Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-08-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2537, 200.265.410_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-08-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2537, 200.265.410_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
6 augustus 2020
Datum publicatie
19 augustus 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:2537
Formele relaties
Zaaknummer
200.265.410_01

Inhoudsindicatie

Schending verschoningsrecht advocaten bij strafrechtelijk onderzoek/ diverse verzoeken in kader voorgenomen civiele zaak tegen de Staat/ samenhang met ECLI:NL:GHSHE:2019:1808/ advocaten hebben eigen belang bij geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht/ voorlopig getuigenverhoor niet bedoeld voor volledig waarheidsonderzoek/ strafrechtelijk kader rond gegevensvertrekking, met o.m. wet justitiële en strafvorderlijke gegevens/ onderzoek naar mogelijkheid van vooronderzoek ten behoeve van deskundigenonderzoek naar verspreiding geprivilegieerde gegevens binnen opsporingsapparaat/ aanhouding overige verzoeken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

Uitspraak : 6 augustus 2020

Zaaknummer : 200.265.410/01

Zaaknummer eerste aanleg : C/01/342354 / EX RK 19-6

in de zaak in hoger beroep van:

1 mr [appellant 1] ,

allen advocaat en kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,

appellanten in principaal appel,

geïntimeerden in incidenteel appel,

hierna afzonderlijk te noemen: respectievelijk [appellant 1] , [appellant 2] , [appellant 3] en [appellant 4] ,

hierna gezamenlijk te noemen: de Advocaten,

advocaat: mr. T.R.B. de Greve te Amsterdam,

tegen

de Staat der Nederlanden (het Openbaar Ministerie, de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en de Belastingdienst),

zetelende te Den Haag,

geïntimeerden in principaal appel,

appellanten in incidenteel appel,

hierna afzonderlijk te noemen: respectievelijk het OM, de FIOD of de Belastingdienst,

hierna gezamenlijk te noemen: de Staat,

advocaat: mr. I.C. Engels te Den Haag.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats

‘s-Hertogenbosch, van 5 juni 2019.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 3 september 2019, hebben de Advocaten verzocht, zoveel als mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voormelde beschikking te vernietigen en:

Verzoek 1: voorlopig getuigenverhoor

i. ter zake van de zowel in eerste aanleg als in hoger beroep genoemde feiten en omstandigheden een voorlopig getuigenverhoor te bevelen;

ii. met bepaling van de dag, het uur en de plaats waar de verhoren zullen plaatsvinden, en met bepaling van de dag waarop de Advocaten uiterlijk afschrift van dit verzoekschrift en de daarop te geven beschikking aan de Staat zullen moeten doen toekomen;

Verzoek 2: exhibitie ex art. 843a Rv e.a.

iii. de Staat te veroordelen tot afgifte binnen twee dagen na betekening van de ten deze te geven beschikking aan de Advocaten (ten kantore van hun advocaat mr. T.R.B. de Greve, Stibbe N.V., [adres] te [postcode] [kantoorplaats] ) van volledige en toegankelijke afschriften van:

a. alle Geprivilegieerde Gegevens;

a. alle fysieke en voorts alle digitale bescheiden - waaronder e-mails, sms, WhatsApp en overige digitale berichten - over de Geprivilegieerde Gegevens;

b. alle fysieke en voorts alle digitale bescheiden waarin een of meer van de Geprivilegieerde Gegevens geheel of gedeeltelijk zijn weergegeven of geheel of gedeeltelijk zijn bijgevoegd;

c. alle fysieke en voorts alle digitale bescheiden waarin één of meer van de Geprivilegieerde Gegevens geheel of gedeeltelijk geparafraseerd zijn weergegeven;

d. alle fysieke en voorts alle digitale bescheiden waaruit blijkt aan wie intern Geprivilegieerde Gegevens geheel of gedeeltelijk zijn verstrekt en/of doorgezonden en/of anderszins verspreid;

