volgende inhoud:

"[tekst][naam] kijk of hij of hij iets met een familie [naam familie] zaak te maken heeft printen" 12

Op 29 oktober 2008 is middels account [accountnummer] ([verdachte]) tussen 14.34 uur en 14.48 uur in het bedrijfsprocessensysteem Xpol gezocht op de namen [naam 2] en [naam 3] in verschillende lettercombinaties.13

Uit een telefoongesprek op 29 oktober 2008 te 15.17 uur blijkt dat [verdachte] en [persoon 1] elkaar zullen ontmoeten op [straatnaam] bij [winkel 1] en [winkel 2]. Vervolgens vindt er op 29 oktober 2008 te 15.39 uur een telefoongesprek plaats tussen [persoon 1] en [verdachte]. In dit gesprek geeft [verdachte] aan dat mensen hem niet mogen zien. Op 29 oktober 2008 te 16.54 uur vindt er een telefoongesprek plaats, waarin [verdachte] zegt tegen [persoon 1] "hee verbrand dat ding he."14

[persoon 1] heeft verklaard over het sms bericht waarin hij de familie [naam familie] had doorgegeven dat hij benieuwd was omdat er iets in [plaats] was gebeurd.15

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 primair tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

"hij in de periode van 28 oktober 2008 tot en met 29 oktober 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in elk geval in Nederland, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd gedaan, ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan

immers heeft hij, verdachte

in de periode van 28 oktober 2008 tot en met 29 oktober 2008 een geldbedrag (door [persoon 1] en/of (een of meer) ander(e) perso(o)n(en) verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks

29 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond,behorende bij

-de namen [naam 2] en/of [naam 3]

is bevraagd en geraadpleegd

en welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die[persoon 1] heeft verstrekt;"

Feit 5 (onderzoek 6)

Op 3 november 2008 om 15.12 uur zendt [persoon 1] aan [verdachte] een sms bericht met als inhoud: "Ik heb net gehoord dat me foto word uitgedeeld bij de beveiliging voor een juwelier zaak ken je kijken of het klopt". Hierna zendt [persoon 1] een bericht met de inhoud: "Of je ken zeggen of het zo is". [verdachte] reageert om 14.31 met de mededeling: Zeg niets wil je spreken.

Na enkele sms berichten over en weer spreken ze af bij de patatzaak in de omgeving van de woning van de moeder van [verdachte].16

Tijdens een onderzoek naar de door [verdachte] bekeken beeldschermafdrukken is gebleken dat [verdachte] op 4 november 2008 om 9.43 uur een bevraging had gedaan in een x-pol registratie, waarin werd gerelateerd een informatiebericht ten aanzien van [persoon 1], die, met een ander, aandacht had voor een juwelierszaak te Rotterdam. Voorts bleek dat op 4 november

2008 om 09.48 uur middels account [accountnummer] behorende bij [verdachte] een bevraging werd gedaan in het "Sturing- en Informatiesysteem" (STIP).17

Op 5 november 2008 wordt tijdens observatie waargenomen dat [verdachte] om 11.33 uur een ontmoeting heeft met [persoon 1] op het [straatnaam] te Rotterdam.18

[persoon 1] heeft verklaard dat hij hierover inderdaad [verdachte] heeft ge-smst of gebeld en dat [verdachte] voor hem zou kijken.19

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 5 primair tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

"hij op of omstreeks 3 november 2008 tot en met

5 november 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd gedaan, ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan

immers heeft hij, verdachte

in de periode van 3 november 2008 tot en met 5 november 2008 een geldbedrag (door [persoon 1] verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks

4 november 2008 in een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond,

behorende bij

- de naam [naam 4]

is bevraagd en geraadpleegd en welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die [persoon 1] heeft verstrekt;"

Feit 6 (onderzoek 10)

Op 21 november 2008, te 13.58 wordt [verdachte] gebeld door zijn broer [persoon 3]. Tijdens het gesprek stelt [verdachte] de vraag wanneer hij "het" moet hebben van die boy en zegt het al te hebben. [verdachte] zegt ook dat het geen bankoe is, maar dat het er twee zijn. Op 22 november 2008 om 13.28 uur belt [persoon 3] weer met [verdachte]. [verdachte] zegt tegen hem dat de naam die hij had gegeven er niet uit komt. [verdachhte] vraagt of hij niet meer dingen heeft. Voorts gaat het gesprek over betaling van 50 aan [verdachte] en op welke wijze dat moet geschieden.

Om 13.41 uur zendt [persoon 3] een sms-bericht naar de telefoon van [verdachte] met de tekst: [naam+geboortedatum]. Om 14.19 uur wordt [verdachte wederom gebeld door [persoon 3]. [verdachte] zegt dat "ze" er niet uitkomt en dat dat dus betekent dat ze niet met de politie te maken heeft gehad of zo. Verder zegt [verdachte] dat hij dan bij de gemeente zou moeten kijken, maar dat hij niet bij bevolking van de gemeente Amsterdam kan, alleen in Rotterdam.20

Uit onderzoek is gebleken dat op het account van [verdachte] op 22 november 2008 op verschillende tijdstippen en manieren is getracht [naam] te bevragen.21

[persoon 3] heeft verklaard dat hij op verzoek van een vriend zijn broer [verdachte] had benaderd met de vraag of hij iets kon nakijken. De betreffende vriend had er wel 50 euro voor over om de informatie te krijgen. Volgens [persoon 3] ging het om gegevens van een vader en zijn dochter.

Hij had de informatie per SMS verstuurd.22

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 6 primair tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

"hij in de periode van 21 november 2008 tot en met 22 november 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in elk geval in Nederland, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd gedaan, ten gevolge van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan

en

een gift heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen

immers heeft hij, verdachte

in de periode van 21 november 2008 tot en met 22 november 2008 enig geldbedrag (door [persoon 3] verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en

in de periode van 21 november 2008 tot en met 22 november 2008 enig geldbedrag (aan [persoon 3] gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie op te vragen en/of te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks

22 november 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- de namen "[naam 5]", "[naam 6]", "[naam 7]"

is bevraagd en geraadpleegd

en welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die [persoon 3] heeft verstrekt;"

Feit 7 (Onderzoek 14)

Op 17 oktober 2008 te 17.03 uur ontvangt [verdachte] een sms bericht met de inhoud: [kenteken]. Direct daarna belt hij [persoon 1], die vraagt: ik heb je toch ge-sms't. [verdachte] reageert daarop met de opmerking: He, ik zo effe voor je kijken.23

Uit onderzoek bleek dat op de account van verdachte] op

17 oktober 2008 te 17.22 uur de tenaamstelling van het kenteken [kenteken] was bevraagd in het bedrijfsprocessensysteem Xpol.24

Om 20.41 uur belt [verdachte] naar [persoon 1] en wordt er geprobeerd af te spreken en om 22.16 uur belt hij nogmaals met de mededeling dat hij onderweg is naar het centrum. Om 22.53 uur wordt [verdachte] gebeld door [persoon 1]. [verdachte] zegt bij [winkel] te lopen en [persoon 1] zegt bij [restaurant] te staan. Om 22.57 uur belt [verdachte] naar [persoon 1]. Ze zijn dicht bij elkaar en spreken af.25 Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 7 primair

ten laste gelegde heeft begaan met dien verstande dat:

"hij op 17 oktober 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in elk geval in Nederland, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige

ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd gedaan, naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan

immers heeft hij, verdachte

op 17 oktober 2008 enig geldbedrag (door [persoon 1] verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks

17 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- de kenteken [kenteken 7]

is bevraagd en geraadpleegd en welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan [persoon 1] heeft verstrekt;"

Feit 8 (onderzoek 15)

Op 9 oktober 2008 te 12.23 uur ontvangt [verdachte] op zijn telefoon [telefoonnummer] het navolgende sms bericht van telefoonaansluiting [telefoonnummer] in gebruik bij [persoon 1]:

"[naam vrouw] (vrouw) [geboortedatum vrouw] [adres vrouw] Ze heeft een brief thuis gehad en ze wilt weten voor wat en of er ook nog andere mensen moeten komen". Na ontvangst van dit sms bericht heeft [verdachte] die dag omstreeks 12.50 uur telefonisch contact met [persoon 1] en zegt tegen hem: "Je weet wat het kost he?" 26

Na onderzoek van de logins accountnummer [accountnummer], behorende bij [verdachte], is gebleken dat middels dit account op 9 oktober 2008 van 13.45 t/m 13.49 "[naam vourw]" [naam vrouw] middels een zogenaamde "Keno-sleutel" in het politiesyteem X-pol is bevraagd. (Keno-sleutel" is een bevraging middels de eerste vier letters van de achternaam, de eerste letter van de voornaam(en) en de laatste 2 cijfers van het geboortejaar.)27

Op 9 oktober 2008 is [verdachte] onder observatie genomen. Tijdens deze observatie is gezien dat hij direct vanuit zijn werk naar [straatnaam] te Rotterdam rijdt en daar zijn auto parkeert. [persoon 1] stapt op de bijrijdersplaats in, korte tijd later weer uit en gaat binnen bij pand [nummer] aan [straatnaam]. Tevens stapt [verdachte] uit en korte tijd later wordt gezien dat [verdachte] [straatnaam] [nummer] verlaat.

Ook wordt gezien dat[persoon 1] daarna met een personenauto over [adres vrouw] te Rotterdam rijdt.28

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 8 primair

tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

op 9 oktober 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige

ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd gedaan ten gevolge of naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan

en

een gift heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen

immers heeft hij, verdachte

op 9 oktober 2008 enig geldbedrag (door [persoon 1] verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

op 9 oktober 2008 enig geldbedrag (aan [persoon 1] gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om

(vertrouwelijke) informatie te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 9 oktober 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond, behorende bij

- de naam "[naam 8]"

is bevraagd en geraadpleegd

en welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die [persoon 1] heeft verstrekt;

Feit 9 (onderzoek 16)

Op 18 oktober 2008 om 17.23 uur belt [verdachte] naar [persoon 1] en vraagt of hij wat heeft. [persoon 1] zegt dat het maandag wordt omdat hij dit weekend vrij is. Om 18.04 uur belt [persoon 1] met [naam] en zegt tegen hem dat het maandag wordt.

Op 20 oktober 2008 belt [verdachte] met [persoon 1] en vraagt hem of het nog doorgaat. [persoon 1] antwoordt: ja en zegt: check effe alles goed hè en ook een beetje papier. [verdachte] zegt: 1,50 hè.29

Naar aanleiding van bovenstaande is onderzoek verricht in de opgevraagde login gegevens van [verdachte]. Daarbij bleek dat middels het account van [verdachte] op 20 oktober 2008 een bevraging in het bedrjfsprocessensysteem is gedaan middels de kenosleutel [naam]. 30

Op 22 oktober 2008 te 20.41 uur belt [verdachte] met [persoon 1] en vraagt of hij die ding...die kaarten nog moet hebben.

Om 21.07 uur belt hij weer naar [persoon 1] en zegt voor de deur te staan en vraagt of hij naar binnen moet komen. Om 21.17 uur belt [persoon 1] naar [naam] en zegt er aan te komen en de kaarten voor [naam] te hebben.31

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 9 primair

tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

"hij in de periode van 18 oktober 2008 tot en met 22 oktober 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd gedaan, naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan

en

een gift heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen

immers heeft hij, verdachte

in de periode van 18 oktober 2008 tot en met 22 oktober 2008 een geldbedrag (door [persoon 1] verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en

in de periode van 18 oktober tot en met 22 oktober 2008 een geldbedrag (aan die[persoon 1] gevraagd, teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, in of omstreeks die periode in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond behorende bij

- de naam "[naam 9]"

is bevraagd en geraadpleegd

en welke informatie hij, verdachte, vervolgens aan die[persoon 1] heeft verstrekt;

Feit 10 (onderzoek 12 abusievelijk aangeduid als 18)

Op 7 november 2008 te 14.08 uur belt [persoon 1] met [verdachte] en kondigt aan een smsje te sturen. Om 15.10 uur ontvangt [verdachte] een sms bericht met de inhoud: [naam][geboortedatum], direct gevolgd door een sms bericht met de tekst: Moet papier hebben.

Van hetgeen door het beeldscherm werd weergegeven van de door [verdachte] gebruikte bedrijfscomputersystemen werd een digitale beeldscherm-afdruk gemaakt. Daaruit blijkt dat [verdachte] op 7 november 2008 om 16.17 uur [naam] heeft bevraagd in Xpol.32

Op 7 november omstreeks 16.18 uur zendt [persoon 1] een sms naar [verdachte] met de tekst: Hoe laat ben je klaar. [verdachte] stuurt om 16.25 uur een bericht retour met de vraag: Waar ben je. Om 16.33 uur stuurt hij opnieuw een bericht naar [persoon 1] met het verzoek te reageren omdat hij anders naar huis gaat en over 10 minuten in de stad is. Om 16.50 uur volgt er nog een sms bericht aan [persoon 1] met de mededeling dat hij nog 15 minuten in de stad is en dat hij het daarna maar uit moet zoeken.

