Home

Gerechtshof Den Haag, 06-12-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2369, 200.301.006/01

Gerechtshof Den Haag, 06-12-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2369, 200.301.006/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
6 december 2022
Datum publicatie
13 december 2022
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:2369
Formele relaties
Zaaknummer
200.301.006/01

Inhoudsindicatie

Vakantieloon. Het hof past twee arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie toe (ECLI:EU:C:2018:1018, Hein - Albert Holzkamm GmbH & Co. KG en ECLI:EU:C:2011:588, Williams e.a. - British Airways plc) en beslist dat in dit geval met overwerktoeslagen en nachttoeslagen rekening gehouden moet worden bij de berekening van het vakantieloon. De vordering van de werknemer wordt (grotendeels) toegewezen.

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.301.006/01

Zaaknummer rechtbank : 7853507 / CV EXPL 19-27339

arrest van 6 december 2022

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant in principaal hoger beroep,

geïntimeerde in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep,

hierna [appellant] ,

advocaat, voorheen: mr. L.R.T. Peeters, thans: mr. B. de Bruijn,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Mammoet Nederland B.V.,

gevestigd te Schiedam,

geïntimeerde in principaal hoger beroep,

appellante in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep,

hierna: Mammoet,

advocaat: mr. H.B. de Hek.

1 Waar het in deze zaak over gaat

Moet bij het berekenen van het vakantieloon rekening gehouden worden met vergoedingen voor gewerkte overuren en betaalde toeslagen?

2 Het procesverloop

2.1.

Bij exploot van 7 oktober 2021 is [appellant] in hoger beroep gekomen van de door de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam tussen partijen gewezen vonnissen van 31 december 2019, 27 november 2020 en 20 augustus 2021.

2.2.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

-

memorie van grieven;

-

memorie van antwoord in principaal hoger beroep, met (voorwaardelijke) incidentele grieven,

-

de memorie van antwoord in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep.

2.3.

Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd.

3 De feiten

3.1.

[appellant] is sinds [datum] 1998 bij (de rechtsvoorgangster van) Mammoet in dienst, laatstelijk in de functie van kraanmachinist. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen van toepassing (hierna: "de cao").

3.2.

Bij brief van 4 februari 2018 heeft [appellant] aan Mammoet medegedeeld dat hij aanspraak maakt op achterstallig vakantieloon over de periode vanaf 2013 en dat hij ter zake daarvan de verjaringstermijn stuit.

3.3.

Mammoet heeft een overzicht verstrekt van door [appellant] per jaar gewerkte overuren:

2013: 279,50 uur

2014: 431,50 uur

2015: 241 uur

2016: 504 uur

2017: 447,75 uur

2018: 344,00 uur

3.4.

Mammoet heeft ook een overzicht verstrekt van de aan [appellant] per jaar uitbetaalde nachturen toeslag:

2013: € 110,99

2014: € 123,36

2015: € 210,82

2016: € 364,15

2017: € 134,34

2018: € 18,26

4 Het geschil in eerste aanleg en in hoger beroep

5 De beoordeling in hoger beroep

6 De beslissing