e. alle fysieke en voorts alle digitale bescheiden waarin naar Geprivilegieerde Gegevens wordt verwezen of waarin Geprivilegieerde Gegevens zijn gebruikt;

f. alle fysieke en voorts alle digitale bescheiden waaruit blijkt aan wie extern Geprivilegieerde Gegevens geheel of gedeeltelijk zijn verstrekt;

g. alle fysieke en voorts alle digitale bescheiden waaruit blijkt wie wetenschap had of heeft van de (delen van de) Geprivilegieerde Gegevens;

h. alle FIOD-journaals welke betrekking hebben op [onderneming] c.s. (in ieder geval het onderzoek “ [codenaam] ”);

i. de gegevens van een ieder die enige (vorm van) betrokkenheid heeft gehad bij het onderzoek naar de Geprivilegieerde Gegevens dan wel daar (op enigerlei wijze) kennis van heeft dan wel zou kunnen hebben genomen;

j. de bestanden waarin de logins zijn geregistreerd ten aanzien van de systemen die zijn gebruikt bij de Schendingen,

op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 50.000,-- en voorts een

periodieke dwangsom van € 25.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat niet, niet geheel of niet tijdig aan dit bevel wordt voldaan;

subsidiair de Staat te veroordelen tot het geven van inzage op straffe van verbeurte van voornoemde dwangsommen;

iv. de Staat te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van de ten deze te geven beschikking:

k. schriftelijk, onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig aan de in het verlof van 4 januari 2019 (productie 36) aangestelde gerechtelijk bewaarder ( [gerechtelijk bewaarder] ) instructie te verstrekken tot onmiddellijke afgifte (subsidiair: inzage) van al hetgeen op grond van voornoemd verlof in bewaring is genomen, aan de Advocaten;

l. van voornoemde instructie deugdelijk en volledig afschrift aan de advocaat van de Advocaten (mr. T.R.B. de Greve, Stibbe N.V., [adres] te [postcode] [kantoorplaats] ) te verstrekken;

op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 50.000,-- en voorts een

periodieke dwangsom van € 25.000,-- per dag of gedeelte daarvan als niet, niet geheel of niet tijdig aan dit bevel wordt voldaan;

Verzoek 3: voorlopig deskundigenbericht

v. één of meer deskundigen te benoemen;

vi. de deskundige(n) op te dragen onderzoek te doen naar:

a. de wijze waarop, hoe en waar het OM de Geprivilegieerde Gegevens heeft opgeslagen;

b. de wijze waarop, hoe en waar de FIOD de Geprivilegieerde Gegevens heeft opgeslagen;

c. de wijze waarop, hoe en waar de Staat de Geprivilegieerde Gegevens heeft opgeslagen;

d. de wijze waarop en de mate waarin de Geprivilegieerde Gegevens toegankelijk waren (en zijn), wanneer, gedurende welke periode en voor wie;

e. de wijze waarop en de mate waarin de Geprivilegieerde Gegevens zijn verspreid, wanneer, gedurende welke periode, door wie en aan wie;

f. wie (zowel binnen als buiten het OM en/of de FIOD) op welk moment kennis heeft genomen of heeft kunnen nemen van (delen van) de Geprivilegieerde Gegevens;

g. de vraag of de door de Staat op grond van het verlof van 4 januari 2019 afgegeven kopieën van de Bescheiden volledig en exact overeenkomen met de originele Bescheiden;

h. de vraag of ná dinsdag 8 januari 2019 te 10.00 uur (het moment waarop de Bescheiden in bewijsbeslag zijn genomen op grond van het verlof d.d.

