Aflevering 3

Deze aflevering van het Journaal Vreemdelingenrecht opent met een interview met Jannita Robberse, directeur van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V), die pleit voor samenwerken aan terugkeer. Huub Verbaten en Lambert Obermann bespreken het ACVZ-advies over het veiligelandenbeleid en geven inzicht in de aanbevelingen aan het kabinet en de kabinetsreactie. In deze aflevering ook de bijdrage van Suzy Duivenvoorde over het participatierecht van minderjarige vreemdelingen in de Nederlandse asielprocedure. Zij presenteert aanbevelingen om de positie van minderjarigen verder te verbeteren. David de Jong bespreekt verschillende vormen van private sponsoring van opvang van vluchtelingen. Frank Heinink en Maykel Bouma schrijven in een co-productie over het inreisverbod. Mark Klaassen en Gemma Lourens formuleren prejudiciële vragen in onze rubriek Potentieel Prejudicieel over gestelde alleenstaande minderjarige vreemdelingen en de erkenning daarvan door een andere lidstaat. Als afsluiting van deze aflevering bespreekt Marq Wijngaarden het proefschrift van Tamara Butter.

Interview met ir. J.G. (Jannita) Robberse (sinds 1 februari 2017 algemeen directeur DT&V)

Op 6 februari 2018 publiceerde de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) het advies ‘Op zoek naar veilige(r) landen’. Het advies bevat aanbevelingen aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om het veiligelandenbeleid te verbeteren. In dit artikel zullen we ingaan op delen van het advies en de kabinetsreactie.

Met de toename van het aantal minderjarige asielzoekers, is er op zowel internationaal als nationaal niveau de afgelopen jaren veel aandacht ontstaan voor de bescherming van minderjarige vreemdelingen in de asielprocedure. Een belangrijk onderdeel daarvan vormt het recht van minderjarigen om te participeren in de procedure. In dit artikel wordt bezien in hoeverre het participatierecht van minderjarige vreemdelingen, zoals neergelegd in de internationale en Europese wet- en regelgeving, tot uiting komt in de Nederlandse asielprocedure en worden aanbevelingen gedaan om de positie van minderjarige vreemdelingen in de Nederlandse asielprocedure verder te verbeteren.

Op 19 juni 2018 werd bij de Sociaal-Economische Raad een bijeenkomst gehouden, gehost door de Canadese ambassade, onder de titel ‘Engaging Communities in Refugee Sponsorship and Resettlement’, over private sponsoring van vluchtelingen. Dit artikel is een verslag van deze bijeenkomst.

In diverse uitspraken heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie laten blijken dat er een nationale bevoegdheid blijft bestaan om illegaal verblijf strafbaar te stellen mits dat de uitvoering van de Europese rechtsregels niet hindert. In het arrest Ouhrami heeft het Hof met zo veel woorden aangegeven dat de vervolging van de ongewenstverklaring de toets aan haar jurisprudentie kan doorstaan – wat doorwerkt op de vervolging van het inreisverbod.

In de rubriek ‘Potentieel Prejudicieel’ formuleren deskundigen in het Europees migratierecht prejudiciële vragen die aan het Hof van Justitie van de Europese Unie zouden kunnen of moeten worden gesteld. In deze aflevering bespreken Mark Klaassen en Germa Lourens de vraag hoe de lidstaten om moeten gaan met asielzoekers die stellen minderjarig te zijn maar waarvan in een andere lidstaat meerderjarigheid is vastgesteld.

Het proefschrift is interessant om te lezen waar het de verschillen tussen de Nederlandse en de Engelse rechtscultuur in gefinancierde asielzaken betreft.