Aflevering 3

Wie A zegt, moet ook B zeggen. Nu het doorberekeningsverweer wettelijk is verankerd en is toegelicht door de Hoge Raad in het arrest TenneT/ABB, is het dan ook hoog tijd om het vaak nog missende puzzelstuk in de kartelschadebegroting onder de loep te nemen: het volume-effect. Hoewel er verschillende manieren van inbedding van het volume-effect in de Nederlandse rechtspraktijk denkbaar zijn, bepleit ik dat het volume-effect onderdeel vormt van het doorberekeningsverweer, gelet op de bewijslastverdeling die voortvloeit uit artikel 150 Rv en de doelstelling van volledige compensatie van de Richtlijn inzake schadevergoeding in mededingingszaken. Richtlijn 2014/104/EU (PbEU 2014, L 349/1). Dit genuanceerde doorberekeningsverweer geniet niet alleen vanuit juridisch oogpunt de voorkeur, maar sluit ook aan op de economische realiteit.

De evaluatie van de Wet markt en overheid legde fundamentele pijnpunten bloot rondom algemeenbelangbesluiten en de totstandkoming daarvan. De rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) hebben in verschillende uitspraken een standaard voor de beoordeling van deze algemeenbelangbesluiten ontwikkeld. Deze standaard heeft de wetgever gecodificeerd in het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Mededingingswet in verband met aanpassing van de bepalingen over markt en overheid’. Op 7 december 2021 is dit wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Deze codificatie is nog steeds van toegevoegde waarde, maar kan op twee punten verbeterd worden om daarmee aan de primaire doelstelling van de Wet markt en overheid tegemoet te komen.

Recentelijk heeft de ACM de door haar opgelegde boetes van in totaal meer dan 82 miljoen euro aan vier grote sigarettenfabrikanten in een besluit op bezwaar bevestigd. De ACM beboette in deze zaak voor de eerste keer indirecte informatie-uitwisseling tussen concurrerende ondernemingen. Het beboeten van hub-and-spoke kartels lijkt daarmee definitief een plaats te hebben gekregen in het Nederlandse mededingingsrecht. Dit artikel zoomt in op deze vorm van kartelvorming, verschaft een samenvatting van de ACM-besluiten en beschrijft welke lijn de ACM in haar besluitvorming volgt aan de hand van Europese en nationale mededingingszaken de wijze waarop hub-and-spoke kartels worden beoordeeld.

Deze kroniek betreft 12 uitspraken van het Hof en het Gerecht gewezen in de tweede helft van 2021. Een vijftal betrof beroepen in het condensatorenkartel, waarin een aansprakelijk gehouden moedermaatschappij zelf ook recidive kon worden aangerekend zonder dat er bij de dochtermaatschappij sprake van recidive was. Verder de belangwekkende uitspraken in de Sumal-zaak in over de mogelijke aansprakelijkheid van een dochtermaatschappij, het Google shopping-arrest van het Gerecht en werd Amazon niet ontvankelijk verklaard toen zij beroep wilde instellen tegen de opening van een onderzoek van Commissie naar de Buy Box waarbij Italië territoriaal was uitgesloten van het onderzoek.