Aflevering 1

Gepubliceerd op 25 februari 2019

MP 2019/14 - Sign. - Geen verticale prijsbinding in het geval dat retailer het aanbod van producent niet accepteert, niet naleeft en een klacht indient naar aanleiding van het gedrag van producent Besluit Conseil de la Concurrence (Lu), 24 oktober 2018

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019
De Conseil de la Concurrence, de Luxemburgse mededingingsautoriteit, heeft onder verwijzing naar Franse jurisprudentie besloten dat er geen sprake is van een verticale prijsbinding tussen een leverancier en een kledingwinkel.

MP 2019/21 - Sign. - Pay-for-delay kan ook misbruik opleveren maar niet in de Servier-zaak omdat markt niet juist is gedefinieerd Het Gerecht 12 december 2018, T-691/14, Servier SAS e.a./Europese Commissie, (ECLI:EU:T:2018:922)

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019
Het farmaceutisch bedrijf Servier heeft de bloeddrukverlager Perindopril ontwikkeld. Het patent op dit middel uit 1981 verliep in het begin van 2000. Daarop patenteerde Servier de productiemethode en verkreeg daarvoor een patent in 2004.

MP 2019/22 - Sign. - Rechter maakt duidelijk wat had moeten worden gesteld voor een vordering wegens misbruik Rb. Amsterdam 21 november 2018, Esterel Production S.A.R.L./[groothandel], Cobeco Pharma Wholesale B.V. & Cobeco Pharma Manufacturing B.V., (ECLI:NL:RBAMS:2018:8424)

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019
Esterel en de door haar gedaagde groothandel hebben reeds in 1982 een leveringsovereenkomst gesloten voor onbepaalde duur. In 2015 gaat de groothandel ook producten afnemen van producent Cobeco.

MP 2019/28 - Sign. - Hof bevestigt schending van de rechten van de verdediging in UPS/TNT-zaak HvJ EU 16 januari 2019, C-265/17 P, Europese Commissie/United Parcel Service en FedEx, (ECLI:EU:C:2019:23)

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) bekrachtigt de vernietiging door het Gerecht van het verbodsbesluit van de Commissie in de concentratiezaak UPS/TNT. Volgens het HvJ EU is ‘de eerbiediging van de rechten van de verdediging een algemeen

MP 2019/43 - Sign. - Onvoldoende onderzoek naar feiten en belangen parkeergarage bij algemeen belang besluit CBb 18 december 2018, De e-raad van de gemeente Hengelo/Q-Park Operations Netherlands B.V., (ECLI:NL:CBB:2018:660)

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019
De Gemeente Hengelo exploiteert een parkeergarage aan de B.P. Hofstedestraat. Q-Park exploiteert een 300 meter verderop gelegen garage. Op 3 december 2014 heeft gemeente Hengelo bij besluit vastgesteld dat het exploiteren van deze gemeentelijke garage

MP 2019/49 - Sign. - Arriva geen belanghebbende in beroepsprocedure tegen misbruikboete NS vanwege intrekking klacht Rb. Rotterdam 13 december 2018, Arriva Personenvervoer Nederland B.V./N.V. Nederlandse Spoorwegen en NS Groep N.V., (ECLI:NL:RBROT:2018:10118)

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019
Arriva heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) verzocht om handhavend op te treden tegen vermeend misbruik door de Nederlandse Spoorwegen (NS), wegen onder andere ongelijkheid in informatievoorziening .

MP 2019/50 - Sign. - Het niet verstrekken van stukken gerechtvaardigd om vertrouwelijkheid te eerbiedigen en te voorkomen dat partij onredelijk benadeeld wordt. CBb, 18 oktober 2018, gepubliceerd op 19 december 2018, Stichting Speel Verantwoord/ACM en derde partij Nederlandse Loterij B.V., (ECLI:NL:2018:CBB:2018:669)

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019
Stichting Speel Verantwoord heeft na vergeefs beroep tegen de vergunningverlening voor de concentratie tussen de Staatsloterij en Lotto-Toto tot de Nederlandse Loterij hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van Rechtbank Rotterdam.

MP 2019/53 - Art. - ECN+ Richtlijn: harmonisering van de handhaving van de Europese mededingingsregels

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019 geschreven door Heideman, T.R.
Zestien jaar na Verordening (EG) 1/2003 heeft de decentralisatie van het Europese mededingingsrecht een nieuwe impuls gekregen met Richtlijn (EU) 2019/1 (‘de Richtlijn’). Deze beoogt de positie van nationale mededingingsautoriteiten (‘NMA’s’) te versterken door minimumnormen vast te stellen voor hun onafhankelijkheid en bevoegdheden. De Richtlijn brengt ook de clementieprogramma’s van NMA’s dichter bij elkaar, maar zorgt niet voor een ‘one-stop-shop’. Lidstaten hebben tot 4 februari 2021 om de Richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Deze bijdrage gaat in op de bepalingen van de Richtlijn en wat zij betekenen voor de Nederlandse praktijk.

MP 2019/54 - Art. - Mededingingsrecht en de strijd om talent: analyse van een wereldwijde handhavingstrend

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019 geschreven door Meer, C.P. van en Christiaans, D.R.M.
Ondernemingen concurreren met elkaar bij de verkoop van producten en het aanbieden van diensten. Dat het mededingingsrecht hierbij een belangrijke rol speelt is evident. Minder evident is de rol van het mededingingsrecht ten aanzien van een kernonderdeel van iedere onderneming: de werknemers. Het belang van concurrentie tussen werkgevers bij het werven van werknemers en het bepalen van arbeidsvoorwaarden wordt onderstreept door toenemende handhaving en interesse in dit onderwerp van mededingingsautoriteiten wereldwijd. In deze bijdrage analyseren wij deze ontwikkeling en de implicaties daarvan naar het Europese en Nederlandse mededingingsrecht.

MP 2019/55 - Art. - Samenwerking in de zorg: mededingingsrecht effectief instrument tegen uitsluiting?

Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2019 geschreven door Hensen, G.
Uit de rechtspraak blijkt dat steeds meer (beweerdelijk) uitgesloten zorgaanbieders een beroep doen op het mededingingsrecht om de uitsluiting door een samenwerkingsverband aan te vechten. Rechtbanken stellen veelal de contractsvrijheid voorop. In de tot nog toe gewezen rechtspraak was echter telkens de kwaliteitsborging in het geding en/of het verzoek tot toegang tot een samenwerkingsverband onvoldoende onderbouwd door de uitgesloten zorgaanbieder. Indien de vordering goed wordt onderbouwd en de kwaliteitsborging niet in het geding is, dan kunnen niet-transparante, disproportionele, discriminerende of ontoereikende lidmaatschapscriteria mogelijk wel leiden tot een verplichting voor het samenwerkingsverband om de zorgaanbieder toe te laten als het samenwerkingsverband noodzakelijk is om op de markt actief te zijn.