Rechtbank Rotterdam, 30-03-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:2673, KTN-9609779_30032022
Rechtbank Rotterdam, 30-03-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:2673, KTN-9609779_30032022
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 30 maart 2022
- Datum publicatie
- 11 april 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2022:2673
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2023:75
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2023:2332, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- KTN-9609779_30032022
Inhoudsindicatie
arbeid; ontbinding; e-grond; seksueel grensoverschrijdend gedrag
Uitspraak
Zaaknummer: 9609779 \ HA VERZ 21-110
uitspraak: 30 maart 2022
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster]
,
gevestigd te [vestigingsplaats verzoekster],
verzoekster en verweerster,
gemachtigde: mr. A.H.B. Balm en mr. N.Y. Solisa,
tegen
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats verweerder] ,
verweerder en verzoeker,
gemachtigde: mr. F.A. Verberk-Elich.
Partijen worden hierna aangeduid als “[verzoekster]” en “ [verweerder] ”.
1 Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure volgt uit het volgende:
- -
-
het verzoekschrift, ontvangen ter griffie op 29 december 2021, met producties;
- -
-
het verweerschrift, tevens houdende zelfstandige (voorwaardelijke) tegenverzoeken, met producties.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 februari 2022. Van de zijde van [verzoekster] zijn [naam 1] (hierna: [naam 1] ), Executive Vice President van [naam bedrijf 1] (hierna: [naam bedrijf 1] ), en [naam 2] (hierna: [naam 2] ), HR Director, verschenen, bijgestaan door de gemachtigden. [verweerder] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Van hetgeen op de zitting is besproken heeft
de griffier aantekening gemaakt.
De uitspraak van de beschikking is nader bepaald op heden.
2 De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten:
-
[verweerder] , geboren op [geboortedatum verweerder] , is per [datum] in dienst getreden bij [naam bedrijf 2] Deze vennootschap heeft op 1 december 1996 [naam bedrijf 3] overgenomen, waarbij de naam is gewijzigd in [naam bedrijf 4] , welke naam later is gewijzigd in [naam bedrijf 5] Per 1 september 2018 is de vennootschap overgenomen door [naam bedrijf 1] . Per 1 januari 2019 is [verweerder] aangesteld in de functie van [functie] van [verzoekster] tegen een loon van € 7.673,40 bruto exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.
-
[verweerder] is als [functie] eindverantwoordelijk voor de gehele bedrijfsvoering van [verzoekster], een zelfstandige locatie van [naam bedrijf 1] . Tevens is [verweerder] lid van het Management Team van [naam bedrijf 1] . [verweerder] heeft bij [verzoekster] een ‘stand-alone’ positie met veel autonomie, waarbinnen hij direct en indirect een team van ruim 100 medewerkers aanstuurt. [verweerder] is in het bijzonder verantwoordelijk voor de aansturing van het Warehouse gedeelte van de werkzaamheden en voor het uitbreiden en onderhouden van klantrelaties. Daarnaast is [verweerder] verantwoordelijk voor de naleving van de richtlijnen en gedragsregels van [naam bedrijf 1] . [verweerder] rapporteert aan [naam 1] .
3 In de tussen [verweerder] en [naam bedrijf 1] overeengekomen optieregeling is het volgende bepaald: 8 Termination of employment/affiliation with the Company
Termination by the Option Holder
If the Option Holder terminates his or her employment contract with the Employer before the Option Holder has exercised the share options granted under this Option, all rights to purchase Shares under this Option cease without notice or compensation at the date of cessation of the employment, provided that such cessation is not contrary to statutory legislation.
However, this does not apply if
[…]
• the Option Holder resigns due to a material breach of contract by the Employer;
4. Bij brief van 18 december 2019 heeft [verweerder] een officiële waarschuwing ontvangen voor het laten werken van zijn twee kinderen in zijn vestiging, hetgeen in strijd is met de Code of Conduct van [naam bedrijf 1] .
5. Op 12 september 2021 heeft [verzoekster] van [naam 3] (hierna: [naam 3] ) een handgeschreven en op een later moment ook door haar ondertekende klachtbrief ontvangen, waarin zij melding maakt van autoritair handelen en seksueel grensoverschrijdend gedrag van de zijde van [verweerder] . Naar aanleiding hiervan heeft [verzoekster] een onderzoek ingesteld naar [verweerder] en met medewerkers gesproken.
6. Op 20 oktober 2021 heeft op de locatie [locatie] onaangekondigd een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] , [naam 1] en [naam 2] . Tijdens het gesprek heeft [naam 1] aan [verweerder] meegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst zou worden beëindigd als gevolg van grensoverschrijdend gedrag. [verweerder] is vervolgens direct op non-actief gesteld en hem is de toegang tot de werkvloer ontzegd.
