Aflevering 8

Bestuurders kunnen hoofdelijk aansprakelijk zijn indien pensioenbijdragen niet (volledig) zijn afgedragen. Een tijdige en volledige melding van betalingsonmacht kan voor een bestuurder in dit verband van levensbelang zijn. Uit recente jurisprudentie volgt dat een melding onder bepaalde omstandigheden achterwege kan blijven.

Variabele rente bij consumentenkrediet is sinds 2012 ‘trending topic’ en heeft tot meerdere compensatieregelingen geleid. In dit artikel worden de drie verschillende richtingen van KiFiD, hof Arnhem-Leeuwarden en hof Amsterdam op een rij gezet en geanalyseerd.

De internetconsultatie Garantstellingsregeling curatoren 2023.

De focus van deze bijdrage is de samenloop tussen deze sanctieregels en het faillissementsrecht. Meer in het bijzonder de rol van de door de rechtbank benoemde curator, die ex artikel 68 Faillissementswet (Fw) is belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel.

RMThemis 2022-5, p. 239-253, mr. D. Kohelet

TvI 2022/25, mr. E.F. Verheul

TvI 2022/26, mr. B. Rikkert

Hof ’s-Hertogenbosch 9 juni 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1836, «JOR» 2022/229, m.nt. A.J.S.M. Tervoort

Rb. Gelderland (zp. Arnhem) 29 december 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:7020, «JOR» 2022/237, m.nt. E. Loesberg

Rb. Midden-Nederland (zp. Utrecht, kanton) 30 maart 2022, «JOR» 2022/239, m.nt. R. Wijn

Hof van Discipline ’s-Gravenhage 11 april 2022, ECLI:NL:TAHVD:2022:82, «JOR» 2022/250, m.nt. A.A.L. Oving

Hof Arnhem-Leeuwarden (zp Arnhem) 12 april 2022, «JOR» 2022/241, m.nt. A. Steneker

HR 3 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:823, «JOR» 2022/246, m.nt. H.H. Kreikamp

Rb. Noord-Holland 22 juni 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:5079, «JOR» 2022/248, m.nt. C.M. Harmsen

HR 15 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1093, «JOR» 2022/272, m.nt. A. Slaski

Rb. Midden-Nederland (zp. Utrecht) 31 maart 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1329, «JOR» 2022/240, m.nt. R. van den Sigtenhorst

Rb. Noord-Nederland (zp. Groningen) 14 april 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1329, «JOR» 2022/242, m.nt. S.W. van den Berg

Rb. Den Haag 25 april 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:3956, «JOR» 2022/244, m.nt. G.Á.C. Orbán

Rb. Gelderland 31 mei 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:3062, «JOR» 2022/245, m.nt. M.C. van Genugten

AA 2022, afl. 11, p. 841-850, J. Altunian & F.L.P. Vulto

Ondernemingsrecht 2022/84, mr. W.J. Horsten

WPNR 2022/7384 , p. 633-636, mr. M.Y. Nethe

RMThemis 2022-5, p. 193-206, mr. M.T.P. van Dijken

WPNR 2022/7387 , p. 689-698, mr. dr. M.M.G. van Drunen & I.C.J. Hoving

NTB 2022/277 , mr. dr. R. Mellenbergh

Rb. Rotterdam (voorzieningenrechter) 22 april 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:3744, «JOR» 2022/243, m.nt. A.J. Verdaas

Rb. Amsterdam (voorzieningenrechter) 9 juni 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:3141, «JOR» 2022/247, m.nt. P.C. Russcher

Rb. Amsterdam (NCC) 23 juni 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:3563, «JOR» 2022/249, m.nt. T.H.D. Struycken

Hoge Raad 1 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:984, «JOR» 2022/269, m.nt. A. Steneker

HR 8 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1057, «JOR» 2022/270, m.nt. M.P. van Eeden-van Harskamp

HR 15 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1110, «JOR» 2022/273, m.nt. G.J.P. Molkenboer

EIRJ 2022/7, S. Comin

Wolters Kluwer 2022, prof. dr. B. Wessels & prof. dr. S. Madaus

HvJ EU 24 maart 2022, ECLI:EU:C:2022:209, «JOR» 2022/238, m.nt. P.M. Veder