Aflevering 3

Op 25 november 2022 heeft de civiele kamer van de Hoge Raad een voor de adviespraktijk belangrijk arrest gewezen over de mogelijkheid van het opnemen van een zogeheten nihilbeding in huwelijkse voorwaarden. Ondanks duidelijke eerdere arresten van de Hoge Raad en het Hof Den Haag werd in de literatuur nog steeds verdedigd dat aanstaande echtgenoten in hun huwelijkse voorwaarden rechtsgeldig kunnen overeenkomen, dat bij het einde van het huwelijk door echtscheiding geen recht op partneralimentatie bestaat. De eventuele aanspraak wordt op nihil gesteld. Een enkele keer wordt die beperkt in omvang en duur. Na cassatie in het belang van de wet heeft de Hoge Raad klare wijn geschonken en de discussie beslecht. Een dergelijk bepaling in voorhuwelijkse voorwaarden is naar huidig recht nietig. Alleen echtgenoten – dus geen aanstaande echtgenoten – mogen bij huwelijkse voorwaarden een zodanig beding overeenkomen en dan nog uitsluitend in het zicht van een echtscheiding die daadwerkelijk is voorgenomen en derhalve ook in beeld is.

De tijd dat professionele dienstverleners alleen ten opzichte van hun cliënten aansprakelijk kunnen zijn is voorbij.

In de zomer van 2022 werd het rapport ‘Toezicht op Algemeen Nut’ aan de Tweede Kamer aangeboden.