BER 2019/117 - Art. - Reactie op BER 2019/80. Annotatie bij Gazprom/Naftogaz
Aflevering 6, gepubliceerd op 11-10-2019 geschreven door Sijmonsma, J.R.In BER 2019/80 annoteert mr. Van Daal een vonnis van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam van 1 april 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:2920. De zaak betreft een door Naftogaz gelegd derdenbeslag ten laste van debiteur Gazprom. De derdenbeslagenen hebben conform art. 476a Rv verklaringen afgelegd, maar die zijn volgens Naftogaz niet volledig. Naftogaz vordert vervolgens, kort gezegd, nadere informatie met als primaire grondslag de art. 476a en 476b Rv en als subsidiaire grondslag (zie r.o. 4.12. van dat vonnis) het inzagerecht van art. 843a Rv. Van Daal stelt dat uit dit vonnis van 1 april 2019 blijkt dat – onder omstandigheden – een schuldeiser beter af is met het leggen van conservatoir derdenbeslag voor het verkrijgen van bewijs dan met het vorderen van inzage ex art. 843a Rv. Ik laat in het midden of je bij een vergelijking tussen appels en peren een conclusie kunt trekken welke van de twee beter is. Dat zal telkens weer van alle omstandigheden van het geval – wil je appelmoes maken of perenvlaai bakken – afhangen.