Aflevering 5

Op 26 juni 2018 heeft de Eerste Kamer de Wet modernisering faillissementsprocedure aangenomen. De wet brengt een paar belangrijke vernieuwingen in de insolventieregistratie. Een daarvan is dat een centraal insolventieregister zal worden bijgehouden.

Ontslag van de werknemers in faillissement is via art. 40 Fw zeer eenvoudig. Werknemers worden zonder toekenning van enige ontslagvergoeding ontslagen, terwijl overlegremia als ondernemingsraden en vakbonden doorgaans geen rol spelen in het faillissementsproces.

Op 25 mei 2018 oordeelde de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2018:774) dat er geen grond is voor een hof om een faillissement te vernietigen, als de gefailleerde heeft gegarandeerd dat hij alle steunvorderingen zal betalen zodra het faillissement is vernietigd.

In de onderhavige zaak ging het om de vraag of partijen op enig moment in het verleden een algemene afspraak maakten op grond waarvan de verrekeningsbevoegdheid van appellante contractueel is uitgebreid tot een geval, waarin niet aan het vereiste van

Het betreft een hoger beroep tegen een in eerste aanleg uitgesproken faillissement. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank op basis van een vordering van de aanvrager en een strafrechtelijke ontnemingsvordering als steunvordering.

In december 2012 verklaart de rechtbank X failliet. Eind oktober 2017 dient X een verzoek in bij de rechtbank tot ontslag van de curator. De mondelinge behandeling van dit verzoek vindt begin november 2017 plaats.

X is (in)direct (mede)aandeelhouder van Jachtstaete. Tot juni 2012 was Y enig bestuurder van Jachtstaete. Aan Jachtstaete zijn in 2001 twee percelen (het weiland) geleverd. Nadat Jachtstaete op 14 augustus 2012 in staat van faillissement is verklaard,

De besloten vennootschap Belbeley dient een verzoek in strekkende tot faillietverklaring van de besloten vennootschap X. Daarbij stelt Belbeley dat X verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen doordat zij zowel de vordering van Belbeley

X en Y zijn vennoten van een vof. In september 2016 is het faillissement aangevraagd van zowel de vof als X en Y. Naar aanleiding daarvan benaderen de vennoten van de vof Z om advocatenwerkzaamheden te verrichten.

In eerste aanleg verklaart de rechtbank X, verweerder, op verzoek van Rabobank failliet. Daarbij overwoog de rechtbank dat summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van Rabobank en van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat X

TMRG NV exploiteerde een casino in een hotel op Aruba. De ruimte werd gehuurd van Allegro Palm Beach VBA, tevens exploitant van het hotel en de houder van de exploitatievergunning voor het casino.

Bij persoonlijke zekerheden bij concernfinanciering spelen veel lastige kwesties. Dit artikel stelt de vraag hoe gerechtvaardigd kan worden dat de crediteur bij concernfinanciering met hoofdelijke verbondenheid van groepsmaatschappijen in het faillissement

Bij dataopslag in de cloud ontstaat een scheiding tussen de feitelijke macht over het databestand en het belang bij het desbetreffende bestand. Dit kan de vraag oproepen welke aanspraken degene heeft die het bestand heeft opgeslagen, in het bijzonder

Het eigendomsvoorbehoud is in het BW opgenomen in art. 3:91 en 3:92 BW. De auteur, die in januari 2018 promoveerde op zijn proefschrift genaamd ‘Eigendomsvoorbehoud’, vraagt in dit artikel zich af waarom het eigendomsvoorbehoud is opgenomen tussen twee

Bitcoins en andere cryptocurrencies zijn tegenwoordig steeds gebruikelijkere vermogensbestanddelen. De vraag is of en hoe bitcoins in het vermogensrecht kunnen en moeten worden geplaatst.

Bij een openbaar pandrecht op een vordering, is de pandgever inningsbevoegd tot het moment dat de pandhouder zijn pandrecht aan de debiteur mededeelt. Tot het moment van mededeling kan de debiteur dus bevrijdend betalen aan de pandgever.

Tot het faillissement van X en Y behoren onroerende zaken, een bedrijfsgebouw met bijbehorende woning. De Rabobank heeft een recht van eerste hypotheek. De Rabobank en curator komen overeen dat de curator de onroerende zaken onderhands verkoopt.

In opdracht van BSB voert X diverse (transport)werkzaamheden uit. Daartoe stelt X diverse facturen op, die (deels) onbetaald blijven. Begin oktober 2017 geeft BSB aan X de opdracht om ‘pallets met onderdelen, diverse containers etc.

In deze kroniek staat een selectie van de in 2017 en eerste maanden van 2018 door de Hoge Raad gewezen arresten op het gebied van aansprakelijkheidsrecht centraal, waaronder de arresten ten aanzien van bestuurdersaansprakelijkheid.

Art. 2:11 BW beoogt het ontlopen van aansprakelijkheden door middel van de constructie waarbij iemand zijn persoonlijke holding aandeelhouder-bestuurder laat zijn bij de vennootschap waar de activiteiten in worden uitgeoefend tegen te gaan.

