Aflevering 8

Gepubliceerd op 11 december 2018

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 22-08-2024

REP 2018/520 - Sign. - In consultatie: wetsvoorstel Tegengaan huwelijkse gevangenschap

Aflevering 8, gepubliceerd op 11-12-2018
Op 18 oktober jl. ging het wetsvoorstel Tegengaan huwelijkse gevangenschap in consultatie. Doel van het voorstel is het vergemakkelijken van het binnen één procedure afhandelen van de echtscheiding en een verzoek om een bevel tot medewerking aan het teniet doen gaan van een religieuze verbintenis. Daarnaast wordt de praktijk voor zittingen gesloten jeugdhulp op locatie en de praktijk van het doen van mondelinge uitspraak in spoedeisende gevallen verankerd, en bevat het wetsvoorstel een aantal technische wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Boeken 1 en 10 BW en enige andere wetten. De consultatie eindigde op 15 november jl.

REP 2018/554 - Sign. - Tweede Kamer stemt in met WIEG

Aflevering 8, gepubliceerd op 11-12-2018
Bij de geboorte van een baby krijgt de partner van de moeder meer dagen vrij. Vanaf begin volgend jaar een hele week. Nu is dat nog twee dagen. Vanaf 1 juli 2020 worden de verlofmogelijkheden voor partners na de komst van een baby verder uitgebreid, tot maximaal zes weken. De Tweede Kamer stemde op 2 oktober jl. in met de nieuwe Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG, wetsvoorstel 34967). Eerder adviseerde de Raad van State nog negatief over vergelijkbare plannen, wat eind 2017 leidde tot intrekking van dat wetsvoorstel (34617). In juni 2018 diende minister Koolmees echter een nieuw wetsvoorstel in.

REP 2018/582 - Sign. - Belastingplan 2019: geen erfbelastingrente als aangifte binnen 8 maanden is ingediend

Aflevering 8, gepubliceerd op 11-12-2018
Het Belastingplan 2019 bevat het reeds aangekondigde voorstel met betrekking tot de erfbelasting, waardoor er voor sterfgevallen vanaf 2019 geen belastingrente is verschuldigd als binnen acht maanden na het overlijden om een voorlopige aanslag is verzocht, of de aangifte is ingediend en de aanslag dienovereenkomstig wordt vastgesteld. Verder bevat het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2019 regelgeving waardoor het voor de fiscus soms makkelijker wordt om belastingschulden te verhalen op personen die een voordeel hebben ontvangen van insolvente of nadien overleden belastingplichtigen.

REP 2018/620 - Art. - Reactie op artikel T.M. Subelack: de verknochtheid van een ontslagvergoeding

Aflevering 8, gepubliceerd op 11-12-2018 geschreven door Brinkman, R.E.
In een mooi overzichtsartikel geeft Subelack (REP 2018/4) – naar aanleiding van een recente uitspraak van de Hoge Raad HR 23 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:270 (in het artikel van Subelack wordt per abuis verwezen naar 70 in plaats van 270 aan het eind van de ECLI). – de geschiedenis en huidige stand van zaken weer rondom verknochtheid van een ontslagvergoeding in het huwelijksgoederenrecht. Ik wil reageren op zijn stellingen over verknochtheid en zaaksvervanging, in samenhang met vergoedingsrechten.

REP 2018/621 - Art. - Naschrift op de reactie van R.E. Brinkman (verknochtheid en zaaksvervanging)

Aflevering 8, gepubliceerd op 11-12-2018 geschreven door Subelack, T.M.
De redactie van REP heeft mij de gelegenheid geboden om te reageren op de reactie van Brinkman (zie vorige artikel in deze aflevering van REP) op mijn artikel in REP 2018/4. L.H.M. Zonnenberg heeft in zijn artikel ‘Nogmaals verknochtheid en zaaksvervanging’, EB 2018/88 ook gereageerd op mijn bijdrage in REP 2018/4. Onderhavige reactie is op onderdelen ook (indirect) een reactie op de bijdrage van Zonnenberg. Van die gelegenheid maak ik graag gebruik. Hetgeen ik in deze bijdrage opmerk over (1) de toepasselijkheid van de regels van zaaksvervanging bij verknochte goederen (of liever gezegd: het gebrek daaraan), (2) de beoordeling van de verknochtheid van een goed waarvan de verwerving met een verknochte aanspraak/uitkering is gefinancierd, (3) het ontstaan van vergoedingsrechten in geval van wederbelegging van verknochte gelden, alsmede (4) de economische benadering van verknochtheid, geldt naar mijn mening op gelijke wijze voor een letselschade-uitkering, indien en voor zover deze betrekking heeft op vergoeding van inkomensschade wegens door het ongeval blijvend verloren arbeidsvermogen. Uit rechtspraak van de Hoge Raad volgt immers dat, voor het antwoord op de vraag of een dergelijke aanspraak/uitkering bijzonder verknocht is, op gelijke wijze als voor de ontslagvergoeding een onderscheid gemaakt dient te worden tussen dat deel van de aanspraak/uitkering dat betrekking heeft op de periode vóór ontbinding van de huwelijksgemeenschap, en dat deel van de aanspraken/uitkering dat betrekking heeft op de periode ná ontbinding van de huwelijksgemeenschap. Voor zover de aanspraak/uitkering ziet op de laatstgenoemde periode, valt deze als bijzonder verknocht niet in de huwelijksgemeenschap. Verwezen wordt met name naar de uitspraken van de Hoge Raad van 24 oktober 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2470, NJ 199/693, Hoge Raad 3 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX8843, NJ 2008/257, Hoge Raad 3 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX7805, NJ 2008/258 en Hoge Raad 7 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BY0957, NJ 2013/141. Ik zal daarbij de casus tot uitgangspunt nemen, die Brinkman halverwege zijn artikel schetst.