Aflevering 11

Gepubliceerd op 27 november 2015

FTV 2015/50 - Het rendement dat iedere dommerik kan halen

Aflevering 11, gepubliceerd op 27-11-2015 geschreven door Schonis, prof. mr. H.M.N.
De titel van dit Podium waren in 2000 de woorden van Gerrit Zalm, toenmalig Minister van Financiën bij de introductie van de forfaitair rendementsregeling in de inkomstenbelasting. In 2000 waren die woorden juist. Staatsleningen werden uitgegeven met een couponrendement van 5%. Maar tijden veranderen. Sinds de Europese Centrale Bank de hoogte van de rente beïnvloedt, mede om de overheden te behoeden voor al te grote druk op hun begrotingen vanwege de rentelasten, is de markt de markt niet meer. Beleggers worden geconfronteerd met minuscule rentetarieven, waardoor na de box 3-heffing een negatief rendement ontstaat op spaargelden en deposito’s, zeker als men de inflatie erbij betrekt.

FTV 2015/51 - Ook persoonlijke aansprakelijkheid voor feitelijk uitvoerder van opdracht – een verontrustend arrest

Aflevering 11, gepubliceerd op 27-11-2015 geschreven door Reijnen, T.
Op 18 september 2015 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waar naar mijn overtuiging nog lang over zal worden gesproken en waarop ik thans een eerste reactie wil geven.[NOOT: HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2745.] Het arrest gaat over de vraag of een advocaat persoonlijk aansprakelijk is voor een door hem begane beroepsfout, ook al is de maatschap waarvan hij deel uitmaakt via een ‘praktijk-bv’ enig opdrachtnemer. Dezelfde vraag kwam aan de orde ten aanzien van een advocaat in loondienst van dezelfde maatschap. De Hoge Raad oordeelde ten aanzien van beide advocaten tot hoofdelijke aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad.

FTV 2015/52 - Voorgestelde wijzigingen in art. 40 IW 1990

Aflevering 11, gepubliceerd op 27-11-2015 geschreven door Raaijmakers, J.H.P.M.
In FTV 2013, nr. 37 en FTV 2014, nr. 50 heb ik aandacht geschonken aan art. 40 Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990). Art. 40 IW 1990 is in 2001 aangescherpt, omdat de Belastingdienst een te zware bewijslast zou hebben bij de toepassing van art. 40 (oud) IW 1990. Nadat het lange tijd stil is geweest omtrent art. 40 IW 1990 is er sinds eind 2011 een stroom jurisprudentie verschenen. De achtergronden en de rechtspraak zijn in de hiervoor genoemde twee afleveringen weergegeven. In deze bijdrage sta ik met name stil bij de voorgestelde wijzigingen in wetvoorstel Overige fiscale maatregelen 2016 (hierna: OFM 2016).[NOOT: Kamerstukken II 2015-2016, 34305, Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2016).]

FTV 2015/53 - Uitbreiding aansprakelijkheid binnen de inleen- en ketenbranche

Aflevering 11, gepubliceerd op 27-11-2015 geschreven door Niessen-Cobben, mr. dr. R.M.P.G.
Met de invoering van de Wet aanscherping schijnconstructies wordt beoogd de onderbetaling/uitbuiting van werknemers en concurrentievervalsing te voorkomen. Dit doel wordt bereikt, doordat de (hoofd)opdrachtgever aansprakelijk kan worden gesteld voor het niet (volledig) betaalde loon. Daarnaast kan de (hoofd)opdrachtgever onder omstandigheden aansprakelijk worden gesteld voor de niet afgedragen loonbelasting. In deze bijdrage wordt vergelijkenderwijs ingegaan op beide regelingen en de disculpatiemogelijkheden.

FTV 2015/54 - Kinderalimentatie en de Wet hervorming kindregelingen: een zware herfststorm die een jaar duurde!

Aflevering 11, gepubliceerd op 27-11-2015 geschreven door Labohm, mr. A.N., Stollenwerck, prof. mr. dr. A.H.N. en Zanden RA, prof. mr. dr. P.M. van der
Op 9 oktober 2015 wees de Hoge Raad arrest in een zaak over het kindgebonden budget en de hoogte van de kinderalimentatie. De Hoge Raad gaf daarbij zijn duidelijke visie op de verhouding tussen kinderalimentatie en de Wet hervorming kindregelingen. Wij gaan in dit artikel in op het doel van de Wet hervorming kindregelingen, de aanbeveling van de Expertgroep (zie hierna) en het arrest van de Hoge Raad van 9 oktober 2015. We stellen ook de vraag hoe de aanbevelingen van een expertgroep zich verhouden tot de rechterlijke autonomie.

FTV 2015/55 - Helderheid over kosten van vereffening

Aflevering 11, gepubliceerd op 27-11-2015 geschreven door Kolkman, W.D.
De kosten van de vereffening van een nalatenschap (art. 4:7 lid 1 onder c BW) hebben in de notariële praktijk tot vele hoofdbrekens geleid. Drie hete hangijzers zijn: 1. wat valt onder vereffeningkosten, 2. welke rang hebben zij, en 3. op welk loon mag een vereffenaar rekenen (en hoe zit het met voorschotten)? Jurisprudentie brengt langzaam maar zeker enige helderheid aan de vereffeningshorizon.