Aflevering 3

Gepubliceerd op 17 april 2018

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 27-09-2024

FIP 2018/133 - Sign. - Verzet tegen faillietverklaring door curator (Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en BES-eilanden 17 oktober 2017, ECLI:NL:OGHACMB:2017:157, «JOR» 2018/53, m.nt. mr. B.I. Kraaipoel onder «JOR» 2018/54)

Aflevering 3, gepubliceerd op 17-04-2018
De in hoger beroep door de curator bestreden beslissing van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) is gegeven op verzet van de curator. Het GEA heeft, onder verwijzing naar HR 18 december 2015, «JOR» 2016/145, m.

FIP 2018/135 - Sign. - Afwijzing verzoek tot faillietverklaring vanwege ontbreken redelijk belang (Hof Arnhem-Leeuwarden 9 november 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9766, «JOR» 2018/54, m.nt. mr. B.I. Kraaipoel tevens behorend bij «JOR» 2018/53)

Aflevering 3, gepubliceerd op 17-04-2018
De noot hoort bij een tweetal uitspraken met op het eerste gezicht wellicht weinig overeenkomsten. De overeenkomst is daarin gelegen dat de gronden om een faillissement te vernietigen respectievelijk de gronden om een faillissementsaanvraag af te wijzen

FIP 2018/136 - Sign. - Geen benadeling van schuldeisers bij verkoop winkel- en bedrijfsinventaris (Hof Arnhem-Leeuwarden 14 november 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:993, «JOR» 2018/55, m.nt. mr. dr. A.J. Tekstra)

Aflevering 3, gepubliceerd op 17-04-2018
In deze zaak heeft de curator de pauliana ingeroepen van in november 2011 tussen de (latere) failliet Groenrijk Steenwijk BV en Aalsmeerse Bloemenshow BV gesloten overeenkomsten, waarbij laatstgenoemde de bedrijfsactiva van Groenrijk Steenwijk heeft overgenomen.

FIP 2018/167 - Sign. - Bestuurder aansprakelijk nu hij niet handelt zoals van redelijk handelend bestuurder mag worden verwacht (Hof Arnhem-Leeuwarden 24 oktober 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9209, «JOR» 2018/37, m.nt. mr. J. van Bekkum)

Aflevering 3, gepubliceerd op 17-04-2018
Vaststaat dat geïntimeerde niet heeft voldaan aan de op hem als bestuurder van WEA Beheer BV rustende verplichting ingevolge art. 2:394 BW. Ook waren er geen notulen van gehouden aandeelhoudersvergaderingen, was er geen grootboek en ontbraken andere relevante

FIP 2018/180 - Art. - Zekerheden naar Duits recht – Ontwikkelingen in 2017

Aflevering 3, gepubliceerd op 19-04-2018 geschreven door Dr. Y. Strothmann
Dit bericht bevat naast een overzicht over de cijfers van het aantal insolventies in Duitsland in 2017 een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in het Duitse zekerhedenrecht, vooral wat betreft de faillissementspauliana en de uitwinning van zekerheden. Vergeleken met 2016 is het aantal insolventies in Duitsland verder gedaald. Met een nieuwe wet heeft de Duitse wetgever in april 2017 de mogelijkheden van Duitse curatoren een beroep te doen op faillissementspauliana beperkt. Ook uit de ontwikkelingen in de recente rechtspraak volgt een veranderde lijn ter zake de faillissementspauliana en de uitwinning van zekerheden die van groot belang zijn voor niet-Duitse ondernemingen en banken in insolventieprocedures. Hierop wordt in dit artikel verder ingegaan.

FIP 2018/181 - Art. - Rabobank/Reuser en het bodem(voor)recht: de fiscus als lachende derde?

Aflevering 3, gepubliceerd op 19-04-2018 geschreven door Tekstra, A.J.
Het arrest Rabobank/Reuser heeft de juridische kronieken de laatste tijd al flink gevuld en daarmee tot veel commentaren aanleiding gegeven. De uitspraak is dan ook van groot belang voor de zekerheden- en insolventiepraktijk. Een aspect dat tot voor kort nog vrijwel niet aan de orde is gekomen, ziet op de positie van de fiscus als blijkt dat de in het geding zijnde zaken kwalificeren als bodemzaken. Recentelijk hebben Geurts en Tweehuysen hun licht over dit onderwerp laten schijnen. Zij komen met nieuwe invalshoeken om de positie van de fiscus bij voorwaardelijke eigendomsverhoudingen in het kader van het eigendomsvoorbehoud te beoordelen. Er is meer dan voldoende aanleiding om de zienswijze van Geurts en Tweehuysen nog eens onder de loep te nemen en te onderzoeken of de fiscus mogelijk de lachende derde gaat worden in de discussie tussen de curator en de pandhouder over de afwikkeling van eigendomsvoorbehouden ten aanzien van bodemzaken.

FIP 2018/182 - Art. - BTW toch niet weg ermee? – Artikel 42d Iw 1990 en het regresrecht van de pandhouder

Aflevering 3, gepubliceerd op 20-04-2018 geschreven door Warren, C.J.D.
In de Geddes & Gillmore-beslissing heeft de Hoge Raad beslist dat de omzetbelastingschuld die ontstaat door een onderhandse executie in faillissement geen boedelschuld oplevert. Per 1 januari 2018 kan de fiscus de pandhouder aansprakelijk stellen voor deze omzetbelastingschuld. Nadat de pandhouder deze schuld voldoet verkrijgt hij een regresvordering op de pandgever. In deze bijdrage wordt onderzocht welke status deze regresvordering heeft in het faillissement van de pandgever heeft en of deze zich laat secureren.