Aflevering 4

Gepubliceerd op 30 april 2017

FTV 2017/18 - Wetgeving in een weerbarstige maatschappij

Aflevering 4, gepubliceerd op 30-04-2017 geschreven door Hoogwout, T.
In onze pluriforme samenleving zal het lastig zijn bij een wetsvoorstel voor elke gezinssituatie alle civiele, fiscale en financiële consequenties te voorzien. Niettemin mag ook bij wetgeving op deze terreinen enige zorgvuldigheid worden verwacht. In het wetgevingsproces bij de derde tranche van herziening van het huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2012 werd nauwelijks aandacht besteed aan de fiscale gevolgen van de beoogde wetswijziging.[NOOT: Wet van 18 april 2011, Stb. 2011, 205.] Naar aanleiding van vragen in de Eerste Kamer over de gevolgen van de economische gerechtigdheid en de mogelijkheid van economische eigendomsverkrijging voor de overdrachtsbelasting is een regeling door de Staatssecretaris van Financiën toegezegd, zodat over de verkrijging van de economische eigendom als gevolg van het ontstaan van het vergoedingsrecht op grond van art. 1:87 BW geen overdrachtsbelasting wordt geheven.

FTV 2017/19 - Wijziging wettelijk kader pensioen in eigen beheer, de eindstand!

Aflevering 4, gepubliceerd op 30-04-2017 geschreven door Luijken, Mr. C.A.H.
In FTV 2016, nr. 23 ben ik ingegaan op het voornemen van het kabinet om de wettelijke regeling inzake pensioen in eigen beheer aan te passen. Na een bewogen parlementaire behandeling is het wetsvoorstel[NOOT: Wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen, nr. 34.555.] uiteindelijk op 7 maart 2017 door de Eerste Kamer aanvaard, waarna de nieuwe regels per 1 april 2017 in werking zijn getreden.[NOOT: Wetten van 8 maart 2017, Stcrt. 2017, nr. 115 en 116.] Nadat al op 6 december 2013 een brief over dit onderwerp van toenmalig staatssecretaris Weekers was verschenen,[NOOT: DB/2013/576.] is er nu dus een eind gekomen aan de opmerkelijke totstandkoming van deze nieuwe wetgeving. Daarmee zijn echter nog niet alle vragen beantwoord en onduidelijkheden opgelost. In dit artikel zal nader worden ingegaan op de inhoud van de nieuwe regeling en de uitvoeringsproblemen die daarbij aan de orde kunnen komen.

FTV 2017/20 - Schadeprocedures in het bestuursrecht, belastingrecht en civiele recht

Aflevering 4, gepubliceerd op 30-04-2017 geschreven door Suilen, mr. dr. A.J.H. van
Ondervindt een burger of organisatie schade door besluiten of handelen van de overheid, dan kan die de rechter verzoeken om vergoeding van de geleden schade. Afhankelijk van de aard van het besluit of de handeling dient de benadeelde zich tot de bestuursrechter, belastingrechter[NOOT: Met de belastingrechter wordt bedoeld de bestuursrechter in belastingzaken.] dan wel burgerlijke rechter te wenden. Hierna zal ik ingaan op de bevoegdheidsverdeling en de schadeprocedures zoals die gelden in het bestuursrecht, belastingrecht en civiele recht bij schade door besluiten of handelen van de overheid.

FTV 2017/21 - De fiscale herkwalificatie van de erfpachtcanon

Aflevering 4, gepubliceerd op 30-04-2017 geschreven door Nijnatten, mr. E.J.F.C. van
Sinds begin jaren zeventig is de erfpachtcanon[NOOT: Art. 5:85 BW definieert: “1. Erfpacht is een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft eens anders onroerende zaak te houden en te gebruiken. 2. In de akte van vestiging kan aan de erfpachter de verplichting worden opgelegd aan de eigenaar op al dan niet regelmatig terugkerende tijdstippen een geldsom – de canon – te betalen.”] in de eigenwoningregeling aftrekbaar. In de loop der tijd is gebleken dat er erfpachtconstructies worden opgezet, bijvoorbeeld door de hypotheekrenteaftrek na dertig jaar om te zetten in een erfpachtcanon om zo de aftrekbaarheid te verlengen. De Hoge Raad heeft de afgelopen jaren de aftrekbaarheid van de canon in diverse arresten afgebakend. Daarover gaat deze bijdrage.

