Hoge Raad, 25-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:333, 21/00553
Hoge Raad, 25-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:333, 21/00553
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 25 februari 2022
- Datum publicatie
- 25 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:333
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2020:3096, Bekrachtiging/bevestiging
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:1038, Gevolgd
- Zaaknummer
- 21/00553
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontbinding op verzoek werkgever op de g-grond. Afwijzing verzoek werknemer om toekenning billijke vergoeding. Klachten op beide onderdelen.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/00553
Datum 25 februari 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: [verzoekster],
advocaat: N.T. Dempsey,
tegen
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ABN AMRO,
advocaten: J.P. Heering en F.M. Dekker.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
de beschikking in de zaak 7547951 EA VERZ 19-115 van de kantonrechter te Amsterdam van 18 juni 2019;
-
de beschikking in de zaak 200.266.107/01 van het gerechtshof Amsterdam van 10 november 2020.
[verzoekster] heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
ABN AMRO heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- -
-
verwerpt het beroep;
- -
-
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ABN AMRO begroot op € 913,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.E. du Perron en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 25 februari 2022.