[persoon 1] reageert om 17.42 uur richting [verdachte] en die stuurt om 17.43 uur weer een sms bericht terug met de mededeling dat hij nu thuis is en dat hij moet bellen. Om 17.45 uur stuurt [verdachte] een sms bericht naar [persoon 1] met de tekst: Ja hoe laat ben je er. 125 vergeet niet.

Om 17.56 uur stuurt [persoon 1] aan [verdachte] een sms bericht met de tekst: Die telefooncel doet het dus ik zie je over een 3kwartier zo. Direct daarop stuurt [verdachte] een reactie naar [persoon 1] dat als hij er niet om 18.45 uur is, hij dan weg zal gaan.

Om 18.42 uur belt [persoon 1] met [naam]. [persoon 1] zegt tegen hem dat hij dat ding zo heeft. Omstreeks 18.54 uur zendt [persoon 1] een sms bericht naar [verdachte] met de mededeling dat hij er is en dat hij open moet doen.33

Van hetgeen op het beeldscherm werd weergegeven van de door [verdacte] gebruikte bedrijfscomputersystemen werd een digitale beeldscherm-afdruk gemaakt, welke op dvd is

gebrand. In afzonderlijk proces-verbaal is gerelateerd het onderzoek naar de (2e) dvd, waarop de bevraging naar een persoon genaamd [naam] is gerelateerd.34

Gelet op het voorgaande en op de inhoud van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder

10 primair tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

"hij op 7 november 2008 te Lansingerland en Rotterdam, in zijn, verdachtes, functie van ambtenaar, te weten als medewerker basispolitiezorg werkzaam aan district [regio] van regiopolitie Rotterdam Rijnmond, in elk geval enige

ambtelijke functie,

een gift heeft aangenomen, wetende dat deze hem, verdachte, werd aangeboden naar aanleiding van

hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht,in zijn bediening is gedaan

en

een gift heeft gevraagd teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen immers heeft hij, verdachte

op 7 november 2008 een geldbedrag van 125 euro, althans enig geldbedrag (door die[persoon 1] verstrekt aan hem, verdachte) aangenomen, naar aanleiding van verstrekking van (vertrouwelijke) informatie,

en

op 7 november 2008 een geldbedrag van 125 euro, althans enig geldbedrag (aan die[persoon 1] gevraagd,

teneinde hem, verdachte, te bewegen om (vertrouwelijke) informatie te verstrekken,

welke informatie door hem, verdachte, op of omstreeks 7 november 2008 in het registratiesysteem X-pol, althans een of meer bedrijfsprocessensyste(e)m(en) van de

regiopolitie Rotterdam Rijnmond behorende bij

- de naam "[naam 10]"

is bevraagd en geraadpleegd

en welke informatie op of omstreeks 7 november 2008 aan die[persoon 1] is verstrekt;

Feit 12

Uit de inhoud van de in voetnoot 1 tot en met 34 vermeldde bewijsmiddelen is komen vast te staan dat de verdachte veelvuldig contact had met mensen buiten de

politieorganisatie met wie hij sprak over vertrouwelijke informatie. De verdachte heeft aan hem verstrekte kenteken- en persoonsgegevens opgezocht en nagekeken in de politiesystemen waarna hij ontmoetingen had met [persoon 1]. In diverse telefoongesprekken wordt in bedekte taal gesproken over geld: je weet wat het kost", "Bankoe hé"(bankoe is straattaal voor 50 euro), "125"," als jij die broek wel, wil hij 50".

Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 12 tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:

"hij in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 28 november 2008, te Lansingerland en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, een (of meer) geldbedrag(en) heeft witgewassen

immers heeft hij, verdachte, (een of meer) geldbedrag(en), te weten de opbrengst, die hij, verdachte, heeft genoten naar aanleiding van of ten

gevolge van verstrekking aan derden van (vertrouwelijke) informatie uit de bedrijfsprocessensystemen van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond

voorhanden gehad terwijl hij wist dat die geldbedragen -onmiddellijk of middelijk- afkomstig waren uit enig misdrijf en wel (telkens) een (of meer) geldbedrag(en) althans enig geldgedrag in of omstreeks de periode van 8 oktober 2008 tot en met 28 november 2008 door [persoon 1] en [persoon 3] verstrekt aan hem, verdachte;"

Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsvoering

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in bovengenoemde bewijsoverwegingen zijn vervat, op grond van de daarbij in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van het onder 1 primair, 3 primair,

4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair,

9 primair, 10 primair en 12 bewezenverklaarde:

De voortgezette handeling van

Als ambtenaar een gift aannemen, wetende dat deze hem gedaan wordt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn huidige bediening is gedaan, meermalen gepleegd.

en

Witwassen, meermalen gepleegd.

Ten aanzien van het onder 2 subsidiair bewezenverklaarde:

Opzettelijke schending van een ambtsgeheim.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

Strafmotivering

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte van het onder 2 primair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder 1 primair,

2 subsidiair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair en 12 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest.

Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.

Wat de verdere motivering van de op te leggen straf betreft zal het hof hier vrijwel woordelijk aansluiten bij hetgeen de rechtbank dienaangaande in het beroepen vonnis heeft overwogen, omdat het hof zich daarmee zo goed als geheel verenigt, terwijl die overwegingen ook in hoger beroep nog onverkort van toepassing zijn.

De verdachte heeft zich, in zijn hoedanigheid van politie-ambtenaar, meermalen schuldig gemaakt aan het tegen betaling verstrekken van informatie uit het

politieregistratiesysteem X-pol dan wel het bedrijfsprocessensysteem van de Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. Voorts heeft de verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan witwassen nu hij voor

zijn criminele activiteiten geld heeft ontvangen.

De verdachte heeft zijn criminele activiteiten ontplooid tijdens werktijd in de uitoefening van zijn functie als politie-ambtenaar bij de regiopolitie Rotterdam

Rijnmond. Voor een aantal bekenden van hem was duidelijk dat verdachte er niet afwijzend tegenover stond om hen tegen betaling informatie te verschaffen, waaraan zij

als gewone burger niet konden komen. Enerzijds is hij hiertoe door verschillende mensen benaderd, maar anderzijds stelde zichzelf in dit verband ook actief op door zijn medeverdachte [persoon 1] direct terug te bellen als hij een oproep had gemist en er achterheen te zitten dat er snel een ontmoeting tussen hen zou plaatsvinden. Evenals de rechtbank rekent het hof het de verdachte zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie en het in hem gestelde vertrouwen heeft geschonden. Een politieambtenaar neemt, gelet op zijn taak en functie, een bijzondere plaats in de samenleving in. Om die reden wordt van hem volledige integriteit en onkreukbaarheid verwacht. Verdachte heeft door zijn handelwijze ernstige schade toegebracht aan het imago van het korps van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond in het algemeen en zijn directe collega's in het bijzonder.

Op dergelijke ernstige feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van enige duur.

Het hof neemt evenals de rechtbank in aanmerking dat de verdachte tijdens zijn voorlopige hechtenis lange tijd in beperkingen heeft gezeten, hetgeen zijn verblijf in het huis van bewaring extra zwaar heeft gemaakt. Voorts houdt het hof rekening met het feit dat de verdachte alweer enige tijd op vrije voeten is en niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.

Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur alsmede een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 56, 57, 272, 363 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - en doet opnieuw recht.

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 primair,

2 subsidiair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair en 12 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.

Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden.

Bepaalt, dat een op 7 (zeven) maanden bepaald gedeelte van de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijke gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, te vervangen door hechtenis voor de tijd van 120 (honderdtwintig) dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht.

Dit arrest is gewezen door mr. G. Oosterhof, mr. H.M.A. de Groot en mr. L. Bakker-Splinter, in bijzijn van de griffier mr. M.C. Zuidweg.

Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 17 maart 2010.

Mr. L. Bakker-Splinter is buiten staat dit arrest te ondertekenen.

1 proces-verbaal van bevindingen, pv nr: 2008/0175/BIZ, documentcode 0810301630.AMB, blz 445-448 en tapgesprekken/sms berichten, documentcode 0810071054.T, blz. 431, 434 en 435 t/m 442

2 proces-verbaal van observeren, pv nr: 2008-10-08.A, documentcode 0810081045.AMB, blz 449-452.

