Aflevering 3

In mijn vorige podiumbijdrage heb ik aandacht besteed aan de vraag hoe hoog de rente mag zijn, die wordt afgesproken op bijvoorbeeld een familiebanklening of een papieren schuldigerkenning. FTV 2021/13. In deze bijdrage besteed ik aandacht aan de vraag hoe laag de rente mag zijn en de mogelijke fiscale gevolgen van een te lage rente.

De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen die op 1 juli 2021 van kracht werd heeft aanzienlijke gevolgen voor stichtingen en verenigingen. Eerder verscheen in dit blad een overzichtsartikel waarin de wetswijzigingen werden behandeld. M.G. Frielink en M.A.M. van Steensel ‘Wet bestuur en toezicht rechtspersonen’, ftV 2021/7, p. 10-15. De stichting is een veelgebruikte Aan het einde van 2021 waren er ongeveer 235.000 stichtingen bij de Kamer van Koophandel ingeschreven. Daarmee is de stichting na de BV (ongeveer 1.050.000) de meest voorkomende Nederlandse rechtspersoon. rechtsvorm die meestal geen andere organen kent dan haar bestuur. Dat leidt in de praktijk niet zelden tot perikelen bij de benoeming en het ontslag van stichtingsbestuurders. Bij die problematiek werd eveneens eerder in dit blad stilgestaan. J.M. Hekkema en T.F.H. Reijnen ‘Enkele voetangels en klemmen bij de benoeming en ontslag van bestuurders van een stichting’, ftV 2021/6, p. 6-9. In de onderstaande bijdrage staan de gevolgen van de nieuwe wetgeving voor de governance van stichtingen in bredere zin centraal.

Dat de exploitatie van vastgoed en de bedrijfsopvolgingsregelingen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en Successiewet 1956 geen eenvoudig huwelijk is, mag duidelijk zijn gelet op de stroom aan jurisprudentie. De omstandighedencatalogus van de Belastingdienst en de bevestiging van de arbeid+ en rendement+ toetsen door de Hoge Raad op 15 april 2016 (ECLI:NL:HR:2016:633) hebben daarin geen wijziging gebracht. Dit artikel beschrijft de ontwikkeling met betrekking tot de invulling van deze toetsen die bij de gerechtshoven heeft plaatsgevonden.