Hoge Raad, 12-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:693, 22/01448
Hoge Raad, 12-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:693, 22/01448
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 mei 2023
- Datum publicatie
- 12 mei 2023
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:693
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:317, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2022:140, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 22/01448
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Matiging contractuele bonusaanspraak door werkgever.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/01448
Datum 12 mei 2023
ARREST
In de zaak van
ENTERPRISE SERVICES NEDERLAND B.V. h.o.d.n. DXC TECHNOLOGY,
gevestigd te Rijswijk,
EISERES tot cassatie,
hierna: DXC,
advocaat: S.F. Sagel,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: R.L.M.M. Tan.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 7272035 CV EXPL 18-22684 van de kantonrechter te Amsterdam van 13 december 2018, 21 maart 2019 en 5 maart 2020;
b. het arrest in de zaak 200.278.795/01 van het gerechtshof Amsterdam van 18 januari 2022.
DXC heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerder] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt DXC in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien DXC deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 12 mei 2023.