Aflevering 4

In de procedure X. C.V./Curatoren PaperlinX vorderde de verhuurder rente over zijn boedelvordering. Het is echter de vraag of een dergelijke rentevordering slaagt, nu er sprake is van een bijzondere situatie vanwege het faillissement.

Het Wetsontwerp homologatie onderhands akkoord bevat een nieuwe akkoordprocedure die buiten faillissement kan worden toegepast. Het wetsontwerp sluit aan bij Richtlijn (EU) nr. 2019/1023, PbEU 2019, L172/18 betreffende (onder meer) preventieve herstructureringsstelsels.

In een open brief roepen insolventiejuristen de politiek op tot onmiddellijke invoering van Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) om de gevolgen van het coronavirus het hoofd te bieden.

In een recente Forumbijdrage laat Vriesendorp een kritisch licht schijnen over de aangepaste salariëring van curatoren. De criteria die aangedragen worden voor gevallen waarin een ruimer curatorentarief kan worden toegepast staan hem niet aan.

De meest bepalende regel van een reorganisatieprocedure is de voorrangsregel. Deze regel bepaalt de kracht van de onderhandelingsposities van aandeelhouders en schuldeisers. Een Absolute Priority Rule (‘APR’) verhindert dat aandeelhouders tegen de wil

In deze bijdrage wordt het proefschrift van Sebastiaan van den Berg getiteld Waarderingsvragen in het ondernemings- en insolventierecht besproken. De auteur gaat in op enkele onderwerpen uit het onderzoek die bij uitstek relevant zijn voor insolventierechtjuristen,

Kern van deze uitspraak is dat hoger beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris een volledige nieuwe behandeling en beslissing (ex nunc) behelst waarbij de rechtbank in beginsel is gebonden aan de (tijdig) aangevoerde grieven.

Deze procedure betreft een geschil tussen een franchisegever en vijf franchisenemers over de tussen hen bestaande franchiseovereenkomsten. De franchisenemers hebben als eisers in eerste aanleg diverse vorderingen ingesteld jegens de franchisegever, onder

In dit kort geding gaat het om een geschil tussen de curatoren in de faillissementen van Royal Imtech NV en haar groepsvennootschappen (hierna gezamenlijk: Imtech c.s.) en advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek NV (hierna: De Brauw) omtrent het

Deze beschikking heeft de OK gewezen tegen de achtergrond van de strijd die plaatsvindt tussen C en zijn echtgenote A enerzijds en hun curatoren anderzijds. In april 2013 is C failliet verklaard en A vijf jaar later, in april 2018.

Victoria Beheer vraagt het faillissement van Vrijheid Apeldoorn aan. Zij voert daartoe het volgende aan. Victoria Beheer heeft een vordering op Vrijheid Apeldoorn van € 1.668.263,49 op basis van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van de Rechtbank

X C.V. (verhuurder) verhuurde vanaf 2017 aan Paperlinx bedrijfs- en kantoorruimte te Zwijndrecht. In de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Kantoorruimte en andere Bedrijfsruimte is onder meer bepaald dat de betaling van de huurprijs uiterlijk geschiedt

Nadat twee bv’s zijn failliet verklaard streeft de curator naar een going-concernverkoop. Bij brief van 29 januari 2020 heeft de curator de rechter-commissaris verzocht om akkoord te gaan met een onderhandse integrale verkoop aan een geïnteresseerde partij

Op 10 oktober 2017 werd het faillissement uitgesproken van de vader van de getuige. De Vader is (indirect) bestuurder en enig aandeelhouder van twee vennootschappen. De vader was vanaf 2004 tot en met 2011 werkzaam als ambtenaar bij een gemeente.

Reeds vanaf 1996 heeft ABN AMRO kredieten verstrekt aan vennootschappen gelieerd aan All Side View Management B.V., diens bestuurder Holding B.V. en diens dochter B&E Bouwmanagement Nieuw BV (B&E).

Begin 2013 heeft het voormalige Imtech aangekondigd dat het een afschrijving voorzag van minimaal € 100 miljoen op een aantal investeringen in Polen. Vervolgens is op de beurs het aandeel Imtech sterk in waarde gedaald.

Curatoren zijn aangesteld in het faillissement van X NV, zij zijn in 2016 een procedure begonnen tegen onder andere A BV en B BV. Bij vonnis van 10 juli 2019 zijn A en B veroordeeld tot betaling van circa € 1.

H’lem Bouw BV was bestuurder en enig aandeelhouder van H’lem Afbouw BV. In 2016 is H’lem Afbouw failliet verklaard. Er zijn meerdere concurrente crediteuren die met H’lem Afbouw hebben samengewerkt.

