TAP 2023/51 - Art. - Vogelvrij werken in de cloud?

TAP 2023/51

TAP 2023/51 - Art. - Vogelvrij werken in de cloud?

mDBB
mr. D. Buisman BScAdvocaat bij Van Doorne N.V. en docent-onderzoeker te Amsterdam.

Er is de afgelopen tijd veel te doen geweest over ‘streamen’. In deze bijdrage staat centraal wat de economische activiteit streamen is en bij welke arbeidsrechtelijke regulering streamers kunnen worden geïncludeerd. Eenmaal bekend met typologieën streamers en hun verdienmodellen wordt het arbeidsomstandighedenrecht, wettelijk minimumloon en minimumvakantietoeslag en socialezekerheidsrecht onderzocht. Er wordt grotendeels weggebleven van de kwalificatievraag, maar de rechtsvermoedens worden voorts onderzocht omdat streamers hiermee geïncludeerd kunnen worden in titel 7.10 BW. Er wordt extra aandacht besteed aan de arbeidsrechtelijke regulering rondom minderjarigen, aangezien streamen tot de populairste toekomstige beroepen behoort onder jongeren en relatief jong kan worden ontdekt.

1. Aanleiding en probleemstelling

Er is de afgelopen tijd veel te doen geweest over ‘streamen’. Om een aantal voorbeelden te noemen: in het blog ‘Bibi werkt als YouTuber’ werd de vraag opgeworpen of het verbod op kinderarbeid niet van toepassing is op de relatie tussen YouTube en de 9-jarige Bibi, die bijna 400.000 abonnees heeft op haar wekelijkse streams.1 Vervolgens verscheen de documentaire ‘Mijn dochter de vlogger’, over minderjarigen die marktaandeel proberen te vergaren met hun streams, en meer recentelijk stopte vlogger Monica Geuze nadat zij als één van de eerste streamers in Nederland honderdduizenden kijkers aan zich wist te binden.2

Streamen is een serieuze economische activiteit geworden door middel van tutorials, podcasts, vlogs en andere varianten. Een mooie aanleiding om eens te bekijken welke regels al dan niet van toepassing zijn. De hoofdvraag van dit artikel luidt wat de economische activiteit streamen is en bij welke arbeidsrechtelijke regulering streamers kunnen worden geïncludeerd. Aangezien streamen tot de populairste toekomstige beroepen onder jongeren behoort en streamtalent relatief jong kan worden ontdekt, wordt extra aandacht besteed aan de arbeidsrechtelijke regulering rondom minderjarigen.3 Er wordt grotendeels weggebleven van de vraag of ergens in de contractuele relatie sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van Boek 7 BW. Het uitgangspunt in deze bijdrage is dat een arbeidsovereenkomst ontbreekt.

2. Definitie en typologieën

Bij de techniek van streamen wordt in een doorlopende stroom van gegevens beeldmateriaal verzonden. Hierdoor kunnen dagelijks honderden miljoenen kijkers, al dan niet in real-time, direct interacteren met hun favoriete streamers op één of meerdere streamplatforms.

Dit zijn in de praktijk (vrijwel) uitsluitend streamplatforms YouTube of Twitch, vanwege hun gigantische marktaandeel.4 Kenmerkend aan streamen is dat streamers zichzelf voor de interactie met kijkers in het beeldmateriaal integreren.5

Bijvoorbeeld door middel van een webcam of microfoon. Streamen onderscheidt zich daarmee van televisie, videoplatformen (bijvoorbeeld Netflix of Videoland) en mediaplatformen (bijvoorbeeld Spotify of SoundCloud), welke ook wel eens streamingmedia worden genoemd.

Er kunnen drie typologieën streamers worden geïdentificeerd: streamers van videogames, streamende influencers en streamers van e-commerce. Het gaat daarbij om streamers die geen equivalent in de analoge wereld hebben. De streamende yogaleraar op YouTube valt bijvoorbeeld buiten de reikwijdte van dit artikel omdat streamen dan slechts een toevoeging is op de fysieke werkplek. Overlap tussen de verschillende typologieën is mogelijk.

