Hoge Raad, 07-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1272, 16/03472
Hoge Raad, 07-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1272, 16/03472
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 7 juli 2017
- Datum publicatie
- 7 juli 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:1272
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:470, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2016:1180, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 16/03472
- Relevante informatie
- Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023], Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81, Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024], Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024] art. 33, Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024] art. 35, Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024] art. 37, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025], Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 627, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 628, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 677, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 680, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 681, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025], Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Tekst geldig vanaf 01-07-2024 tot 01-01-2025] art. 25
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Arbeidsovereenkomst met statutair bestuurder; overeenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd? Geëindigd door opzegging? Aanvulling rechtsgronden? Weging gevolgen van het ontslag.
Uitspraak
7 juli 2017
Eerste Kamer
16/03472
RM/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. J. den Hoed,
t e g e n
ORTHOCENTER N.V.,
gevestigd te Purmerend,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. N.T. Dempsey.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Orthocenter.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/l5/196338/HA ZA 12-443 van de rechtbank Noord-Holland van 18 februari 2015;
b. de arresten in de zaak 200.169.644/01 van het gerechtshof Amsterdam van 14 juli 2015 en 29 maart 2016.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof van 29 maart 2016 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld.
De cassatiedagvaarding en het herstelexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Orthocenter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Orthocenter heeft voorts gevorderd de toe te wijzen proceskostenvergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 31 mei 2017 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.