X was voorheen burgemeester. Naar X is op verzoek van de gemeenteraad een integriteitsonderzoek verricht, dit is verricht door BING. In haar rapport concludeert BING dat X in strijd heeft gehandeld met de voor haar als bestuurder geldende gedragscode

Lange tijd was het onzeker of een meerpartijen verrekeningsafspraak geldig is in faillissement. Zo’n afspraak houdt in dat een schuldenaar haar schuld jegens een schuldeiser mag verrekenen met een vordering van een ander, vaak een gelieerde partij, op

Cessie is een leerstuk dat zich op het snijpunt bevindt van het goederenrecht en het verbintenissenrecht. Vanuit een goederenrechtelijk perspectief komt de vordering vanuit het vermogen van de cedent in het vermogen van de cessionaris terecht.

Onlangs betoogde Nieuwesteeg in het WPNR dat de vestiging van vruchtgebruik goede diensten kan bewijzen in de financieringspraktijk, in het bijzonder wanneer het gaat om financiering van goederen die waardevolle vruchten voortbrengen.

Met interesse heeft de auteur kennisgenomen van de bijdrage van Nieuwesteeg, waarin hij inventariseert of het recht van vruchtgebruik door een financier kan worden gebruikt om op faillissementsbestendige wijze aanspraak te kunnen maken op de huuropbrengst

Binnen het betrokken concern waren in de loop der tijd twee lagen ontstaan. Aan de ene kant waren daar de appellanten 1/tm 3 (de latere borgen) die slechts de lagere school hadden voltooid, nauwelijks konden lezen en schrijven, geen benul hadden van cijfers,

In deze zaak heeft een pandgever zich in een pandovereenkomst verbonden om al zijn bestaande en toekomstige vorderingen (bij voorbaat) aan eiseres te verpanden. De pandovereenkomst schreef tevens voor op welke wijze de pandgever aan deze verplichting

In deze zaak is de principiële vraag aan de orde of een assurantieportefeuille als zodanig in zijn geheel kan worden verpand. ING Bank N.V. (hierna: ING Bank) vordert een verklaring voor recht dat zij een rechtsgeldig pandrecht heeft verkregen op de assurantieportefeuille

In 2007 en 2008 heeft TLC een basiskrediet afgesloten tot een bedrag van in totaal € 25.000. Dit is verstrekt door ING. Via de telefoon heeft ING werkkapitaal verstrekt aan TLC. Vervolgens is in juli en augustus 2013 overeengekomen dat het werkkapitaal

X is gehuwd met echtgenoot. Zij zijn beiden failliet. X hield alle aandelen in Y, van welke vennootschap zijzelf en Vincitore bestuurders zijn. Echtgenoot is enig bestuurder van Vincitore.

In 2008 is Jaya BV een geldleningsovereenkomst aangegaan met failliet. Jaya heeft daarbij een pandrecht gekregen op alle vorderingen van failliet op derden. Hierdoor zijn de overige crediteuren van failliet benadeeld.

Beheer BV heeft samen met twee andere investeerders geparticipeerd in Noweka BV. Zij houden ieder zeshonderd certificaten van aandelen in Noweka. Stichting Administratiekantoor Noweka is aandeelhouder van Noweka.

In december 2014 heeft Limes een factuur aan SF gestuurd, deze is in opdracht van SF door SP BV voldaan. De betaling aan Limes is door SF als creditbedrag geboekt in rekening-courant.

Annotatie bij het arrest van de Hoge Raad van 17 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:73, NJ 2020/51, z.nt. (Ingwersen q.q./Source BV c.s.).

In de praktijk komt het met enige regelmaat voor dat een bestuursorgaan bij de uitvoering van de handhaving wordt geconfronteerd met een failliete onderneming. Voor dergelijke bestuursorganen gold lange tijd dat het onduidelijk was welke maatregelen (sancties)

Het leerstuk van de curatorenaansprakelijkheid kwam tot bloei in periode dat het Tijdschrift voor Insolventierecht werd opgericht. In deze eerste bijdrage in de jubileumserie naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Tijdschrift voor Insolventierecht

De beoogd curator is eveneens als de curator onderworpen aan de Maclou-norm, zo overweegt de Hoge Raad in het onderhavige arrest. Deze conclusie zal voor weinigen een verrassing zijn geweest.

In deze bijdrage wordt aan de hand van twee recente uitspraken van de Hoge Raad nader ingegaan op bestuurdersaansprakelijkheid op grond van selectieve betaling. Of een bestuurder aansprakelijk is, is steeds afhankelijk van de vraag of de door hem gemaakte

PZW is een bedrijfstakpensioenfonds. Curadomi BV was een bij PZW aangesloten organisatie. Appellant was haar bestuurder. De voorganger van appellant schreef PZW dat de vennootschap de premie niet meer tijdig kon voldoen.