3 proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], pv.nr: 2008/0175/BIZ, documentcode 0812081020.V01, blz 457-464.

4 Tapgesprekken/sms berichten proces-verbaal documentcode 0809292208.T, blz.481

5 proces-verbaal van bevindingen, pv nr: 2008/0175/BIZ, documentcode 0809301300.AMB, blz 486-491

6 Een PCS uitdraai, overzicht dienstrooster, documentcode 0811210000.DOC, blz.492

7 proces-verbaal van verhoor [persoon 2 ], pv nr:2008/0175/BIZ, documentcode 0812181423.V04, blz 509-517.

8 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], pv nr: 2008/0175/BIZ, documentcode 0812121130.V01, blz. 506-508

9 Tapgesprekken/sms berichten, documentcode 0810081754.T, blz. 525.

10 proces-verbaal van bevindingen, pv nr. 2008-0175-BIZ, documentcode 0811191100.AMB, blz. 531-535.

11 Tapgesprekken/sms berichten, documentcode 0810081754.T, blz. 526-530.

12 Tapgesprekken/sms berichten, documentcode 0810281440T, blz. 571.

13 proces-verbaal van bevindingen onderzoek logins X-pol, pv nr:2008/0175/biz, documentcode 0810301430.AMB, blz 575-585.

14 Tapgesprekken/sms berichten, documentcode 0810281440.T,

blz 572-574.

15 Proces-verbaal verhoor verdachte [persoon 1], pv nr: 2008/175 BZ, documentcode 0812221025.V02, blz. 593-595

16 Tapgesprekken/sms berichten, documentcode 0811031328.AMB, blz 670,

677-685.

17 processen-verbaal van bevindingen, pv nr: 2008/175/BIZ, documentcode 0811071600.AMB, blz. 686-689, en pv nr: 2008/0175/BIZ, documentcode 081110104.AMB, blz 690-691.

18 proces-verbaal van observatie, pv nr: 2008-11-05.B, documentcode 0811051000.AMB, blz 693-696.

19 Proces-'verbaal van verhoor verdachte [persoon 1], pv nr: 2008/175 BZ, documentcode 0812220950.V02, bLz 728.

20 Tapgesprekken, documentcode 0811211358.T, blz 995-1002

21 Proces-verbaal van bevindingen, pv nr: 2008/175/BIZ, documentcode: 0811261030.AMB, blz 1003-1008

22 Proces-verbaal van verhoor [persoon 3], pv nr: 2008/175/BIZ, documentcode: 0812221434.V05, blz 1015-1017

23 Tapgesprekken/sms berichten, documentcode 081010171703.T,

blz 1128-1129.

24 Proces-verbaal van bevindingen, pv nr: 2008/0175/biz, documentcode: 091051336.AMB, blz 1138-1141

25 Tapgesprekken/sms berichten, documentcode 0810171703.T, blz 1132-1136.

26 Algemeen proces-verbaal, pv nr: 2008/0175/BIZ, documentcode 0810082103.T, blz 1148-1151 en blz. 1158-1159.

27 proces-verbaal van bevindingen onderzoek logins [verdachte], pv nr: 2008-0175-BIZ, documentcode 0810151330.AMB, blz. 1165-1167.

28 proces-verbaaI van observeren, pv nr: 2008-10-09.B, documentcode 0810091515.AMB, blz. 1172-1174.

29 Tapgesprekken/sms berichten, documentcode 0810181723.T blz.

1190-1193

30 Proces-verbaal van bevindingen, pv nr: 2008-0175-BIZ, documentcode: 0904090800.AMB, blz. 1465-1466

31 Tapgesprekken documentcode 0810181723.T, blz 1190,1191, 1193 en 1202-1204

32 proces-verbaal van bevindingen, pv nr: 2008-0175-BIZ, documentcode:0904071330.AMB, blz. 1434

33 Algemeen proces-verbaal, pv nr: 2008/0175/BIZ met als bijlagen: tapgesprekken/sms berichten, documentcode:0811071408.AMB,

blz 1082-1100

34 proces-verbaal van bevindingen ontvangst dvd, pv nr: 2008/175/BIZ, documentcode:0811121112.AMB, blz. 1101 en proces-verbaal van bevindingen onderzoek dvd 02, pv nr: 2008/175/BIZ, documentcode:0811121301, blz.1102-1103