BER 2012, afl. 6 - Sign. - Beslag onder werkgever: vanaf welke datum reserveren voor beslaglegger?
Aflevering 6, gepubliceerd op 01-09-2012 Wildeboer was veroordeeld om aan Actium een bedrag te betalen. Actium heeft op 8 april 2009 executoriaal derdenbeslag gelegd onder SGU, de werkgever van Wildeboer voor een bedrag van in totaal € 8.718,67. SGU heeft op 14 oktober 2009 een verklaring derdenbeslag afgelegd. Volgens die verklaring valt maandelijks € 566,76 onder het beslag. Op dezelfde dag heeft SGU een bedrag van € 1.328,27 aan Actium betaald, waarvan € 1.000,00 aan hoofdsom en € 328,27 aan proceskosten. Voorts heeft Actium met ingang van de maand oktober 2009 steeds € 566,76 aan SGU afgedragen. Actium heeft in eerste aanleg gevorderd SGU te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van € 7.718,67, vermeerderd met de wettelijke rente van 4 % per maand over € 1.740,00 vanaf 8 april 2009 tot de dag der betaling en subsidiair dat SGU op de voet van het bepaalde in artikel 477a lid 2 Rv gerechtelijke verklaring doet en wordt veroordeeld tot betaling van hetgeen volgens vaststelling door de rechter aan Actium zal blijken toe te komen. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen. Het geschil tussen partijen in hoger beroept spitst zich toe op de vraag naar de datum met ingang waarvan SGU de beslagen geldbedragen ten behoeve van Actium heeft moeten reserveren. SGU stelt zich op het standpunt dat zij eerst nadat zij verklaring ex artikel 476 b Rv heeft gedaan, dus op 14 oktober 2009 verplicht is de volgens die verklaring verschuldigde geldsommen te reserveren en te voldoen, Actium stelt dat SGU verplicht is tot het reserveren van betalingen vanaf de datum van de beslaglegging, in casu 8 april 2009.