NTFR 2024/1001 - Voor het werkelijke rendement moet het gehele box 3-vermogen in aanmerking worden genomen
ECLI:NL:HR:2024:705, datum uitspraak 06-06-2024, publicatiedatum 06-06-2024
Aflevering 24, gepubliceerd op 12-06-2024 met annotatie van mr. E. AlinkTot het box 3-vermogen van belanghebbende behoort een aandeel in de reservefondsen van een aantal verenigingen van eigenaren (aandeel in VvE-reserves). Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2023/185) heeft geoordeeld dat het werkelijke rendement op dit aandeel lager is dan het forfaitaire rendement van 5,38%. Voor het rechtsherstel is het hof uitgegaan van het forfaitaire rendement van 0,12% zoals dat geldt voor bank- en spaartegoeden. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. Zoals de Hoge Raad ook in zijn arrest HR 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:704, nr. 22/04676 heeft overwogen, moet het rendement op het gehele box 3-vermogen in aanmerking worden genomen, en niet alleen het rendement op een aandeel in de VvE-reserves. Verder blijkt uit de stukken niet wat het werkelijke rendement op het gehele vermogen is, zodat geen rechtsherstel hoeft te worden geboden. De zaak wordt nog verwezen naar hof Den Bosch om het forfaitaire rendement vast te stellen dat voortvloeit uit de Wet rechtsherstel box 3. Daarbij moet ervan worden uitgegaan dat het aandeel in de VvE-reserves niet is aan te merken als banktegoed, maar als overige bezitting.