2.1 De streamer van videogames

Streamers kunnen niet worden losgezien van de manier waarop de game-industrie is uitgegroeid tot een miljardenindustrie. Deze ontwikkeling is aanleiding geweest voor een toenemend aantal culturele gamegemeenschappen waarin populariteit van tutorialvideo’s (‘Let’s-Play beeldmateriaal’) en competitieve videogames is ontstaan.6 Het streamen hiervan is voor sommige gelukkigen, althans zo wordt dat toch door velen gezien, een manier om behoorlijk geld te verdienen. Geïnspireerd op het onderscheid uit de sportwereld ziet dit artikel uitsluitend op topstreamers, omdat bij hen de kans aanwezig is dat inkomsten worden gegenereerd met het streamen.7 Topstreamers variëren van breedtestreamers (of in terminologie een ‘noobs’), waarbij videogames toegankelijk en hobbymatig worden gestreamd, en beroepsstreamers, waarvan de arbeidsrechtelijke regulering duidelijk(er) is vanwege een arbeidsovereenkomst met bijvoorbeeld een gamebedrijf of sportclub.

2.2 De streamende influencer

Mede geïnspireerd door de ontwikkelingen in de game-industrie zijn adverteerders zich steeds meer op de streamwereld gaan richten, met toepassing van influencer-marketing.8 Hierbij ontvangen streamende influencers gratis producten of worden zelfs betaald om producten en diensten te vermelden in hun beeldmateriaal.9 Het succes hiervan is bijvoorbeeld aanleiding geweest om (aanvullende) transparantieverplichtingen te reguleren in het mediarecht.10 Een eenduidige definitie van de streamende influencer ontbreekt, maar verwijst naar een streamer met significante invloed op een eigen kijkerspubliek vanwege zijn of haar aanwezigheid op één of meerdere streamplatforms.11 Het is goed mogelijk dat de streamende influencer uiteindelijk, net zoals een ‘reguliere’ beroemdheid, ook veel te zien is buiten de streamplatforms. Nikkie de Jager werd bijvoorbeeld door NikkieTutorials wereldberoemd met instructievideo’s over cosmetica, maar is nu ook op allerlei manieren actief op klassieke mediaplatforms zoals radio- en televisiezenders.

2.3 De streamer van e-commerce

De e-commerce heeft zich recentelijk nog meer laten inspireren door de marketingmogelijkheid van de streamwereld.12 Streamers worden vooral buiten Europa in toenemende mate ingezet om op speciaal daarvoor bestemde streamplatforms producten en diensten te verkopen. Kenmerkend hieraan is dat het gemak van online winkelen wordt gecombineerd met de entertainmentaspecten van streamen.13 De populariteit hiervan kreeg een enorme impuls nadat Taoboa, de Chinese online marktplaats van miljardenbusiness Alibaba, vijf jaar geleden met veel succes een real-time videofunctie implementeerde om de gebruikersbetrokkenheid te verbeteren.14 De streamers van e-commerce staan in Nederland nog in de kinderschoenen en blijven daarom verder buiten beschouwing in dit artikel, maar het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat ook hier streamplatforms (mede) worden ingericht voor e-commerce.

3. Het verdienmodel van streamers

Het gaat de reikwijdte van dit artikel te buiten om een volledig beeld te geven van elk verdienmodel van de typologieën streamers. Dat vraagt om nader juridisch-empirisch onderzoek. Op basis van beschikbare literatuur en enig eigen onderzoek kan in ieder geval het volgende worden genoemd. De streamers hebben met elkaar gemeen dat, ondanks accentverschillen, inkomsten worden gegenereerd via één of meerdere van de volgende inkomstenbronnen: kanaallidmaatschappen, kijkersaantallen, advertentie-inkomsten, donaties en sponsoring. Streamers hebben daarnaast met elkaar gemeen dat hun inkomstenbronnen afhankelijk zijn van streamplatforms en daarom in de praktijk van YouTube en Twitch.

