Aflevering 6

Beste lezer,

De huurder vordert in conventie vernietiging, althans ontbinding van de huurovereenkomst en vergoeding van de door haar geleden schade. De verhuurder vordert in reconventie ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en vergoeding van de door haar geleden schade, bestaande uit huurderving. De kantonrechter wijst de vorderingen in conventie af en die in reconventie toe. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter. Het heeft in dat kader voor recht verklaard dat de verhuurder onrechtmatig heeft gehandeld door het vonnis van de kantonrechter te executeren.

De verhuurder (een woningstichting) vordert de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning vanwege de aanwezigheid van één hennepplant op het balkon. De verhuurder voert daartoe aan dat het kweken van hennep op grond van artikel 6.9 van de bij de huurovereenkomst horende algemene voorwaarden niet is toegestaan en dat zij ten aanzien van het kweken van hennep een zerotolerancebeleid voert. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen.

De verhuurder (een brouwerij) vordert (onder andere) de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde (een horecabedrijfsruimte) vanwege het stelselmatig te laat en volledig betalen van de huur en vanwege het schenden van de in de huurovereenkomst opgenomen drankafnameverplichting. De kantonrechter heeft de vorderingen toegewezen.

De huurder en de verhuurder van een bedrijfsruimte verschillen bij het einde van de huurovereenkomst van mening over de vraag of de verhuurder aan de huurder een vergoeding verschuldigd is voor een door de huurder aangebracht brandwerend plafond. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen.

De verhuurder (een woningstichting) vordert de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning. De huurovereenkomst betreft een zogenaamde laatste kans-overeenkomst (aangegaan na ontbinding van de vorige huurovereenkomst door de kantonrechter vanwege ernstige overlast). De huurovereenkomst bevat naast de gebruikelijke voorwaarden ook voorwaarden op grond waarvan de huurder gehouden is bepaalde zorg te accepteren. Het zorgtraject is niet van de grond gekomen en de huurder veroorzaakt wederom overlast (geluidsoverlast door haarzelf en haar kinderen, overlast van haar honden en het naar binnen gluren bij anderen). De kantonrechter heeft de zaak aangehouden, omdat het niet van de grond komen van het zorgtraject aan de verhuurder te wijten is. Daardoor heeft de huurder geen eerlijke laatste kans gekregen. De kantonrechter heeft de verhuurder in de gelegenheid gesteld het zorgtraject alsnog in te zetten.

De verhuurder van een woning, gelegen in een flatgebouw, vordert de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning. De verhuurder voert daartoe (onder andere) aan dat sprake is van stankoverlast vanuit de woning door het kweken en drogen van hennep in de woning. De verhuurder vordert daarnaast betaling van de huurachterstand.

De huurder van een horecabedrijfsruimte vordert (onder andere) een verklaring voor recht dat sprake is van gebreken in de vorm van gebrekkige geluidsisolatie en vocht in een buitenmuur en dat huurder om die reden recht heeft op huurprijsvermindering. De kantonrechter heeft de vordering van de huurder afgewezen, omdat de wettelijke gebrekenregeling in de algemene bepalingen (naar het model van de ROZ) bij de huurovereenkomst is beperkt ten gunste van de verhuurder.

De verhuurder heeft de huurovereenkomst met betrekking tot een 290-bedrijfsruimte opgezegd op grond van dringend eigen gebruik. De verhuurder wenst op het perceel waarop de bedrijfsruimte is gelegen zelf een hotel te gaan exploiteren. De verhuurder vordert (onder andere) dat de kantonrechter het tijdstip bepaalt waarop de huurovereenkomst eindigt. De kantonrechter wijst de vordering toe en veroordeelt de verhuurder tot betaling van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten van (in totaal) € 40k. De huurder stelt hoger beroep in.

De verhuurder, zijnde de oudste broer van de huurders, Henk, vordert in conventie (onder andere) de ontbinding van de huurovereenkomst vanwege wanbetaling. De huurders, zijnde de jongere broers van Henk, Evert en Hans, vorderen in reconventie dat voor recht verklaard wordt dat zij op grond van de huurovereenkomst een bedrag van € 136,13 per maand aan huur verschuldigd zijn. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding afgewezen en de in reconventie gevorderde verklaring voor recht toegewezen.

De verhuurder van een woning vordert (onder andere) primair dat de huurovereenkomst ontbonden wordt, omdat de huurder de bestemming van de woning zou hebben gewijzigd door daarin een architectenbureau te exploiteren. De verhuurder vordert subsidiair dat de kantonrechter het tijdstip vaststelt waarop de huurovereenkomst door opzegging is geëindigd. De verhuurder heeft de huurovereenkomst opgezegd op grond van dringend eigen gebruik, omdat sprake zou zijn van een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten van de woning.

De exploitant van een golfterrein heeft een op het terrein gelegen woon- annex praktijkruimte in gebruik gegeven voor de duur van 2 x 10 jaar op voorwaarde dat de huurder het gehuurde renoveert en onderhoudt. In artikel 9 van de huurovereenkomst is overeengekomen dat de meerwaarde na het verstrijken van die duur aan de huurder wordt vergoed. De duur van 2 x 10 jaar is inmiddels verstreken. De verhuurder heeft gevorderd dat vastgesteld wordt welk bedrag aan meerwaarde zij aan de huurder dient te betalen en dat voorts vastgesteld wordt welke huurprijs de huurder thans verschuldigd is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bepaling van het door de verhuurder aan de huurder verschuldigde bedrag pas na het einde van de huurovereenkomst kan worden vastgesteld en dat daar nog geen sprake van is. De kantonrechter heeft partijen uitgelaten over de nieuw vast te stellen huurprijs. De kantonrechter heeft toestemming verleend voor het instellen van hoger beroep tegen het tussenvonnis.

De verhuurder (een woningstichting) van een woning vordert dat de huurder veroordeeld wordt tot betaling van de huurachterstand.

De eigenaar van een woning vordert een verklaring voor recht dat de zoon van de voormalige huurders zonder recht of titel in de woning verblijft nadat de huurders die woning hebben verlaten. De eigenaar vordert voorts dat de zoon tot ontruiming veroordeeld wordt. De zoon heeft zijn hele leven in de woning gewoond. De kantonrechter heeft de vorderingen toegewezen, waarna de woning is ontruimd. Het hof heeft de vorderingen alsnog afgewezen.

De eigenaren van een woning vorderen dat de huurder en de bemiddelaar veroordeeld worden tot vergoeding van de schade die zij hebben geleden nadat in de woning een hennepkwekerij is aangetroffen. Ten aanzien van de huurders hebben zij voorts de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning gevorderd. De kantonrechter heeft de vordering tot vergoeding van de schade afgewezen.

Privaatrechtelijke juridische aspecten van vakantieverhuur bij het appartementsrecht en het huurrecht

Huurbeding en artikel 3:264 BW. Nieuwe verhuring, ongewoon, voor hypotheekhouder meer bezwarend. Executiewaarde, hypotheekakte en hypotheekhouder.

Overzicht van wetten en regels die tussen februari en juli 2017 van kracht zijn geworden c.q. aangepast.