Aflevering Bulletin 1

Het vergroten van de maatschappelijke veiligheid en het terugdringen van recidive geldt als een van de topprioriteiten van het kabinet. Deze prioriteit heeft al geleid tot een reeks van wettelijke maatregelen. Ondanks dat deze maatregelen nog niet zijn geëvalueerd op hun effectiviteit, is recent een nieuw wetsvoorstel ingediend dat levenslang toezicht mogelijk moet maken voor ernstige zeden- en geweldsdelinquenten. Levenslang toezicht zal echter uitzondering moeten blijven.

De straf die een verdachte krijgt opgelegd kan grote consequenties hebben voor zijn leven ná de tenuitvoerlegging. Zo kan de veroordeling leiden tot het weigeren van de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag (VOG), zeker nu de staatssecretaris terughoudender lijkt te willen worden in de afgifte van een VOG. In hoeverre werkt de veroordeling door in de beoordeling van de VOG-aanvraag? En moet en kan de rechter hiermee rekening houden bij de bepaling van de straf?

In de afgelopen jaren is in dit tijdschrift regelmatig aandacht besteed aan de ontwikkeling van straftoemetingsrichtlijnen in Engeland en Wales.1 Ik vermoed dat de aandacht daarvoor enige invloed heeft gehad op de gedachtevorming over de thans in de Nederlandse rechtspraak veelvuldig gehanteerde oriëntatiepunten. Tegen deze achtergrond is het van belang (uitgebreid) aandacht te besteden aan het boek Sentencing guidelines. Exploring the English model, waarin de Engelse ervaringen uitvoerig en grondig worden geëvalueerd. Dat de redacteurs Ashworth en Roberts hun sporen ruimschoots hebben verdiend, behoeft geen nadere toelichting

Onlangs verscheen Criminaliteit en rechtshandhaving 2012.1 Op basis daarvan geef ik in deze bijdrage een korte schets van ontwikkelingen in het jeugdstrafrecht vanaf 2000. Het lijkt me goed om de blik daarbij te verbreden tot het hele werkveld van de kinderrechter en ook enige ontwikkelingen op civielrechtelijk gebied in beeld te brengen.

In april 2012 werd in Trema Straftoemetingsbulletin aangekondigd dat de rechtspraak de mogelijkheden zou onderzoeken om te komen tot een opvolger van de Databank Consistente Straftoemeting (DCST): de Gegevensbank Informatie over De Straftoemeting (GIDS).1 De resultaten van dit onderzoek hebben het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) op 20 september 2013 doen besluiten op dit moment niet verder te gaan met GIDS. Ondertussen is het einde van de DCST in zicht. Toch blijft er met het oog op een consistente straftoemeting behoefte bestaan aan een instrument waarmee ten behoeve van de straftoemeting snel en eenvoudig uitspraken in vergelijkbare strafzaken kunnen worden gevonden. Enkele nieuwe ontwikkelingen geven aanleiding om de mogelijkheden voor een opvolger van de DCST opnieuw te bezien.