Kanaallidmaatschappen zijn kijkersabonnementen bij streamplatforms welke toegang geven tot het streamkanaal van de streamer, onder vermelding van een gebruikersnaam. De vermelding van een gebruikersnaam is een belangrijk onderdeel van het verdienmodel omdat abonnementhouders (of in terminologie: ‘subscribers’) op die manier kunnen interacteren met de streamer en andere abonnementhouders.15 Een streamer genereert inkomsten gebaseerd op het aantal kanaallidmaatschappen, hetgeen invloed heeft op de inkomsten uit kijkersaantallen en advertentie-inkomsten. Bijvoorbeeld omdat advertentieruimte rondom het streamkanaal wordt geveild aan adverteerders.16 Dit is vooral op YouTube een grote inkomstenbron omdat de advertentieruimte, met behulp van AdSense-veiling, Google Ad Manager en andere YouTube-verkoopbronnen, gebaseerd op gebruikersprofielen wordt geveild.17

Doneren is een andere manier om inkomsten te genereren waarbij een schenking wordt aangemoedigd.18 Streamers moedigen dit op allerlei creatieve manieren aan door bijvoorbeeld periodieke donatietargets te delen, donateurs persoonlijk te bedanken tijdens het (live)streamen en kansspelen te organiseren gebaseerd op donaties.19 Dit is vooral kenmerkend voor Twitch, waarin zelfs met de eigen virtuele munteenheid ‘bits’ wordt gedoneerd (of in terminologie: ‘cheering’). Een laatste methode om inkomsten te genereren is het verkrijgen van sponsoring. Dit element vloeit voort uit klassiekere tradities van verschillende soorten sponsoring, gaat veelal buiten het streamplatform om en blijft verder buiten beschouwing.20

Streamplatforms YouTube of Twitch zijn niet alleen vanwege hun gigantische marktaandeel niet meer weg te denken uit de praktijk, maar ook omdat zij voorwaarden hanteren voor het verkrijgen van de bovengenoemde inkomstenbronnen.21 De vereisten om (op verzoek) inkomsten te kunnen genereren staan in het YouTube-Partnerprogramma, Twitch Affiliate Program en Twitch Partner Program.22 Ik noem een aantal voorbeelden. Toelating tot het YouTube-Partnerprogramma vereist dat een streamkanaal in de afgelopen twaalf maanden vierduizend kijkuren heeft bereikt en is gekoppeld aan minimaal 1.000 abonnementhouders.23 Het Affiliate Program vereist voor toelating dat in de afgelopen dertig dagen, verspreid over minimaal zeven dagen, minimaal acht uur is gestreamd.24 Het Twitch Partner Program vereist zelfs vijfhonderd minuten streamtijd die is verspreid over twaalf dagen en bovendien zijn allerlei beleidsregels van toepassing verklaard.25

4. Welke (beschermende) arbeidsrechtelijke regulering?

Een belangrijke en lastige vraag die tot nu toe is blijven liggen, is de vraag bij welke arbeidsrechtelijke regulering streamers geïncludeerd kunnen worden. Het uitgangspunt daarbij is dat een arbeidsovereenkomst ontbreekt. Gezien de parlementaire geschiedenis van het ‘recht der arbeiders’ zou kunnen worden gedacht dat arbeidsrechtelijke regulering dan ontbreekt.26 Er bestaat echter een hele waaier aan arbeidsverhoudingen die geheel of gedeeltelijk een eigen arbeidsrechtelijke regulering hebben gekregen. Bijvoorbeeld voor de leraar, de bestuurder, de (deeltijd) huishoudelijk werker en de oudere werknemer.

Streamers zijn nog geen specifiek omlijnde beroepsgroep. Logischerwijs ontbreekt er daarom een eigen arbeidsrechtelijke regulering, maar toch is er gefragmenteerd arbeidsrechtelijke regulering aanwijsbaar waarbij streamers potentieel geïncludeerd kunnen worden. De regulering inzake minderjarige streamers verdient in dit verband extra aandacht vanwege de leeftijdsgebonden vaardigheden, zoals vingervlugheid en mentaal uithoudingsvermogen, bij het streamen van videogames en de groei van het aantal streamende minderjarige (kinder)influencers.27 Hieronder volgt een verkenning van relevante arbeidsrechtelijke regulering.

