Aflevering 10

Gepubliceerd op 28 juli 2025

JB 2025/143 - Voor een veroordeling van het bestuursorgaan in de proceskosten is als regel bepalend of het aangewende rechtsmiddel slaagt, ongeacht de gronden waarop de bestreden uitspraak geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd. Vernietigingsgrond kan wel een rol spelen bij bepalen gewicht van de zaak

JB 2025/144 - Richtlijn belastingkamers gerechtshoven inzake vergoeding proceskosten bij WOZ-taxaties is geen recht als bedoeld in art. 79 Wet RO. Feitenrechters niet gebonden aan deze richtlijn en afwijking daarvan hoeft niet gemotiveerd te worden

JB 2025/145 - De burgemeester mocht zich op grond van de bestuurlijke rapportage redelijkerwijs op het standpunt stellen dat de openbare orde ter plaatse van het bedrijfspand onder druk stond en dit daarom aanwijzen als gebouw waarin het verboden is om zonder vergunning bedrijfsmatige activiteiten uit te oefenen

JB 2025/147 - Het voldoen van het collegegeld is op grond van art. 7.11 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek een procedurele eis voor de afgifte van een diploma. Het niet afgeven van het diploma is in dit geval niet onevenredig

JB 2025/148 - De reikwijdte van een handhavingsverzoek kan na het primaire besluit niet meer worden uitgebreid. De grond dat het gebruik in strijd is met de bestemming wordt daarom buiten beschouwing gelaten

JB 2025/149 - Een digitale ruimte, zoals een groepschat op Telegram, is geen openbare plaats in de zin van art. 2:2 lid 1 onder g Apv Utrecht. Met een openbare plaats waarop of waaraan het verboden is op enigerlei wijze door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden, wordt gedoeld op een fysieke plaats

JB 2025/150 - Hoewel het besluit over het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid formele rechtskracht heeft gekregen, werkt dit besluit door in het besluit tot het ongeldig verklaren van het rijbewijs. Er bestaat daarom aanleiding de gemotiveerde vrijspraak van de politierechter inzake het niet meewerken aan een ademonderzoek bij de beoordeling van het hoger beroep te betrekken

JB 2025/152 - De bij het incidenteel hoger beroep door B&W aangevoerde gronden komen nagenoeg overeen met die van belanghebbende. Het incidenteel hoger beroep van B&W wordt daarom aangemerkt als een principaal hoger beroep

JB 2025/153 - Een beslissing die op basis van het buitenwettelijke tegemoetkomingsbeleid voor immateriële schade is genomen en beoogt een financiële aanspraak toe te kennen of te onthouden aan personen die in de Fraude Signalering Voorziening stonden geregistreerd, is een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb