Hoge Raad, 12-07-2011, BQ4287, 10/01939 B
Hoge Raad, 12-07-2011, BQ4287, 10/01939 B
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 juli 2011
- Datum publicatie
- 13 juli 2011
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2011:BQ4287
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BQ4287
- Zaaknummer
- 10/01939 B
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Beklag, beslag, art. 552a Sv. HR: 81 RO met verwijzing naar HR LJN BP4663.
Uitspraak
12 juli 2011
Strafkamer
nr. 10/01939 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Rotterdam van 21 april 2009, nummer RK 07/1059, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats] en [klager 2].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door Officier van Justitie. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Nadien is bij de Hoge Raad binnengekomen een brief van de raadsman van de klagers, mr. D.V.A. Brouwer, advocaat te Utrecht.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 24 mei 2011, LJN BP4663, NJ 2011/262).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2011.