4.1 Rechtsvermoedens

Zoals in de aanleiding en probleemstelling (par. 1) is aangestipt, wordt in deze bijdrage tot uitgangspunt genomen dat streamers niet werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Niettemin wordt eerst verkend in hoeverre streamers een succesvol beroep kan toekomen op het rechtsvermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst (art. 7:610a BW), nu streamers hier immers wel bij gebaat kunnen zijn. Op grond van art. 7:610a BW geldt dat, indien drie opeenvolgende maanden wekelijks, dan wel gedurende ten minste twintig uur per maand, arbeid wordt verricht tegen beloning voor een ander, de betreffende relatie wordt vermoed een arbeidsovereenkomst te zijn.28 Een andere schriftelijke overeenkomst dan een arbeidsovereenkomst is dan op zichzelf onvoldoende om het rechtsvermoeden te weerleggen.29

In het verleden is wel eens geconcludeerd dat slechts in de helft van de gevallen waarin een beroep werd gedaan op dit rechtsvermoeden, het rechtsvermoeden werd weerlegd.30 Het is de vraag of een beroep op het rechtsvermoeden even succesvol is indien een streamer inkomsten genereert bij streamplatform YouTube of Twitch. Hoewel het bijvoorbeeld verdedigbaar is dat de toelatingsvereisten tot één van de grootste streamplatforms een vorm van gezag zijn, kan tegelijkertijd ook worden verdedigd dat het streamplatform slechts een doorgeefluik is terwijl de streamer voor zichzelf werkt.

Er kan voorts worden gewezen op het kabinetsvoorstel waarin een nieuw rechtsvermoeden wordt gerelateerd aan een tariefdrempel, waarvan het bedrag nog onbekend is. Blijkens de voortgangsbrief 'Werken met en als zelfstandige' van de minister van Sociale Zaken en de staatssecretaris van Financiën van 16 december 2022 gaat het om een civielrechtelijk rechtsvermoeden.31 De Belastingdienst of het UWV zullen daarom bijvoorbeeld geen beroep kunnen doen op het rechtsvermoeden, tenzij de kwalificatievraag zich voordoet bij de civiele rechter.32 Het is overigens Europeesrechtelijk nog maar de vraag of een dergelijk rechtsvermoeden haalbaar is en geen (gerechtvaardigde) belemmering is van het vrij verkeer van diensten.33

4.2 Arbeidsomstandighedenrecht

Streamers kunnen vanuit het uitgangspunt dat er geen arbeidsovereenkomst is allereerst potentieel geïncludeerd worden bij de regulering uit het arbeidsomstandighedenrecht omdat deze regulering is gericht op een ruimere definitie van de werkgever dan uit Boek 7 BW. Het verbod op kinderarbeid is hier zelfs ook aanvullend gericht tot ‘de verantwoordelijke persoon’.34 Dit is naast de werkgever eenieder die over een kind het ouderlijk gezag of de voogdij heeft of in wiens huishouding een kind is opgenomen. Het arbeidsomstandighedenrecht is voor het overige gericht op de werkgever die een ander onder zijn gezag arbeid doet verrichten.35 Daarmee is het arbeidsomstandighedenrecht logischerwijs ook relevant voor meerderjarigen.

Gezag wordt aanwezig geacht indien het recht bestaat om toezicht uit te oefenen, leiding te geven en door aanwijzingen of instructies een andere taakomschrijving te geven en de ander verplicht is één en ander te aanvaarden.36 Het is de vraag of streamplatform YouTube of Twitch gezag uitoefenen over streamers. Zoals gezegd zou weliswaar betoogd kunnen worden dat de toelatingsvereisten op deze platforms kwalificeren als gezag, maar kan tegelijkertijd ook het standpunt worden ingenomen dat het platform slechts als ‘doorgeefluik’ fungeert en dat de streamer daar zonder enig gezag werkt Toepassing van het arbeidsomstandighedenrecht op streamers past in ieder geval bij de grondslag voor het ruimere toepassingsbereik van het arbeidsomstandighedenrecht dat is gelegen in een beschermingsminimum voor meer werkenden dan alleen zij met een arbeidsovereenkomst.37

