Aflevering 8

‘Sustainability’ en ‘duurzaamheid’ zijn inmiddels buzzwoorden geworden; modewoorden die geen duidelijke betekenis hebben. En toch hebben wij ons themanummer Verduurzaming van vastgoed gedoopt. Wat kunt u dan verwachten?

De huurder van een servicebalie op Schiphol verzoekt de kantonrechter voorwaardelijk tot verlenging van de ontruimingstermijn als bedoeld in artikel 7:230a BW. De verhuurder (Schiphol) verzoekt voor recht te verklaren dat de huurovereenkomst is geëindigd.

De verhuurder van een woning annex bed and breakfast vordert in kort geding de ontruiming van de woning en betaling van de huurachterstand vanwege wanbetaling en wanprestatie. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen toe.

De verhuurder (een woningstichting) vordert in kort geding de ontruiming van een woning. De verhuurder voert daartoe aan dat de huurder de woning zonder toestemming van de verhuurder in gebruik heeft gegeven aan een derde.

De verhuurders van een woning vorderen in conventie onder andere te verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten huurovereenkomst is beëindigd en dat de huurder tot ontruiming veroordeeld wordt.

De huurder van een bedrijfsruimte vordert een verklaring voor recht dat de verhuurder (en haar bestuurder) de door de huurder gestelde bankgarantie ten onrechte hebben ingeroepen. Daarnaast vordert de huurder terugbetaling van het bedrag van de bankgarantie.

De huurders van een woning (studenten) verzoeken de huurcommissie een uitspraak te doen over de redelijkheid van de aanvangshuurprijs. De huurcommissie gaat er vanuit dat sprake is van verhuur van een zelfstandige woning en verlaagt de huur van € 1.

De huurder van een bedrijfsruimte vordert dat de verhuurder veroordeeld wordt tot betaling van schade in verband met door de huurder verrichte werkzaamheden en tot het uitvoeren van werkzaamheden.

De verhuurder vordert dat de huurder veroordeeld wordt tot verwijdering van een kippenren in de voortuin van de door hem gehuurde woning. De kantonrechter wijst de vordering toe. Het oordeel Het hof bekrachtigt het vonnis

Verduurzaming van woningen

Het aangenomen wetsvoorstel tot herziening van de Warmtewet is goed nieuws voor de verhuurders die tevens leverancier van warmte zijn.

De verplichting voor verhuurders tot het nemen van energiebesparende maatregelen op grond van de EED/Tijdelijke richtlijn.

Hoe de energiebesparingsplicht precies moet worden vervuld, is echter niet altijd even duidelijk. Die onduidelijk was er ook bij Aldi en een aantal algemene besturen van de Gemeente Amsterdam. De procedure tussen Aldi en de desbetreffende algemene besturen bij de Afdeling van de Raad van State - die duidelijkheid moest verschaffen ten aanzien van de al dan niet door Aldi te nemen energiebesparende maatregel(en) - wordt in dit artikel besproken.

Goederenrechtelijke kwalificatie van zonnepanelen.

Verplichting Bouwbesluit 2012 om voor kantoorgebouwen minimaal energielabel C te hebben op 1 januari 2023.

In ieder nummer van HIP wordt aan de hand van een praktijkgeval een wettelijke bepaling besproken. Het gaat steeds om een bepaling waarover weinig wordt geprocedeerd en weinig wordt geschreven. Het praktijkgeval wordt geschetst, de tekst van de bepaling wordt geciteerd, kort toegelicht en toegepast op het praktijkgeval. In deze aflevering van HIP wordt artikel 7:243 BW behandeld, dat de huurder van woonruimte de mogelijkheid biedt de verhuurder te dwingen tot het treffen van bepaalde energiebesparende maatregelen.