FTV 2017/22 - ANBI-vereisten in de praktijk: een stand van zaken

Aflevering 4, gepubliceerd op 30-04-2017 geschreven door Hemels, S.
giftenaftrek en de praktijk rondom algemeen nut beogende instellingen (hierna: ANBI’s) en sociaal belang behartigende instelling (SBBI’s) naar de Tweede Kamer gestuurd.[NOOT: Kamerstukken II 2016-2017, 34552, nr. 77. De evaluatierapporten hebben zelf geen Kamerstuknummer gekregen, deze zijn alleen op internet gepubliceerd, onder meer op www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/01/27/brief-over-evaluaties-giftenaftrek-en-de-evaluatie-van-de-praktijk-rondom-anbi-s-en-sbbi-s.] Laatstgenoemde evaluatie[NOOT: Ministerie van Financiën, Evaluatie van de praktijk rondom ANBI’s en SBBI’s, 2017, www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/01/27/bijlage-evaluatie-van-de-praktijk-rondom-anbi-s-en-sbbi-s. Hierna verkort aangehaald als MinFin 2017.] (hierna ook aangehaald als ‘het rapport’) is door het ministerie van Financiën verzorgd en bevat interessante informatie over een aantal voor ANBI’s relevante punten. Het rapport bevat enerzijds feitelijke gegevens over het aantal ANBI’s en aanvragen per jaar en de wijze waarop ANBI’s worden gecontroleerd. Daarnaast bevat het zienswijzen over de vereisten inzake de rechtsvorm, het 90% algemeen nut beogen, commerciële prijzen, het vermogen en de beschikkingsmacht daarover, de bestuurdersbeloning, de statutaire liquidatiebepaling en transparantie. Ook bevat het rapport de ervaringen van de Belastingdienst met de integriteitstoets en de informatieplicht van ex-ANBI’s. Voor de uitvoeringspraktijk is dit daarom een interessant document. Dit artikel bespreekt voornoemde punten en koppelt deze aan recente jurisprudentie en praktijkdiscussies over ANBI’s.[NOOT: De evaluatie van de giftenaftrek komt in dit artikel niet aan de orde. Zie daarvoor S.J.C. Hemels, “Evaluatie ANBI en giftenaftrek: handhaving verbeteren reëel alternatief voor afschaffing”, WFR 23 februari 2017.]

FTV 2017/23 - Aflossing van een niet-opeisbare geldvordering: welke waarde?

Aflevering 4, gepubliceerd op 30-04-2017 geschreven door Schoenmaker, mr. F.A.M.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat er voortijdig wordt afgelost op een erfrechtelijke geldvordering, terwijl deze in beginsel pas opeisbaar zal zijn bij het overlijden van de schuldenaar. Een bekend voorbeeld hiervan is de langstlevende echtgenoot die een erfrechtelijke schuld aan zijn stiefkinderen aflost om van een hoop gezeur af te zijn. De vraag komt dan op welk bedrag er moet worden overgemaakt aan de stiefkinderen. Het blijkt dat degenen die beroepshalve veel te maken hebben met de Successiewet – zoals notarissen – geneigd zijn om de contante waarde van de vordering te berekenen conform de verouderde waarderingsmaatstaven van de Successiewet (art. 5 en 10 Uitv.besl. SW 1956). Het gevaar duikt dan op dat aan de stiefkinderen een lager bedrag wordt uitgekeerd dan waarop zij actuarieel bezien recht zouden hebben.