Eiser exploiteert een wijnhandel. Gedaagde is bestuurder van De Slijterij. De Slijterij exploiteert drie slijterijen. Partijen sluiten een overeenkomst waarbij gedaagde de wijnhandel van eiser overneemt.

Hupai Horeca BV exploiteert een Chinees restaurant. De bv gaat failliet. De curator vraagt het bestuur vervolgens om afgifte van de administratie. De bestuurders reageren daar niet op.

De vennootschap onder firma (vof) heeft twee vennoten, exploiteert een koeriersdienst en is een schuldeiser van Transport BV. Haar enig aandeelhouder en bestuurder is Beheer BV waarvan A, B en C de aandeelhouders waren.

ABN AMRO verstrekt krediet aan RJS BV. X heeft zich hiervoor borg gesteld. ABN AMRO zegt het krediet aan RJS op en spreekt de borg aan tot betaling van € 2 miljoen. Betaling blijft echter uit.

[A] handelde internationaal in vlees en gevogelte. De onderneming hield zich bezig met de in- en verkoop van diepgevroren vleesproducten. Bij vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 6 januari 2015 is [A] in staat van faillissement verklaard.

In de executiepraktijk is de informatieplicht die op de schuldenaar rust wellicht enigszins onderbelicht. Deze plicht kan mogelijk ruimhartiger worden toegepast door schuldeisers. De informatieplicht biedt schuldeisers de mogelijkheid om een schuldenaar

In dit hoger beroep twisten de Ontvanger en de curator van Agro Air Concepts BV over de vervulling van de vereisten van art. 47 Fw ten aanzien een aantal betalingen die de Ontvanger heeft ontvangen in de vooravond van het faillissement van Agro.

SHS is een vennootschap naar Belgisch recht en drijft een luchtvaartmaatschappij. Een detacheringsbureau heeft piloten gedetacheerd bij SHS sinds 2016. Op de overeenkomt is Nederlands recht van toepassing.

Swets Information Services BV (‘SIS’) is (indirect) 100% aandeelhouder van het naar Spaans recht opgerichte Swets Information Services SL (‘Swets Spanje’). SIS failleert op 23 september 2014 in Nederland.

Erkenning van buitenlandse faillissementen is een lastige aangelegenheid omdat enerzijds voor de rechter die over de erkenning dient te beslissen het buitenlandse faillissement ondoorzichtig is, maar anderzijds internationale samenwerking bij deconfitures van groot belang is. In Nederland is nooit wetgeving tot stand gekomen die die erkenning regelt. De huidige rechtspraak kan niet een toereikend instrument opleveren, omdat procedures waarin de erkenning een rol speelt vele jaren kunnen duren en al die tijd rechtsonzekerheid bestaat. Uncitral heeft in 1997 een Model Law on Cross-Border Insolvency aangenomen die door een aantal belangrijke jurisdicties is ingevoerd. Invoering van die wet verdient aanbeveling. Invoering van een tweede Uncitral modelwet uit 2018 die aan insolventie gelieerde vonnissen betreft is echter niet nodig.

In dit artikel bespreken de auteurs de (on)mogelijkheden van de curator, wanneer hij of zij een overheidsopdracht aantreft in de boedel. In het bijzonder gaan de auteurs daarbij in op het aanbestedingsrechtelijke leerstuk van de wezenlijke wijziging en de wettelijke uitzonderingen daarop die het onder omstandigheden mogelijk maken om een overheidsopdracht over te dragen aan een andere partij indien sprake is van een ‘herstructurering’.

Er bestaat discussie over de vraag of de rechtbank een eigen faillissementsaangifte direct bij de behandeling daarvan mag afwijzen op de grond dat baten ontbreken. Het doel van het faillissement is vereffening van het vermogen van de schuldenaar ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Vennootschappen zonder baten maar mét schulden dienen de weg van een (turbo)liquidatie te bewandelen. Het is echter de curator die een onderzoek instelt naar de aanwezigheid van (te verwachten) vermogen van de schuldenaar. De rechtbank mag een eigen aangifte daarom in beginsel pas afwijzen op grond van misbruik van bevoegdheid vanwege het gebrek aan (te verwachten) baten ná inzage in het grondige en afgeronde onderzoek van de in het faillissement aangestelde curator. Deze mogelijkheid bestaat aldus slechts in verzet of in hoger beroep. Het is, onder bijkomende omstandigheden, niettemin mogelijk de faillissementsaangifte direct af te wijzen indien het faillissement wordt aangegeven met een ander doel dan vereffening van het vermogen van de schuldenaar, hetgeen goed denkbaar is indien de bestuurder op de hoogte is van het gebrek aan (te verwachten) baten.