Toepassing van het arbeidsomstandighedenrecht brengt de verplichting tot arbeids- en rusttijdenbeleid dat gevoerd moet worden in samenhang met het arbeidsomstandighedenbeleid.38 Een streamer zal gebaat zijn bij de verplichting om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden en de aanpassingsverplichting van de arbeidsplaats.39 Bovendien kunnen vooral minderjarige streamers tot zestien jaar gebaat zijn bij het verbod op kinderarbeid dat betrekking heeft op alle verrichtingen ter naleving van enige overeenkomst, alhoewel zij dat zelf misschien niet altijd zo zullen ervaren.40 Het begrip overeenkomst bij kinderarbeid dient overigens ruim te worden opgevat, omdat het blijkens de parlementaire geschiedenis niet relevant is of minderjarigen de verrichtingen al dan niet hobbymatig doen.41 Met betrekking tot het verbod op kinderarbeid kan bij de Nederlandse Arbeidsinspectie een ontheffing worden aangevraagd voor ‘kunstkinderen’, maar het is de vraag of streamers hieronder vallen en in de praktijk lijkt dit niet te gebeuren.42

Noemenswaardig in dit verband is dat in Frankrijk sinds april 2021 wetgeving in werking is getreden voor minderjarige streamers tot zestien jaar. 43 Er zijn bijvoorbeeld begrippen in de Code de Travail opgenomen omtrent de activiteiten op de streamplatformen en er is bij gebrek aan een arbeidsovereenkomst voorafgaande toestemming vereist van de zogeheten ‘préfet’. Bepaalde inkomsten boven een drempelwaarde worden bovendien (bijna) volledig overgemaakt naar een consignatiekas, zodat de minderjarigen zelf op volwassen leeftijd over hun inkomsten kunnen beschikken.

4.3 Minimumloon en minimumvakantietoeslag

Streamers kunnen daarnaast, bij gebrek aan een arbeidsovereenkomst, potentieel geïncludeerd worden bij het wettelijk minimumloon en de minimumvakantietoeslag.44 Het doel van deze arbeidsrechtelijke regulering is om te bewerkstelligen dat werkenden minimaal recht hebben op een beloning die gezien de algemene welvaartssituatie kan worden beschouwd als een aanvaardbare tegenprestatie voor de verrichte arbeid. Dit zijn niet alleen werkenden met een arbeidsovereenkomst uit Boek 7 BW. De werkingssfeer van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag strekt zich ook uit tot degene die krachtens overeenkomst van opdracht met een ander tegen beloning arbeid verricht, tenzij de arbeid uit hoofde van beroep of bedrijf wordt verricht.45 Deze uitbreiding moet oneigenlijk gebruik van de overeenkomst van opdracht tegengaan en (te) intensieve concurrentie op primaire arbeidsvoorwaarden doen voorkomen.46

Dat werkzaamheden uit hoofde van beroep en bedrijf zijn uitgesloten moet overeenkomstig het ondernemerschapsbegrip in fiscale zin worden gelezen.47 Beschouwt de Belastingdienst een streamer niet als ondernemer, dan zal (indien tevens krachtens de overeenkomst van opdracht arbeid is verricht) in een civiele procedure het tekort van het minimumloon kunnen worden gevorderd. Een succesvolle vordering van een streamer zou kunnen betekenen dat de inkomsten uit kanaallidmaatschappen, kijkersaantallen, advertenties en donaties moeten worden aangevuld door een streamplatform. Het is niet ondenkbaar dat een streamer van minimaal 21 jaar omgerekend minder dan € 12,40 per uur verdient, gebaseerd op een volledige werkweek van 36 uur. Het is de vraag welke streamer zo’n vordering aandurft en wat dergelijke toepassing van het wettelijk minimumloon en minimumvakantietoeslag zal doen voor het vestigings(stream)klimaat van Nederland.