In deze uitspraak werd de curator verweten niet voldoende te hebben zorggedragen dat een afspraak in het kader van een doorstart van de failliete onderneming, die erop neerkwam dat de crediteuren door de doorstarter voor een bepaald percentage zouden

Deze uitspraak ziet op de gang van zaken rond de vernietiging van een faillietverklaring. Een failliet verklaarde vof was in hoger beroep gegaan tegen het faillissementsvonnis. Hangende het hoger beroep werd een registergoed verkocht, waardoor voldoende

A is zes jaar lang bestuurder en enig aandeelhouder van Axis. In 2011 constateert de arbeidsinspectie dat de vennootschap zonder vergunning ‘vreemdelingen’ tewerk heeft gesteld en trekt de enige klant de opdracht in.

X hield alle aandelen in Bell Marketing Holding (hierna: de Holding). Begin juli 2000 koopt de Holding de aandelen in Bell Services Holding. Bell Services Holding houdt op haar beurt alle aandelen in Bell Marketing.

De curator in het faillissement van B BV vraagt in deze procedure onder meer voor recht te verklaren dat de vernietiging op grond van artikel 42 en/of 43 Fw van de volgende (rechts)handelingen gegrond is:het verstrekken van zekerheid door B middels het

Carmanco verleent trust- en managementactiviteiten. Tot eind februari 2015 is Carmanco bestuurder van zowel Stacktrace als JDB. X geldt als UBO achter Carmanco en JDB. Stacktrace exploiteert een internetcasino.

Houmij BV en B BV zijn elk voor 50% aandeelhouder van Verkoop BV. De aandelen van Houmij worden gehouden door Holding. Directeur H is directeur van Holding. In 2008 ontbindt de KvK Houmij.

Een van de basisproblemen in de vennootschapsbelasting is het onderscheid tussen eigen en vreemd vermogen. Fiscaal wordt een geldverstrekking in de vorm van eigen vermogen (kapitaal) anders behandeld dan een geldverstrekking in de vorm van vreemd vermogen

Pandrechten op aandelen zijn vaak onderdeel van het zekerhedenpakket van financiers. De uitwinning van deze pandrechten lijkt relatief weinig voor te komen. De wetgeving en jurisprudentie hierover is ook beperkt.

In deze zaak ging het om de vraag of de curator kon aantonen dat de goederen die zich bij X bevonden en waarop de belastingdienst beslag had gelegd, eigendom zijn van de gefailleerde onderneming.

X, bestuurder van de Zuid-Afrikaanse vennootschap, had vermogen ondergebracht in een SPF naar recht van Curaçao, RSA. In 2011 gaat X failliet. RSA is opgericht door Corporate Agents NV, een aan een trustkantoor in Curaçao gelieerde entiteit, in opdracht

Met het onderhavige arrest (Tünkers/Expert) en het arrest van 20 december 2017, «JOR» 2017/133 (Valach/Waldviertler Sparkasse) heeft het Hof van Justitie opnieuw geoordeeld over de afbakening tussen de Insolventieverordening (IVO) en de EEX-verordening

Naast het arrest (Tünkers/Expert, «JOR» 2017/132) heeft het Hof van Justitie in dit arrest geoordeeld over de afbakening tussen de Insolventieverordening (IVO) en de EEX-verordening (EEX-Vo).

De curator in het faillissement van vennootschap B heeft verschillende vorderingen ingesteld tegen de vennootschap naar Duits recht X. X vordert in dit incident dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart ten aanzien van de vorderingen van de curator.

Per 1 januari 2017 is de Wet consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet en geldlening in werking getreden. Het nieuwe begrip ‘goederenkrediet’ omvat onder meer koop op afbetaling en huurkoop, maar heeft een breder bereik. Hoewel de regeling grotendeels regelend recht bevat, geldt dat niet voor de figuur van voordeelsverrekening. In dit artikel wordt, naast op de algemene regels aangaande goederenkrediet, specifiek ingegaan op de vraag hoe de regels hieromtrent zijn gewijzigd en welke praktische uitwerking dit in faillissementssituaties oplevert.

Het begrip ‘andere zwaarwegende belangen’ wordt in het kader van dit artikel gebruikt in verband met de taak van de curator. Meer in het bijzonder in gevallen waarbij de curator een beleidsafweging moet maken in het kader van zijn primaire verantwoordelijkheid, het beheren en vereffenen van de boedel ten behoeve van de crediteuren. In deze bijdrage komt de vraag aan de orde welke belangen de curator eigenlijk heeft te dienen en hoe de curator dient te handelen als er meerdere – soms tegenstrijdige – belangen spelen die hij in zijn beleidsafweging kan of moet meewegen. Ook komt de vraag aan de orde of de wet de curator in dit verband wel voldoende houvast bij het maken van keuzes tussen verschillende belangen. Ten slotte wordt de vraag gesteld of er sprake is van een misverstand in de praktijk over dit onderwerp.

Op 22 juni 2018 promoveerde Bart Heijnen, in het dagelijks leven belastingadviseur bij Loyens & Loeff, aan de Erasmus Universiteit op het onderwerp niet-betaling in de btw, met als subtitel: Over oninbare vorderingen en onbetaalde schulden in de Europese en Nederlandse btw. Voor de insolventiejuristen is dit een hoogst belangwekkend onderwerp, waar niet genoeg over geschreven kan worden. Vandaar dat deze dissertatie, die inmiddels ook in een handelseditie is verschenen, nader wordt besproken.