Aflevering 4

Het hof is – evenals de rechtbank - van oordeel dat X geen verlof krijgt om conservatoir beslag te leggen ten laste van Y en twee hypotheekhouders (Mr. J. De Wit Advocaat & Procureur BV en de maatschap Van Diepen Van Der Kroef Advocaten). Het hof is van oordeel dat het doel dat X beoogt te bereiken, eveneens kan worden bereikt door beslag te leggen met gebruikmaking van zijn executoriale titel.

Metaalrecyclingbedrijf Euregio heeft in 2012 rijplaten gekocht. De politie heeft kort daarna de rijplaten op de voet van artikel 94 Sv in beslag genomen die zich bevonden op het terrein van Euregio. De rijplaten waren namelijk gestolen van Rental Equipment BV en Materieel BV. Tot en met 10 september 2013 hebben de strafrechtelijk in beslag genomen rijplaten op het terrein van Euregio gelegen. Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter hebben Rental en Materieel op 11 september 2013 ten laste van Euregio conservatoir beslag tot afgifte doen leggen op 124 rijplaten.

Bouwbedrijf heeft voor geïntimeerden werkzaamheden verricht. Hierover is een geschil gerezen. Bouwbedrijf is tot een betaling veroordeeld. In arbitrage is het eindbedrag lager uitgevallen. In deze zaak gaat het om de vordering van Bouwbedrijf tot vergoeding van de schade door haar geleden als gevolg van de tenuitvoerlegging - onder andere doordat executoriale beslagen door geïntimeerden zijn gelegd - van het tussen partijen gewezen arbitrale vonnis dat later in arbitraal hoger beroep is vernietigd.De grondslag van deze vordering, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, is onrechtmatige daad . Daarbij beroept Bouwbedrijf zich op HR 19 mei 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5863, (recentelijk bevestigd in HR 1 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:542).

Veolia Transport Nederland Openbaar Vervoer BV heeft in 2010 een overeenkomst gesloten met X BV voor herstel van schade aan voertuigen. Voordat X BV de schade herstelde, diende schade-expert Dekra de offerte goed te keuren. Veolia wilde bezuinigen en heeft X BV een voorstel gedaan tot aanpassing van de afspraken. X BV heeft geweigerd aan de voorgestelde werkwijze mee te werken. Veolia bood vervolgens minder herstelwerk aan X BV aan. X BV is gefailleerd.

Geïntimeerde huurt al sinds 2007 van Rochdale een woning. In juli 2014 is daar door de politie een professionele hennepkwekerij aangetroffen. Nadat geïntimeerde weigerde de huurovereenkomst op uitnodiging van Rochdale op te zeggen, heeft Rochdale in kort geding gevorderd dat geïntimeerde wordt veroordeeld tot ontruiming. De kantonrechter heeft deze vordering van Rochdale afgewezen.

Geïntimeerde (G) is op grond van een arrest van het hof Leeuwarden van 18 september 2012 gehouden de in dat arrest omschreven zaken binnen vier weken na betekening van het arrest aan appellante (A) af te geven, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,- per dag, met een maximum van € 10.000,-. Partijen gaan ervan uit dat de betekening (in elk geval) heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2012, toen het eerste herstelexploot werd uitgebracht, zodat de in het arrest genoemde termijn van 28 dagen (in elk geval) op 19 november 2012 eindigde. Het staat vast dat de roerende zaken toen niet waren afgegeven. Dat is pas op 12 januari 2015 gebeurd, en volgens A ook nog ten dele. Het staat tevens vast dat op 18 oktober 2012, dus nog voor de correcte betekening van het arrest, executoriaal derdenbeslag onder G is gelegd ten laste van A.

Het Deense bedrijf Ollycom ApS distribueert telefoons. De zoon van appellant heeft 390 iPhones bij Ollycom besteld. De rekening is op naam gezet van appellant , h.o.d.n. Meon. Ollycom heeft beslag gelegd op de woning van appellant, omdat de telefoons abusievelijk zijn uitgeleverd (door importeur Betrabond) zonder dat de zoon van appellant had betaald. Appellant is veroordeeld tot betaling aan Ollycom van € 83.282,20, te vermeerderen met de Deense wettelijke rente. De veroordelingen zijn door de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Appellant vordert de uitvoerbaarheid bij voorraad te schorsen van een tussen hem en De Jeger Installatiewacht BV (DJI) gewezen vonnis. Het geschil betrof de overtreding door appellant van non-concurrentiebedingen uit de arbeidsovereenkomst tussen partijen. Ook had appellant DJI opgelicht door op rekeningen van DJI zijn privé-rekeningnummer te vermelden. De voorzieningenrechter heeft appellant op vordering van DJI veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding.

