Aflevering 13

Gepubliceerd op 27 november 2023

JB 2023/210 - Bij de beoordeling of de Gemeente misbruik heeft gemaakt van omstandigheden door een onredelijk hoge canon te bedingen bij omzetting van een erfpachtrecht dienen alle omstandigheden van het geval te worden betrokken, waaronder de hoedanigheid van de Gemeente als gemeentelijke overheid en het gemeentelijke erfpachtbeleid

JB 2023/211 - De wetgever heeft niet voorzien in een wettelijke regeling voor het indienen van stukken, anders dan een beroepschrift, in een vreemde taal. Handelen op basis van de eisen van een behoorlijke rechtspleging met inachtneming van de door de Hoge Raad gegeven uitgangspunten. Gelegenheid bieden tot vertaling

JB 2023/212 - Het opleggen van een boete aan een payrollbedrijf dat optreedt als erkend referent wegens het overtreden van de zorgplicht als bedoeld in art. 2a lid 2 aanhef en onder b Vw 2000 is in strijd met het lex certa-beginsel

JB 2023/213 - Omdat een gerede kans bestond dat in dit geval een verzoek om voorlopige voorziening zou zijn toegewezen, heeft betrokkene door geen verzoek om een voorlopige voorziening in te dienen niet voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht

JB 2023/214 - Een termijn van twee weken was geen reële en ook geen redelijke termijn waarbinnen het college kon beslissen op het hele Woo-verzoek. Daarvoor was de omvang van het verzoek nog te weinig gepreciseerd en het aantal documenten dat daaronder viel te groot. De Afdeling acht vijf maanden een redelijke termijn voor de beslissing op het verzoek

JB 2023/215 - Uit de tekst van het pro-formabezwaarschrift is niet op te maken dat het bezwaar behalve tegen de opgelegde boete ook is gericht tegen de uitschrijving uit de basisregistratie personen. Het bij de indiening van de gronden van het bezwaar tegen die uitschrijving gemaakte bezwaar is te laat ingediend

JB 2023/217 - Het besluit over de kosten van de toegepaste bestuursdwang is genomen door het college van burgemeester en wethouders. De burgemeester is niet gerechtigd tot het instellen van hoger beroep. De procedure kan na afloop van de beroepstermijn ook niet door het college worden overgenomen

JB 2023/220 - Redelijke termijn als bedoeld in art. 6 EVRM. De in aanmerking te nemen termijn eindigt door een besluit waarmee volledig tegemoet wordt gekomen aan het (hoger) beroep van een appellant als vaststaat dat de appellant geen belang meer heeft bij de behandeling van het (hoger) beroep en er door het tegemoetkomende besluit geen beroep van rechtswege voor een derde is ontstaan

JB 2023/221 - Betrokkene noch zijn gemachtigde hebben expliciet of impliciet kenbaar gemaakt langs elektronische weg bereikbaar te zijn. Besluit tot verlenging beslistermijn is niet op juiste wijze bekend gemaakt en daarmee niet in werking getreden. Omdat daardoor niet tijdig op de aanvraag is beslist, is de omgevingsvergunning van rechtswege verleend

JB 2023/224 - In de onderhavige situatie waarin, anders dan vereist, geen inhoudelijke beoordeling van de eerste aanvraag heeft plaatsgevonden, is bij een tweede aanvraag die alsnog een inhoudelijke beoordeling van de zorgovereenkomst beoogt, toepassing van art. 4:6 lid 2 Awb niet aangewezen – evident onredelijk –