Aflevering 5

In deze zaak is een partijgetuige verhoord nadat die aanwezig is geweest bij verhoor van een andere getuige. In cassatie is de vraag of de civiele rechter de partijgetuige ervoor moet waarschuwen dat zijn aanwezigheid tot gevolg kan hebben dat de bewijskracht

Appellanten hebben volgens rechtbank en hof geen belang bij hun vordering ex art. 843a Rv. Zij hadden een vennootschap gekocht en die is gefailleerd omdat een medewerker gefraudeerd had.

Het hof herstelt op verzoek van G een kennelijke fout in een arrest. In het arrest was G veroordeeld om € 1.611 aan advocaatkosten te betalen aan wederpartij A. Volgens G moet het bedrag betaald worden aan de griffier van het hof.

Een huurder vordert bij incident de schorsing van een in hoger beroep gewezen verstekvonnis waarin zij tot ontruiming is veroordeeld. Het hof past art. 351 Rv naar analogie toe op dit verstekvonnis en wijst de vordering tot schorsing af.

De koper van een koopgarant-woning is bij verstekvonnis veroordeeld tot ontruiming, omdat hij de woning niet zou bewonen. En dat was verplicht volgens de (erfpacht)overeenkomst met stichting Woonbron.

Het Reglement Digitaal Beslagregister is gewijzigd, ditmaal in het kader van het eigenbeslag. Eerder dit jaar werd het reglement gewijzigd met betrekking tot het recht van inzage op grond van de AVG, waarbij identificatie en autorisatie nu mede mogelijk

Het hof heeft een veroordeling tot betaling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De veroordeelde partij stelt in cassatie een incidentele vordering in, die ertoe strekt om de eisende partij zekerheid te laten stellen.

De deurwaarder kan en moet een exploot uitbrengen aan een briefadres. Er wordt dan niet openbaar betekend. Dat heeft de Hoge Raad geantwoord op prejudiciële vragen. De Hoge Raad volgt daarmee de conclusie van de advocaat-generaal.

Verzoekster, X B.V., heeft conservatoir beslag laten leggen op de aandelen die CC B.V. hield in een aantal vennootschappen. X B.V. verzoekt toestemming om de aandelen te mogen verkopen omdat CC B.

Netbeheerder Stedin wil bij gedaagde X de energieleverantie afsluiten, omdat hij geen contract meer heeft met een energieleverancier. Stedin moet daarom bij de elektriciteitsmeter van X kunnen.

De rechtbank beoordeelt een verzoek tot het uitspreken van een afkoelingsperiode, zoals bedoeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit middel is volgens de rechtbank een ultimum remedium.

A is veroordeeld om door B geleverde zonnepanelen te betalen. In dit executiegeschil oordeelt de voorzieningenrechter dat de tenuitvoerlegging van dat vonnis moet worden geschorst. A had een opschortingsverweer gevoerd.

A heeft de heroverweging verzocht van een Europees betalingsbevel tegen hem. De rechtbank oordeelde dat uit een track-and-tracebericht is af te leiden dat het bevel op een bepaalde datum aan A was uitgereikt, zodat het verzoek tot heroverweging te laat

Het hof verklaart appellant niet-ontvankelijk. De dagvaarding in hoger beroep was uitgebracht tegen een niet-bestaande rechtsdag. Het tweede exploot is echter geen geldig herstelexploot.

Een beslaglegger is aansprakelijk voor de schade die het gevolg is van een conservatoir beslag als de vordering volledig wordt afgewezen. HR 11 april 2003, NJ 2003/440. De vraag is of ook een bestuurder van een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gehouden voor een door die rechtspersoon gelegd onterecht beslag. Aansprakelijkheid wegens een ten onrechte gelegd beslag is een risicoaansprakelijkheid. HR 11 april 2003, NJ 2003/440. Schadeplichtigheid op basis van risicoaansprakelijkheid is niet op één lijn te stellen met schadeplichtigheid uit een reguliere onrechtmatige daad, in welk geval sprake moet zijn van schuld of verwijtbaar gedrag. Dat betekent dat een bestuurder niet in privé aansprakelijk is in geval een door hem bestuurde vennootschap aansprakelijk is uit hoofde van een onterecht beslag. Immers, bij risicoaansprakelijkheid is niet vastgesteld dat sprake is van enige schuld of enig verwijt, zodat de bestuurder geen ernstig verwijtbaar handelen kan worden aangewreven.

Per 1 januari 2018 is de wet aangaande de gemeenschap van goederen gewijzigd. Huwelijken Gelijkelijk, wanneer er sprake is van een geregistreerd partnerschap zonder partnerschapsvoorwaarden. gesloten op of na 1 januari 2018 leiden niet meer tot een volwaardige gemeenschap van goederen, maar tot een beperkte gemeenschap van goederen. De gevolgen van deze wetswijziging beperken zich niet tot het familierecht, ook het executierecht en met name de verdeling van de opbrengst van de executie wijzigt. Daarmee is de wetswijziging relevant voor alle (potentiële) schuldeisers, hun advocaten en gerechtsdeurwaarders.

Schuldeisers kunnen beslag leggen op een veelvoud van vermogensbestanddelen van een schuldenaar. Tot die vermogensbestanddelen kunnen aandelen in een Nederlandse naamloze of besloten vennootschap behoren en vorderingen op roerende zaken die zich onder een derde bevinden. Dit artikel belicht enkele internationale aspecten van aandelen- en derdenbeslagen indien de naamloze of besloten vennootschap wel statutair in Nederland is gevestigd maar feitelijk enkel in het buitenland kantoor houdt en bedrijfsactiviteiten ontplooit.

Als een ziek vogeltje zit de man ineengedoken in de enige stoel die nog vrij is in zijn woonkamer. Onder zijn armen heeft hij een tas geklemd met de meest belangrijke papieren. In de woonkamer drentelt de enige bevriende buurman, zorgvuldig laverend tussen de hoog opgestapelde spullen. Van de welbespraakte man die zijn medebewoners tot grote overlast was, is niets meer over. Zijn façade is weggevallen. De gemeenteambtenaar en ik kijken elkaar aan. Hebben we de juiste beslissing genomen?