Aflevering 5

Het hof oordeelt dat de man niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep tegen een familierechtelijke beschikking. De betekening heeft niet in persoon plaatsgevonden, maar een afschrift van het exploot en de beschikking is door de deurwaarder in een envelop

Het hof veroordeelt de zelfverklaard koper van een woning tot ontruiming. De koopovereenkomst waarop koper zich beroept kan volgens het hof niet gelden als een schriftelijke koopovereenkomst in de zin van artikel 7:2 BW.

Het hof bekrachtigt het vonnis waarin is geoordeeld dat de bank de bevoegdheid had om een schip executoriaal te verkopen. Het hof is van oordeel dat de transactie waarbij A het schip van zijn zoon heeft gekocht paulianeus was, zodat A geen eigenaar is

De rechtbank bespreekt de begrippen 'gerechtigde' en 'schuldenaar' uit art. 2:23b lid 5 BW, en verklaart CRDJ niet ontvankelijk in het verzet tegen een plan van verdeling. Dit was gedeponeerd in het kader van de vereffening van het vermogen van Stichting

De rechtbank verklaart eiser niet ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding wegens het niet nakomen van een leveringsverplichting. Verweerders hadden gesteld dat eiser in zijn procesinleiding niet de feitelijke gronden had vermeld waarop zijn

De ratio van de veertiendagentermijn is dat de verweerder minstens 14 dagen de tijd moet hebben gehad om zich te beraden of hij in de procedure wil verschijnen. De termijn kan dus niet eerder ingaan dan op het moment waarop het geding aanhangig is.

Eiser vorderde in dit incident dat de Hoge Raad op de voet van art. 235 Rv in verbinding met art. 418a Rv aan de door het hof uitgesproken uitvoerbaarverklaring bij voorraad de voorwaarde verbindt dat wederpartij Gravene zekerheid stelt in de vorm van

Het onderhavige incident betreft een vordering tot zekerheidstelling op de voet van art. 235 Rv in verbinding met art. 418a Rv. De Advocaat-Generaal concludeert tot toewijzing van de vordering tot zekerheidstelling.

FPH heeft ten laste van Yukos Oil conservatoir (verhaals)beslag doen leggen op de aandelen Yukos Finance. In dit geding vorderen FPH c.s. een verklaring voor recht dat de overdracht van de beslagen aandelen aan Promneftstroy als onttrekking aan beslag

De voorzieningenrechter heft de door X gelegde beslagen op, omdat vervangende zekerheid is gesteld in de vorm van een bankgarantie. X had dit geweigerd de beslagen op te heffen omdat hij het bedrag van de garantie te laag vond.

De kantonrechter heeft A, op vordering van een woningstichting, veroordeeld tot ontruiming en tot betaling van achterstallige huur. In hoger beroep voert A aan dat de rechter hem een terme de grâce had dienen te verlenen vanwege zijn persoonlijke omstandigheden.

Voor de door deurwaarder gemaakte executiekosten kan geen bevelschrift ex art. 237 lid 4 Rv worden afgegeven, nu het geen nakosten in de zin van dat artikel betreft.ProcesverloopVerweerder was bij verstek veroordeeld tot betaling aan TMD.

Eiser wil dat de voorzieningenrechter gedaagde veroordeelt tot het berekenen en toepassen van de beslagvrije voet. De vordering wordt afgewezen. De voorzieningenrechter stelt vast dat eiser niet heeft aangetoond dat hij in Nederland woont.

De rechtbank verklaart voor recht dat de beslaglegger de overeenkomst van geldlening tussen schuldenaar W en beslagene X rechtsgeldig heeft opgezegd zodat deze opeisbaar is geworden.

Verzoekster heeft financiële problemen. Schuldhulpverlener Deco heeft getracht een minnelijke regeling te treffen, maar de energiemaatschappij (verweerster) heeft niet ingestemd met een dergelijke regeling.

Verzoekster, tegen wie de tenuitvoerlegging van een Zwitsers vonnis moet plaatsvinden, heeft zich op het standpunt gesteld dat volgens Zwitsers recht sprake is van verjaring, nu reeds tien jaren zijn verstreken na het wijzen van het vonnis.

Wetsvoorstel (34 808, A) ter implementatie van de Vierde anti-witwasrichtlijn is op 10 juli 2018 aangenomen door de Eerste Kamer. De wet introduceert nieuwe verplichtingen voor instellingen die onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) vallen, waaronder advocaten, notarissen en financiële instellingen. De verwachting is dat de wet binnenkort in werking zal treden. Nieuw is dat kantoren een eigen risicobeleid moeten opstellen, afgestemd op de aard en omvang van het kantoor.

Tot 22 augustus 2018 ligt ter consultatie het voorstel voor de wijziging van Boek 3 BW in verband met het opheffen van bedingen in het handelsverkeer die de overdraagbaarheid of verpanding van geldvorderingen op naam voor financieringsdoeleinden uitsluiten. Kortweg: Wet opheffing verpandingsverboden.

Het langverwachte wetsvoorstel Herziening Beslag- en executierecht is in consultatie geven. In deze bijdrage lopen de auteurs door de belangrijkste voorgestelde wijzigingen, benoemen zij het standpunt van de regering en geven zij daarop kort commentaar.

Het in eigendom hebben van meerdere huizen kan een tijdrovende aangelegenheid zijn. Huiseigenaren schakelen daarom vaak de hulp in van een makelaar. Die makelaar krijgt dan onder meer de bevoegdheid om in hoedanigheid van vertegenwoordiger vorderingen te innen ten behoeve van de huiseigenaar. Zo nodig treedt de makelaar in rechte op om die vorderingen te incasseren. Deze vertegenwoordiging geschiedt vaak via lastgeving of volmacht. In deze bijdrage wordt de relatie tussen de huiseigenaar als lastgever en de makelaar als lasthebber in eigen naam als voorbeeld gebruikt. Verder wordt de figuur van lastgeving bijvoorbeeld gebruikt door Buma/Stemra, die als lasthebber optreedt ten behoeve van auteursrechten van auteurs, de lastgevers. Ook bij handel in effecten is de lastgeving gebruikelijk: de effectenhandelaren als lastgevers schakelen de hulp in van commissionairs als lasthebbers.

Op 7 juni jl. startte de internetconsultatie van het Wetsvoorstel tot herziening van het beslag- en executierecht ('Wetsvoorstel'). https://www.internetconsultatie.nl/herzieningbeslagenexecutierecht. De internetconsultatie loopt van 7 juni 2018 tot en met 20 juli 2018. In deze column bespreek ik de opvallendste wijzigingen.