Aflevering 2

Gepubliceerd op 5 maart 2018

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 27-09-2024

FIP 2018/90 - Sign. - Eigendomsvoorbehoud geen accessoir recht dat automatisch overgaat op degene die vordering door subrogatie krijgt (Rb. Noord-Holland 28 december 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:11227, «JOR» 2018/16, m.nt. prof. mr. N.E.D. Faber)

Aflevering 2, gepubliceerd op 05-03-2018
In deze uitspraak staat de vraag centraal of een door een leverancier overeenkomstig art. 3:92 BW bedongen eigendomsvoorbehoud tenietgaat, indien niet de koper/afnemer, maar een derde (in casu een inkoop- en verkooporganisatie) overgaat tot voldoening

FIP 2018/92 - Sign. - Beschikkingsonbevoegdheid pandgever wegens vernietiging verkoop van vordering en aandelen aan pandgever (Rb. Midden-Nederland 21 juni 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:5004, «JOR» 2017/332, m.nt. mr. A. Steneker)

Aflevering 2, gepubliceerd op 05-03-2018
In deze zaak is een vordering gecedeerd en daarna door de cessionaris verpand. De cedent gaat failliet en de curatoren vernietigen de cessie op grond van de faillissementspauliana. In de onderhavige procedure bestrijden de curatoren de rechtsgeldigheid

FIP 2018/94 - Sign. - Machtiging hypotheekhouder door voorzieningenrechter om als dwangvertegenwoordiger verhypothekeerde zaak onderhands en niet-executoriaal te verkopen (Rb. Midden-Nederland 13 september 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:4818, «JOR» 2018/23, m.nt. mr. drs. V. Tweehuysen)

Aflevering 2, gepubliceerd op 05-03-2018
In deze zaak heeft de erfpachter op grond van de erfpachtvoorwaarden de verplichting de erfpacht te koop aan te bieden aan de woningcorporatie, de erfverpachter. Omgekeerd heeft de woningcorporatie een aankoopverplichting.

FIP 2018/102 - Sign. - Art. 2:11 BW, doorgeefluik van bestuurdersaansprakelijkheid. Hoe diep kan een bestuurder vallen? -Bespreking van het proefschrift van mr. C.E.J.M. Hanegraaf (MvV 2018/1, mr. R.J. Laméris en mr. S.C.M. van Thiel)

Aflevering 2, gepubliceerd op 05-03-2018
Art. 2:11 BW bepaalt dat de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon tevens hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is.

FIP 2018/103 - Sign. - Bestuurders NV niet aansprakelijk in faillissement veroorzaakt door faillissement dochter (Hof Den Haag 22 augustus 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2317, «JOR» 2017/317, m.nt. mr. drs. C.M. Harmsen)

Aflevering 2, gepubliceerd op 08-03-2018
De bestuurders van moedervennootschap Soxx worden door de curator aangesproken ex art. 2:248 lid 2 BW. Vaststaat dat aan de deponeringsplicht niet is voldaan. Het hof volgt de curator niet in zijn verwijt dat de administratie van houdstermaatschappij

FIP 2018/104 - Sign. - Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege onbevoegdelijk aanvragen faillissement (Hof ’s-Hertogenbosch 19 september 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:4030, «JOR» 2017/335, m.nt. mr. drs. W.J.M. van Andel)

Aflevering 2, gepubliceerd op 05-03-2018
De casus die aan dit arrest ten grondslag ligt, is uniek. Voor zover de annotator heeft kunnen nagaan is niet eerder een bestuurder op de voet van art. 2:248 BW veroordeeld tot voldoening van het boedeltekort vanwege de enkele omstandigheid dat die bestuurder

FIP 2018/113 - Sign. - De ‘toezegging’ ex artikel 36 herziene IVO – Ofwel de ‘Virtuele Secundaire Procedure’, eenvoudig nieuw gereedschap voor de curator? (TvI 2018/13, mr  A. Van der Schee en mr. L. Muller)

Aflevering 2, gepubliceerd op 08-03-2018
De Herziene Europese Insolventieverordening biedt de curator een nieuw, grensoverschrijdend herstructureringsinstrument, namelijk de toezegging op grond van art. 36 Herziene IVO. Bij het doen van een toezegging dient de curator bij verdeling van de opbrengsten

