REP 2017/143 - Sign. - Artikel 3:194 lid 2 BW (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 2 februari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:348)
Aflevering 3, gepubliceerd op 29-04-2017M en V zijn in 2004 in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd, welk huwelijk in 2015 door echtscheiding is ontbonden. M is eigenaar van 5% van de aandelen in de BV van zijn ouders. Partijen twisten over de waarde van dat aandelenpakket. De rechtbank heeft die – bij gebreke van financiële onderbouwing door M – per de peildatum (30 april 2014) vastgesteld op € 100.000. In hoger beroep heeft M de jaarstukken 2012, 2013 en 2014 overgelegd, alsmede een accountantsverklaring waaruit blijkt dat de waarde van zijn aandelenpakket per de peildatum € 20.000 bedroeg. Volgens V heeft M opzettelijk de waarde van de aandelen voor haar verzwegen, zoek gemaakt of verborgen gehouden. M heeft daardoor – ingevolge artikel 3:194 lid 2 BW – zijn aandelen verbeurd en dient uit dien hoofde de waarde daarvan aan haar te voldoen, aldus V, die verder het waarheidsgehalte van de door M overgelegde financiële bescheiden in twijfel trekt.