4.4 Socialezekerheidsrecht

Streamers kunnen tot slot, indien geen arbeidsovereenkomst aanwezig is, potentieel geïncludeerd worden met betrekking tot werknemersverzekeringen vanwege een dienstbetrekking door wetsduiding. Het socialezekerheidsrecht is van toepassing op verzekerden en dat is een ruimer begrip dan een werknemer met een privaatrechtelijke dienstbetrekking uit Boek 7 BW. Een aantal categorieën arbeidsverhoudingen is bijvoorbeeld om uitvoeringstechnische redenen en vanwege hun sociaaleconomisch afhankelijke positie gelijkgesteld in de Ziektewet, de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en de Werkloosheidswet.48

Bij algemene maatregel van bestuur zijn nog een aantal arbeidsverhoudingen gelijkgesteld of uitdrukkelijk uitgesloten van werknemersverzekeringen.49 Om een aantal voorbeelden te noemen, de directeur-grootaandeelhouder en vrijwillige brandweerlieden zijn uitgesloten.50 Thuiswerkers, musici, artiesten, topsporters en diegenen die tegen beloning persoonlijke arbeid verrichten zijn daarentegen gelijkgesteld.51 Bij de laatstgenoemde gelijkstelling gaat het om personen van wie de arbeidsverhouding maatschappelijk gezien met een dienstbetrekking kan worden gelijkgesteld. In het Rariteitenbesluit zijn nadere vereisten gesteld aan de duur en omvang van gelijkgestelde arbeidsverhoudingen. Musici zijn bijvoorbeeld uitgesloten indien uit een voorafgaande schriftelijke overeenkomst blijkt dat het de bedoeling is van beide partijen dat het socialezekerheidsrecht is uitgesloten.52

De gedachte achter de verschillende gelijkstellingen is van oudsher gelegen in het bevorderen van rechtszekerheid, voorkomen van ‘rechtsvormenvlucht’, sociale rechtvaardigheid en overwegingen van uitvoerbaarheid.53 Het is de vraag of streamers tegen die achtergrond geïncludeerd kunnen worden in het socialezekerheidsrecht met een gelijkstelling. De huidige maatschappelijke stand van risicosolidariteit, de operatie om premieheffing via streamplatforms te laten verlopen en de potentiële concurrentievervalsing met buitenlandse streamers, lijken mij in ieder geval voorlopig nog te grote obstakels zonder nadere vereisten.

5. Conclusie

De hoofdvraag van dit artikel luidde wat de economische activiteit streamen is en bij welke arbeidsrechtelijke regulering streamers geïncludeerd kunnen worden. Er is beschreven dat streamen betrekking heeft op het versturen en ontvangen van een doorlopende stroom van gegevens, waardoor beeldmateriaal direct kan worden afgespeeld. Dat doet zich in de praktijk vrijwel uitsluitend voor op streamplatforms YouTube en Twitch. Verschillende typologieën streamers zijn in dit kader geïntroduceerd.

De streamers van videogames en streamende influencers hebben daarbij met elkaar gemeen dat hun verdienmodel bestaat uit een aantal inkomstenbronnen: kanaallidmaatschappen, kijkersaantallen, advertenties, donaties en sponsoren. Bovendien hebben streamers met elkaar gemeen dat hun inkomsten afhankelijk zijn van de inkomstenvoorwaarden van de streamplatforms.

De verkenning van arbeidsrechtelijke regulering rondom streamers laat zien dat regulering vooralsnog onontgonnen terrein is. Het bewijsvermoeden van art. 7:610a BW kan onder omstandigheden mogelijk toepassing van titel 7.10 BW meebrengen, maar bij gebrek daaraan is slechts gefragmenteerd regulering aanwijsbaar waarbij streamers potentieel geïncludeerd kunnen worden. De in deze bijdrage besproken regulering lijkt bovendien niet per se op streamers ingericht. Streamen is een relatief recent opgekomen economische activiteit, en het is de vraag in hoeverre deze werkzaamheden binnen de huidige kaders van de thans bestaande regelgeving passen. Het is dan ook aan de wetgever om, al dan niet vooruitlopend op (stream)praktijkproblemen, te bepalen of er aanleiding bestaat om de economische activiteit streamen serieus te overwegen in de personele werkingssfeer van (toekomstige) arbeidsrechtelijke regulering.

Dit artikel is afgesloten op 28 februari 2023.

Geraadpleegde literatuur

M. Bala & D. Verma (2020), ‘A Critical Review of Digital Marketing’, in: International Journal of Management, IT & Engineering, 2020 8(10), p. 321-339.