FIP 2018/115 - Sign. - Erkenning van een buitenlandse insolventieprocedure (Rb. Midden-Nederland 30 maart 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:1452 en 21 september 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:5043, «JOR» 2017/326, m.nt. prof. mr. B. Wessels)

Aflevering 2, gepubliceerd op 05-03-2018
Het betreft hier de erkenning door de Nederlandse rechter van een insolventieprocedure in India. De rechtbank past het beperkte territorialiteitsbeginsel en zekerheidsbeginsel toe. Tussenvonnis 30 maart 2016: Nu gedaagde een rechtspersoon is naar buitenlands

FIP 2018/119 - Sign. - Zuid-Afrikaanse curatoren kunnen zich benoemen tot bestuurders SPF (Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 12 december 2017, ECLI:NL:OGHACMB:2017:146)

Aflevering 2, gepubliceerd op 05-03-2018
Op verzoek van de Zuid-Afrikaanse rechtspersoon Megacube Mining verklaart het Western Cape High Court in Kaapstad X in 2011 failliet. Megacube Mining blijkt op grond van een vaststellingsovereenkomst en een Zuid-Afrikaans vonnis een vordering van $ 18.

FIP 2018/122 - Art. - Mediation in de Rotterdamse insolventiepraktijk: gewoon doen!

Aflevering 2, gepubliceerd op 13-03-2018 geschreven door Spengen, A.J. van en Gruijthuijsen, E.J. van
In een langlopend Rotterdams faillissement was sprake van een slepend conflict. De rechter-commissaris stelde de betrokken partijen voor het geschil te laten beslechten door een insolventierechtelijk deskundige mediator. De partijen gingen akkoord. Binnen zes weken na de verwijzing naar de mediator was het geschil geschikt, waarbij er een aanzienlijk bedrag aan de boedel werd vergoed. Niemand had een dergelijke snelle oplossing verwacht. Reden voor het team insolventie van de rechtbank Rotterdam om eens kritisch na te denken over de mogelijkheden van de inzet van mediation in insolventiezaken, waarmee de rechtbank Amsterdam al in 2012 een pilot begon. Zie J.J. Draaijer en A. van Hees, ‘Pilot mediation in faillissementen’, TvI 2013/40 en J.A.A. Adriaanse en E.J.M. van Beukering-Rosmuller, ‘ADR/mediation bij (dreigende) insolventie’, TvA 2014/51.

FIP 2018/123 - Art. - Het pandrecht op onderhanden werk: een zorg minder

Aflevering 2, gepubliceerd op 08-03-2018 geschreven door Schuijling, B.A.
In het arrest HR Famed/Kreikamp q.q. oordeelde de Hoge Raad over pandrechten op het onderhanden werk van een gefailleerde zorgaanbieder. Het arrest onthult het ontstaansmoment van (tussentijdse) vorderingen tot vergoeding van loon uit hoofde van een geneeskundige behandelingsovereenkomst en de invloed van een wettelijke declaratieregeling daarop. Het arrest verduidelijkt niet alleen daarmee de positie van een pandhouder op onderhanden werk in de zorg, maar heeft een ruimere betekenis. Ook het pandrecht op vorderingen uit overeenkomsten van opdracht in het algemeen en tot aanneming van werk, heeft aan zekerheid gewonnen.

FIP 2018/124 - Art. - Regres, subrogatie en de bank: mag het wat eenvoudiger?

Aflevering 2, gepubliceerd op 13-03-2018 geschreven door Sonsbeeck, mr. drs. A.J.M. van
In dit artikel wordt ingegaan op de gevolgen van regres en subrogatie bij kredietverstrekking. Krediet- en zekerheidsovereenkomsten met banken bevatten veelal regelingen op dit punt. Het is voor de bank van belang dat die regelingen ook tijdens een eventueel faillissement van haar wederpartij goed functioneren. Onderzocht wordt welke mogelijkheden bestaan om regres en subrogatie volledig langs contractuele weg vorm te geven.