Home

Raad van State, 12-07-2024, ECLI:NL:RVS:2024:2835, BRS.24.000249

Raad van State, 12-07-2024, ECLI:NL:RVS:2024:2835, BRS.24.000249

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
12 juli 2024
Datum publicatie
17 juli 2024
ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2835
Formele relaties
Zaaknummer
BRS.24.000249

Inhoudsindicatie

Bij besluit van 6 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

Uitspraak

BRS.24.000249

ECLI:NL:RVS:2024:2835

Datum uitspraak: 12 juli 2024

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 20 juni 2024 in zaak nr. NL24.23608 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

de minister van Asiel en Migratie.

Procesverloop

Bij besluit van 6 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

Bij uitspraak van 20 juni 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Ben Ahmed, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld.

Overwegingen

1. Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering onder 8 van de uitspraak van de rechtbank over.

1.1. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).

2. De Afdeling ziet ook ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.

w.g. Poorter

lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Schipper

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 12 juli 2024

872