De man is veroordeeld tot betaling van partneralimentatie aan de vrouw. De vrouw heeft in verband met het uitblijven van betaling de op naam van de man staande aandelen in MBeheer in executoriaal beslag genomen. De rechtbank heeft het daartoe strekkende verzoek van de vrouw toegewezen en heeft bepaald dat tot verkoop van de door de man gehouden aandelen in het kapitaal van MBeheer kan worden overgegaan, en (onder meer) bepaald dat de verkoop en overdracht van de aandelen dient te geschieden met inachtneming van hetgeen daaromtrent door de wet, meer in het bijzonder artikel 474h Rv en de statuten van MBeheer is bepaald. De rechtbank heeft de deurwaarder gemachtigd om in het kader van een juiste en zorgvuldige uitvoering van de executietaak, waar nodig, deskundige derden in te schakelen. Tot slot heeft zij bepaald dat indien de aandelen niet binnen twee maanden aan de medeaandeelhouder worden verkocht, de aandelen bij opbod kunnen worden verkocht, waarbij de deurwaarder een minimum koopprijs vaststelt.

De Stichting Haag Wonen heeft zich op het standpunt gesteld dat X moet worden veroordeeld tot ontruiming van de woning, die oorspronkelijk werd gehuurd door de vader van X. Volgens de stichting heeft X geen recht op voortzetting van de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft X veroordeeld tot ontruiming. Die veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Shredx BV en Pharmafilter BV hadden een strategische partnerschapsovereenkomst gesloten, met het oog op een project voor het ziekenhuis in Terneuzen. Pharmafilter heeft de overeenkomst ontbonden omdat Shredx in de nakoming van haar verplichtingen uit die overeenkomsten is tekortgeschoten. De rechtbank heeft Shredx tot betalingen aan Pharmafilter veroordeeld. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Appellant (A) was eigenaar van een weiland en een daaraan grenzend complex. A is door de rechtbank veroordeeld aan 3L een bedrag van € 1.000.000,= terug te betalen in verband met de ontbinding van een overeenkomst met betrekking tot de verkoop van het complex. 3L heeft het vonnis geëxecuteerd middels beslaglegging op het complex en het weiland en beide percelen ter executieveiling van 12 april 2012 aangeboden. De door A ter voorkoming van de executie ingestelde vordering in kort geding is afgewezen. Op de executieveiling van 12 april 2012 is het weiland bij opbod verkocht. Op 13 april 2012 is het weiland aan geïntimeerde (G) gegund voor een bedrag van om en nabij de € 20.000. Op 29 mei 2012 zijn het proces-verbaal van de veiling, de akte van gunning en de akte van kwijting ingeschreven in het hypotheekregister.

Bij verstekvonnis van 21 augustus 1997 is geïntimeerde (G) op vordering van Modus Financieringen uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld om aan Modus te betalen f. 14.579,- te vermeerderen met rente. G is in verzet gekomen tegen voornoemd vonnis. In het verzetvonnis is geoordeeld dat G het gevorderde voldoende gemotiveerd heeft weersproken, terwijl de niet in verzet verschenen partij Modus daar niets tegen in heeft gebracht. Het verzetvonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Modus gaat in appel tegen het verzetvonnis. De grieven werpen de vragen op of G terecht ontvankelijk is verklaard in verzet (ja), en of G daadwerkelijk de geldleningsovereenkomst is aangegaan (ja). Dit leidt tot het vernietigen van het verzetvonnis, en het bekrachtigen van het verstekvonnis.

Voorafgaand aan de executoriale veiling van een verhuurd bedrijfspand doet de executerende bank het ten onrechte voorkomen alsof de koper met een beroep op het in de hypotheekakte voorkomende huurbeding het pand zal kunnen ontruimen.

Appellant (A) is op vordering van geïntimeerde (G) veroordeeld om G overpad te verlenen op grond van de gevestigde erfdienstbaarheid, waarbij A’s perceel het dienend erf is. Aan de veroordeling is een dwangsom verbonden. A heeft nog steeds zoveel troep op zijn weggetje gelegd dat G er niet langs kan. In dit hoger beroep is aan de orde of A ontvankelijk is in hoger beroep nu hij enkel hoger beroep heeft ingesteld tegen het aanvullend vonnis. Het hof verklaart A ontvankelijk. A heeft aangevoerd dat G geen aanspraak kan maken op dwangsommen in verband met verjaring. Zodra het maximum is bereikt, wordt geen dwangsom meer verbeurd. Binnen de verjaringstermijn moet vervolgens aanspraak op de verbeurde dwangsommen worden gemaakt.

Partijen hebben een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot aandelen. Er is een geschil ontstaan omdat de afnemer de koopprijs niet betaalt, en zich ook niet houdt aan aanvullend gemaakte afspraken. De levering van de aandelen heeft tot op heden geen doorgang gevonden.

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen het Spaanse Alta Realitat, S.L. enerzijds en anderzijds de Deense partijen Erlock Film ApS en Thomsen anderzijds. Alta Realitat vorderde de ontbinding van de overeenkomst tot het maken van een film waarin Thomsen een rol zou spelen en die in het Engels zou worden opgenomen.

De vorderingen van de Staat strekken ertoe te bewerkstelligen dat de Staat een executoriale titel verkrijgt om de aan het Roemeense bedrijf Obo op grond van de Wet arbeid vreemdelingen opgelegde en onbetaald gebleven boetes in Roemenië, te incasseren.