7. Bij e-mailbericht van 21 oktober 2021 heeft [verweerder] aan [naam 1] en [naam 2] bericht dat hij een dag eerder geheel onverwachts te horen heeft gekregen dat er klachten zijn binnengekomen, als gevolg waarvan hij naar huis is gestuurd en onder protest zijn laptop en toegangspas heeft ingeleverd. Voorts stelt hij dat hem de reden van het besluit onduidelijk is en niet verder is toegelicht en dat hij beschikbaar is om zijn werkzaamheden te hervatten.
8. Bij brief van 22 oktober 2021 heeft [verzoekster] aan [verweerder] het volgende bericht:
Ondergetekende en HR Director [naam 2] hebben op woensdag 20 oktober in een gesprek aangegeven dat wij het dienstverband tussen [verzoekster] en jou zullen beëindigen.
De voornaamste reden hiervoor is dat wij recent hebben geconstateerd dat jij je met regelmaat schuldig hebt gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag, zowel in woorden als in daden. In een korte periode heeft een aantal medewerkers zich gemeld, die hierover verklaringen hebben afgelegd. Dit grensoverschrijdende gedrag varieert van seksueel getinte opmerkingen richting vrouwelijke medewerkers, fysiek intimiderend gedrag richting medewerkers, het op een niet respectvolle manier benaderen van medewerkers tot het op een ongewenste wijze aanraken van medewerkers. Wij hebben moeten vaststellen dat er bij [verzoekster] een werksituatie is ontstaan die door medewerkers als onveilig wordt ervaren. Dit heeft, naast de klachten van jouw collega’s, onder meer geleid tot een hoog ziekteverzuim én een hoog verloop onder het middenkader. Dit is voor ons onacceptabel. Als [naam bedrijf 1] willen wij medewerkers een veilige en plezierige werkplek bieden en vervul jij hier als [functie] een voorbeeldrol in. Deze voorbeeldrol heb jij op geen enkele wijze ingevuld. Tenslotte zijn door het verloop van medewerkers ook de prestaties in het warehouse onder druk komen te staan. Als eindverantwoordelijke van [verzoekster] ben jij hier verantwoordelijk voor.
In december 2019 heb je een officiële waarschuwing ontvangen waarin tevens is afgesproken dat jij deze voorbeeldrol in je gedrag leidend zou laten zijn en je respectvol zou opstellen. Het is duidelijk dat hier geen opvolging aan is gegeven.
Voorts heb ik aangegeven dat in strijd met onze Code of Conduct (waarvoor jij een training hebt gevolgd) er een medewerkster onder leiding van haar moeder aan het werk is gegaan. Jij bent hier actief van op de hoogte geweest en hebt hier geen maatregelen tegen genomen, terwijl je uit eigen ervaring door tewerkstelling van je eigen kinderen in 2019, wist, dat dit in strijd is met de Code of Conduct van [naam bedrijf 1] .
9. [naam 4] (hierna: [naam 4] ) heeft bij e-mailbericht van 29 oktober 2021 aan [naam 2] schriftelijk haar ervaringen met [verweerder] gedeeld.
10. Bij brief van 3 november 2021 heeft de gemachtigde van [verweerder] gereageerd en [naam 1] bericht dat [verweerder] zich op geen enkele manier kan herkennen in het door [verzoekster] gestelde grensoverschrijdende gedrag.
11. Bij brief van 9 november 2021 heeft de gemachtigde van [verzoekster] aan de gemachtigde van [verweerder] bericht dat [verzoekster] in korte tijd zoveel gebeurtenissen ter ore zijn gekomen dat van haar niet langer gevergd kan worden dat zij het dienstverband met [verweerder] voortzet. Als bijlage zijn de klacht van [naam 3] alsmede de gespreksverslagen met [naam 5] (hierna: [naam 5] ) d.d. 26 oktober 2021 en 13 september 2021, [naam 6] (hierna: [naam 6] ) d.d. 27 oktober 2021 en de eigen ervaringen van [naam 4] meegezonden.
11. Bij e-mailbericht van 24 november 2021 heeft [naam 7] (hierna: [naam 7] ) [naam 2] over zijn ervaringen met [verweerder] geïnformeerd.
13. Bij e-mailberichten van 11 december 2021 en 12 december 2021 hebben [naam 5] respectievelijk [naam 6] hun eerder met [naam 4] besproken eigen ervaringen met [verweerder] op papier gezet en aangevuld.