4 januari 2019, productie 36) de Bescheiden op enige wijze gewijzigd zijn en, zo ja, welke wijzigingen dat dan betreft;

i. al hetgeen overigens blijkt uit de metadata ten aanzien van hetgeen met de Bescheiden en/of de Geprivilegieerde Gegevens is gebeurd;

en daaromtrent een schriftelijk verslag uit te brengen, met zo veel als mogelijk bijvoeging van de gegevens en bescheiden waarop de bevindingen zijn gebaseerd;

vii. de Staat te bevelen volledige en onmiddellijke medewerking te verlenen en te blijven verlenen aan het onderzoek door de deskundige(n), op straffe van verbeurte van eenmalige dwangsom van € 50.000,-- en voorts een periodieke dwangsom van € 25.000,-- per dag of gedeelte daarvan als niet, niet geheel of niet tijdig aan dit bevel wordt voldaan;

viii. de te benoemen deskundige(n) te vragen de kosten te begroten en te bepalen dat de Staat (subsidiair: de Advocaten) binnen een door het gerechtshof te bepalen termijn ter zake een voorschot voldoet op een door het hof te bepalen wijze;

ix. met bepaling van de dag waarop de Advocaten uiterlijk afschrift van het inleidende verzoekschrift, dit beroepschrift en de daarop te geven beschikking aan de Staat zullen moeten doen toekomen;

Proces- en beslagkosten

x. de Staat ten aanzien van ieder van de verzoeken zowel in eerste aanleg als ook in hoger beroep te veroordelen in de proceskosten inclusief de gebruikelijke nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over beide voornoemde bedragen vanaf 2 weken na de ten deze te wijzen beschikking tot de dag van algehele voldoening;

xi. de Staat te veroordelen tot vergoeding van alle kosten ex artikel 706 Rv, vermeerderd met de wettelijke rente over voornoemde kosten vanaf 1 september 2019 tot de dag van algehele voldoening.

2.2.

Bij verweerschrift tevens houdende incidenteel appel en met producties, ingekomen ter griffie op 21 oktober 2019, heeft de Staat verzocht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:

In incidenteel appel

- het op de voet van artikel 28 Rv uitgesproken mededelingsverbod te vernietigen en alsnog af te wijzen;

In principaal appel

- de bestreden beschikking voor het overige te bekrachtigen;

In incidenteel en principaal appel

- de Advocaten te veroordelen in alle kosten van het hoger beroep, met bepaling dat daarover wettelijke rente is verschuldigd vanaf de vijftiende dag na de datum van de te wijzen beschikking en om de nakosten te begroten op € 157,--, te verhogen met

€ 82,-- in geval van betekening.

2.3.

Bij verweerschrift in het incidenteel hoger beroep, ingekomen ter griffie op 7 november 2019, hebben de Advocaten verzocht bij beschikking, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

i. de Staat niet- ontvankelijk te verklaren althans het incidenteel beroep van de Staat te verwerpen;

ii het door de Staat bestreden deel van de beschikking d.d. 5 juni 2019 te bekrachtigen;

iii de Staat te veroordelen in de proceskosten inclusief de gebruikelijke nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over beide voornoemde bedragen vanaf twee weken na de ten deze te wijzen beschikking tot de dag der algehele voldoening

2.4.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 november 2019. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

-

Namens de Advocaten [appellant 2] en [appellant 3] , begeleid door mrs. De Greve en Winkels;

-

Namens de Staat mevrouw [opsporingsambtenaar/rechercheur 1] en de heren [recherche-officier van justitie] , [vertegenwoordiger van de Staat] , en [officier van justitie 1] , begeleid door mrs. Engels, S.M. Kingma en R.W. Veldhuis.

In de zaal was naast publiek en pers verder nog aanwezig mr. [kantoorgenoot] , een kantoorgenoot van mr. Engels .

2.5.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

- de ter zitting van dit hof respectievelijk overgelegde en voorgedragen pleitnotities van mr. De Greve en de pleitnota van mrs. Veldhuis en Engels.

2.6.

Deze uitspraak is ernstig vertraagd door diverse van buiten komende omstandigheden, hetgeen het hof uitdrukkelijk betreurt.

3 De beoordeling

2 Artikel 3, derde en vierde lid, is van toepassing.

2 Artikel 3, derde en vierde lid, is van toepassing.

1 Uitgangspunten

2 Contra-indicatie

3 De ontvangers

4 Verstrekking aan overige ontvangers

4 De beslissing