De rechtbank in Palermo heeft een betalingsbevel verleend, waarin is bepaald dat eiseres (X BV) een bedrag diende te betalen aan de Italiaanse vennootschap Tess SRL. Eiseres vordert in dit geding een verbod dit betalingsbevel ten uitvoer te leggen zolang er niet door een Nederlandse rechter een op dat betalingsbevel betrekking hebbende exequatur is verleend.

Bij beschikking van de rechtbank Rotterdam van 4 december 2007 is de echtscheiding uitgesproken tussen de vrouw en de man. Deze beschikking is op 14 januari 2008 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. In deze beschikking is voorts het volgende beslist:

De verplichting om grensoverschrijdende facturen op straffe van nietigheid uitsluitend in een bepaalde taal op te stellen is in strijd met het Unierecht. Partijen moeten de mogelijkheid hebben dergelijke facturen op te stellen in een andere taal die zij beheersen en die net als de verplichte taal authentiek is.

Voor nogal wat burgers is financiële zelfredzaamheid niet eenvoudig. Zij moeten hun weg zien te vinden in diverse inkomens- en ondersteuningsregelingen, en als ze in schulden geraken, neemt de complexiteit exponentieel toe. Het gebeurt dan ook geregeld dat mensen vastlopen en als gevolg van hun schulden minder dan het bestaansminimum overhouden.

De Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 20 juni 2016 houdende nadere regels zoals bedoeld in de artikelen 19a en 31, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het doen van een melding en de wijze van indiening van gegevens aan het Bureau, is in de Staatscourant (2016, 34942) gepubliceerd. Aanleiding voor deze regeling is de inwerkingtreding per 1 juli 2016 van de Wet van 17 februari 2016 tot wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, alsmede de regeling van enkele andere onderwerpen in die wet (Stb. 2016, nr. 93). Door deze wet is het nieuwe artikel 19a in de Gerechtsdeurwaarderswet gekomen, alsmede een nieuw tweede lid van artikel 31 van de wet.

Er is onderzoek verricht naar de vraag in hoeverre de tarieven die momenteel aan schuldenaren worden berekend, nog in verhouding staan tot de huidige integrale kostprijs van de ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders. Het onderzoek is verricht door onderzoeksbureau Cebeon, in opdracht van het WODC. Staatssecretaris Dijkhof heeft het onderzoek recentelijk aan de Tweede Kamer aangeboden.

Geïntimeerde heeft van appellant een woning gehuurd. De huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van één jaar. De maandelijkse huurprijs bedraagt € 600,-. Op enig moment had geïntimeerde geen toegang meer tot het gehuurde als gevolg van het feit dat appellant de rolluiken van de woning heeft gesloten. In de onderhavige procedure vordert geïntimeerde toegang tot de woning. De voorzieningenrechter wees die vordering toe. In hoger beroep stelt appellant dat de inleidende dagvaarding niet tijdig en juist is betekend.

Appellant heeft bijstand aangevraagd. Om het recht op bijstand te kunnen vaststellen heeft het college appellant bij brief van 16 juni 2014 verzocht om voor 30 juni 2014 een aantal gegevens over te leggen. Naar aanleiding van de door appellant ingeleverde stukken, heeft de Afdeling Bijzonder Onderzoek van de Dienst SZW van de gemeente Den Haag (dienst) een nader onderzoek ingesteld naar de woonsituatie van appellant. In dat kader hebben twee medewerkers van de dienst (medewerkers) op 2 september 2014 getracht een onaangekondigd huisbezoek af te leggen op het opgegeven adres. Omdat door appellant niet werd opengedaan, hebben de medewerkers een uitnodigingsbrief voor een gesprek op 4 september 2014 in de brievenbus van de woning van appellant gedeponeerd. Bij besluit van 8 september 2014 heeft het college de aanvraag van appellant afgewezen op de grond dat appellant zonder bericht niet is verschenen op de afspraak van 4 september 2014.

Data zijn steeds belangrijker in onze maatschappij en dus ook voor ondernemingen. Data zijn vaak opgenomen in een databank en in sommige gevallen bijzonder waardevol. Deze bijdrage gaat in op de vraag of het mogelijk is hierop beslag te leggen.

Er kunnen zich in de praktijk meerdere situaties voordoen, waarin goederen van een echtgenoot, ook als is deze niet de debiteur, als verhaalsobject voor schuldeisers dienen. Het is daarvoor niet nodig, dat er een executoriale titel is tegen de echtgenoot-niet-schuldenaar. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de bijzondere positie van echtgenoot-niet-schuldenaar en de complicaties die zich in het executietraject kunnen voordoen, wanneer een beslagobject ook toebehoort aan een echtgenoot-niet-s

Recent lanceerden de Christen Unie en de PvdA een initiatiefwet die misstanden in de incassobranche moet tegengaan.https://www.christenunie.nl/nl/incassowet. Helaas is dit een gemankeerd voorstel dat niet goed doordacht is.