Aflevering 5-6

In 2018 heeft de Commissie Altice een boete van € 124,5 miljoen opgelegd vanwege het overtreden van het concentratietoezicht. De bepalingen in de SPA die Altice bepaalde goedkeuringsrechten met betrekking tot de bedriifsvoering van target in de periode tussen signing en closing gaven Altice al voor de melding van de concentratie bij de Commissie zeggenschap over de target. Daarmee heeft Altice de meldplicht en wachtplicht overtreden volgens de Commissie. Het Gerecht bevestigt dat Altice prematuur zeggenschap heeft verkregen maar geeft ook meer duidelijkheid welke goedkeuringsrechten een koper mag hebben tussen signing en closing.

In deze bijdrage wordt de nieuwe ‘Werkwijze bij concentratiezaken’ van de ACM besproken, waarbij een aantal interessante en/of nieuwe punten (ten opzichte van de oude ‘Spelregels 2013’) in meer detail wordt besproken. Met deze nieuwe Werkwijze opent de ACM de mogelijkheid meldingen en vergunningsaanvragen uitsluitend digitaal in te dienen, en raadt de ACM aan om in een vroeg stadium nadere informatie te verschaffen over mogelijke efficiëntieverbeteringen of een eventueel reddingsfusieverweer, zonder dat de ACM dit zal zien als erkenning van mededingingsproblemen. Daarnaast wordt ook het nieuwe verwijzingsbeleid van de ACM ten aanzien van artikel 22 CoVo in de Werkwijze weergegeven.

Deze zaak betreffende een inbreuk op het mededingingsrecht van drie aanbieders van notarieel aktepapier in Nederland is, na tien jaar procederen, tot een eind gekomen. Volgens de rechter hebben partijen zich schuldig gemaakt aan het maken van prijsafspraken en het overeenkomen van een brutowinstmarge. Na het boetebesluit van de Autoriteit Consument en Markt, waarbij boetes zijn opgelegd aan de betrokken ondernemingen en twee natuurlijke personen, is er uitgebreid geprocedeerd tegen zowel het boetebesluit als de publicatie daarvan. Dit heeft geleid tot een aantal interessante uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven en Rechtbank Rotterdam.

Deze bijdrage gaat in op de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waarin de miljoenenboete die de Autoriteit Consument & Markt heeft opgelegd aan de Nederlandse Spoorwegen (“NS”) is vernietigd. Volgens het College beschikte NS niet over een economische machtspositie en kon zij deze dus ook niet hebben misbruikt. De auteurs menen dat de Autoriteit Consument & Markt wel degelijk terecht heeft vastgesteld dat er bij de concessieverlening aan NS destijds onvoldoende concurrentie was. Het College heeft te zeer de nadruk gelegd op potentiële concurrentie, zonder daarbij de daadwerkelijke concurrentie in ogenschouw te nemen.