Aflevering 11

In een recente klachtenprocedure die leidde tot de uitspraak van de Notariskamer van het Amsterdamse Hof van 1 oktober 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:2704), werd de (toegevoegd) notaris verweten dat zij in strijd met haar zorgplicht erflater – de vader van klaagster – niet op enig moment onder vier ogen had gesproken. De notaris werd ook verweten dat zij de wilsbekwaamheid van erflater onvoldoende had onderzocht. Het hof achtte deze klachten, evenals de Kamer voor het notariaat, ongegrond.

Het eerste deel van deze bijdrage is verschenen in het vorige nummer van ftV.1 In dat eerste deel is ingegaan op de uitleg van ‘alsof’-bedingen in het licht van het ontstaan van ‘alsof’-vergoedingsrechten. In dit tweede deel komt de verhouding tussen het ‘alsof’-beding, vergoedingsrechten en kosten van de huishouding aan de orde, alsmede de verhouding tussen het ‘alsof’-beding en vergoedingsrechten op grond van art. 1:87 BW. Daarnaast zal in dit tweede deel een overgangsrechtelijk voorbehoud worden gemaakt, en zullen beide delen worden afgesloten met een conclusie.

Op 19 april 2024 vond het jaarlijkse Notamail Symposium plaats in De Kuip in Rotterdam. Op deze dag zijn de belangrijkste onderwerpen besproken die het afgelopen jaar in de Notamail zijn gepubliceerd. Deze bijdrage vormt de uitgewerkte versie van de lezing die de auteur gaf op het gebied van het onroerendezakenrecht.