V.G.G. Bergwerf, W.F. van Dijk & A.R. Houweling (2019), ‘Tien jaar Wet Flexibiteit en Zekerheid: reden voor een feestje?, een analyse van tien jaar “flexrechtspraak”’, in: TAP Special 2009/3.

W.H.A.C.M. Bouwens, M.S. Houwerzijl & W.L. Rozendaal (2021), Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, Deventer: Wolters Kluwer.

M.D. Bulk (2022), ‘Kindvloggers op YouTube: wie is verantwoordelijk?’, in: ArbeidsRecht 2022/14.

R. Coenmans & L.M.P. Extra (2022), ‘Kindfluencers en kinderarbeid’, TRA 2022/59.

R. Demir & S. Sodeman (2015), ‘Strategic sponsoring in professional sport: a review and conceptualization’, in: European Sport Management Quarterly 2015 15(3), p. 271-300.

P. Ducum (2015), ‘Youth on YouTube as Smart Swarms’, in: Art Education 2014.

D.K. Gangeshwer (2013), ‘E-Commerce or Internet Marketing: A Business Review from Indian Context. International Journal of u- and e-Service’, in: Science and Technology, 2013 6, p. 187-194.

C. Goanta & S. Ranchordas (2019), ‘The Regulation of Social Media Influencers: An Introduction’, in: University of Groningen Faculty of Law Research Paper Series, 2019 41.

J. Gross & F.V. Wangenheim (2018), ‘The Big Four of Influencer Marketing. A Typology of Influencers’, in: Marketing Review St. Gallen 2018 2, p. 30-38.

M.R. Johnson & J. Woodcock (2019), ‘And Today’s Top Donator is: Hoe Live Steamers on Twitch.tv Monetize and Gamefiy Their Broadcastst’, in: Sage Journals Social Media + Society 2019.

J.P. Kroon & P. de Casparis (2021), Flexibele arbeidsrelaties, Deventer: Wolters Kluwer.

E. Lankers (2009), Een wereld om te winnen: bevindingen, visie en aanbevelingen, Nieuwegein: Arko Sports Media.

J. Magaldi, J.S. Sales & W. Davis (2020), ‘All’s Fair in Love and War but Nothing’s Fair Use on YouTube: How YouTube Policies Favor Copyright Owners and Hinder Legal Fair Use’, in: Pace University Research Paper, 2020.

T.S.H. Thompson & L. Jing (2007), ‘Consumer trust in e-commerce in the United States, Singapore and China’, in: Omega, Elsevier 2007 35(1), p. 22-38.

L. van den Berg (2010), Tussen feit en fictie. Rechtspersoonlijkheid en de verzekerings- en premieplicht voor de werknemersverzekeringen, Den Haag: Boom juridisch.

N. van der Louw (2022), ‘Reclame door grote influencers strikter gereguleerd’, in: IER 2022/35.

G.W. van der Voet e.a. (2021), Arbeidsrechtelijke themata – Bijzondere arbeidsverhoudingen, Den Haag: Boom juridisch.

J. van Drongelen & D.J.J. Korver (2019), ‘Over de “verantwoordelijkheid persoon” oftewel over de handhaving van het verbod op kinderarbeid’, ArbeidsRecht 2019/49.

H. van Steenbergen & E.B. Wits (2020), ‘Naar een doeltreffend onderscheid tussen werknemerschap en ondernemerschap. Hoe een vermoeden van werknemerschap schijnzelfstandigheid kan terugdringen’, TRA 2020/91.

J. Woodcock & M.R. Johnson (2019), ‘The Affective Labor and Performance of Live Streaming on Twitch.tv’, in: Television & New Media, 2019 ed. 20(8), p. 813-823.

T. Wulf., F.M. Schneider & S. Beckert (2020), ‘Watching Players: An Exploration of Media Enjoyment on Twitch’, in: Games & Culture 2020 15(3), p. 328-346.

Mr. D. (Donny) Buisman (BSc)

Advocaat bij Van Doorne N.V. en docent-onderzoeker te Amsterdam.

Buisman D. (TAP)-image2