BER 2014/157 - Sign. - Executie van aandelen waarvan de waarde moeilijk te bepalen is
Aflevering 7, gepubliceerd op 01-11-2014 Verzoeker Maquarie (M) verzoekt onder meer te bepalen dat het M is toegestaan de aandelen van Juno in Jupiter onder aanwezigheid van de deurwaarder die op de voet van artikel 474 Rv van de verkoop proces-verbaal zal opstellen, onderhands aan zichzelf te verkopen voor een bedrag van EUR 1 per aandeel; dan wel te bepalen dat het M is toegestaan de aandelen in Jupiter openbaar te verkopen, onder aanwezigheid van de deurwaarder, die van de verkoop proces-verbaal zal opmaken met bepaling dat (i) M tevens als bieder en koper van de aandelen in Jupiter zal kunnen optreden en (ii) dat deze openbare verkoping kan geschieden zonder bemoeienis van een deskundige en (iii) dat M kan volstaan met publicatie van de openbare verkoping in een Nederlands landelijk gelezen dagblad, onder verwijzing naar de jaarrekening van Jupiter zoals gedeponeerd in het handelsregister; en te bepalen dat de verkooptermijn zal worden verlengd tot 11 november 2014, met dien verstande dat deze termijn opnieuw op tijdig verzoek van M kan worden verlengd. M legt het volgende aan haar verzoek ten grondslag. Bij beschikking van 11 november 2010 heeft de rechtbank beslist dat de executie van de aandelen van Juno in Jupiter mogelijk is door onderhandse dan wel openbare verkoop. Er bestaat echter geen enkel zicht op de waarde van de aandelen in Jupiter. Dit wordt mede veroorzaakt door het gebrek aan beschikbare gegevens over de onderneming. Daarnaast blijkt uit het door M overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel in Australië dat een van de meest waardevolle dochtervennootschap(pen), te weten vennootschap X, is onttrokken aan het vermogen van Jupiter. M beschikt niet over andere informatie omtrent de waarde van de onderneming van Jupiter dan de laatste gedeponeerde jaarrekening. M heeft Juno verzocht om informatie te verstrekken, echter Juno heeft aan dat verzoek geen gevolg gegeven. Bij voorkeur wil M van haar bevoegdheid tot onderhandse verkoop van de aandelen Jupiter gebruik maken door de aandelen zelf voor een bedrag van EUR 1 per aandeel te kopen. Vervolgens zal M dan haar positie als aandeelhouder van Jupiter aanwenden om haar vordering van AUD 16 miljoen te incasseren. Indien de rechtbank mocht oordelen dat M niet onder die condities de aandelen in Jupiter zelf mag kopen, zal M een openbare verkoping houden, met dien verstande dat in het geval er geen biedingen zijn die de vordering van M overstijgen, M zelf een bod op de aandelen zal uitbrengen, aldus steeds M.