BER 2019/58 - Art. - Nederland kan wel degelijk iets leren van de invordering van onbetwiste schulden in België
Aflevering 3, gepubliceerd op 06-06-2019 geschreven door Jongbloed, A.W.Eind maart 2019 stuurde minister Dekker het onderzoeksrapport ‘Quick scan Belgische procedure voor de Invordering van Onbetwiste Schulden’ M.J. ter Voert & L.E.H.P. van Lierop, Quick scan Belgische procedure voor Invordering van Onbetwiste Schulden, Memorandum 2019-1, Den Haag: WODC, 2019. naar de Tweede Kamer. Aanleiding was de inwerkingtreding van de nieuwe incassoprocedure voor vorderingen tussen bedrijven in België en de vraag of aan een vergelijkbare procedure in Nederland behoefte bestaat. Over de uitkomst werd bericht met als kop: ‘Belgische procedure voor invordering van onbetwiste schulden biedt weinig voordelen voor Nederland.’ Omdat ik met S.J.W. van der Putten hierover schreef S.J.W. van der Putten, ‘Een oplossing voor de omslachtige incassopraktijk: het verkrijgen van executoriale titels bij erkende en niet-betwiste geldvorderingen’, in: S.J.W. van der Putten & M.R van Zanten (red.), Compendium Beslag- en executierecht, Den Haag: Sdu, 2018, p. 337-355. In dit artikel gebruik ik citaten uit die bijdrage. was ik benieuwd, maar die kop dekt de lading niet: het onderzoek betreft een quickscan waarbij niet of nauwelijks recente literatuur is gebruikt Het rapport dat in maart 2019 aan de Tweede Kamer werd gestuurd bevat slechts één publicatie uit 2018: het rapport van de Coördinatiegroep incassozaken (te vinden op www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/rapport-incassozaken-Rechtspraak.pdf). De bijdrage van Van der Putten en mijzelf wordt niet vermeld. en waarbij ervaringen van schuldeisers, schuldenaren en betrokken organisaties en beroepsgroepen niet zijn onderzocht. Daarom een herhaald pleidooi.