Aflevering 8

In deze kroniek behandelen de auteurs alle voor de rechtsontwikkeling belangrijke nieuwe arresten uit 2017 en de eerste helft van 2018 van de Hoge Raad en voor de praktijk relevante lagere rechtspraak op het gebied van insolventierecht.

De schuldeisers in een faillissement hebben belang bij goed boedelbeheer door de curator, wat samen met een voortvarende en efficiënte vereffening van de boedel ook tot zijn taak behoort.

In het insolventierecht vinden tal van ontwikkelingen plaats. Een daarvan vloeit voort uit het samenspel van rechtspraak en literatuur, te weten de vraag naar de toepasselijkheid van bepalingen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) op de

De auteur gaat in dit artikel in op het faillissementsverslag in het kader van de positie van curator in bestuurdersaansprakelijkheidszaken. Zij haalt daarbij allereerst de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 25 oktober 2016 (ECLI:NL:RBOBR:2016:5916,

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) raakt zowat alle geledingen van onze maatschappij. De faillissementspraktijk is daarop geen uitzondering. Weliswaar bestond het gros van die regels al sinds jaar en dag, heeft de praktijk zich er nooit

Dit artikel is een reactie op de noot van J.M.W. Pool bij de uitspraken Tuunte en Bogra. In haar bijdrage bepleitte Pool een “bredere toepassing van Smallsteps”. Voorwaarde voor een bredere toepassing is dat de kaders voldoende duidelijk zijn.

Wanneer het bestuur van een rechtspersoon met geringe baten en substantiële schulden de rechtspersoon wil opheffen, komt de keuze in de praktijk vaak neer op turboliquidatie (art. 2:19 lid 4 BW) of faillissementsaangifte (art.

Hoewel de failliet dat wellicht anders ervaart, betekent het uitspreken van een faillissement niet het einde van zijn bestaan. De failliet kan daarom nieuwe schulden maken. Met het oog op het verdelen van de activa onder de schuldeisers, verliest de failliet

Centraal staat in deze zaak de vraag hoe de volgende clausule (art. 22.1) in een raamovereenkomst tussen Fokker Aerostructuures BV en Hescon moest worden uitgelegd: ‘The supplier [Hescon] shall not delegate, assign, or otherwise transfer in any manner

Tot de Oi groep behoren twee Nederlandse groepsfinancieringsmaatschappijen: Portugal Telecom International Finance BV (hierna PTIF) en Oi Brasil Holdings Coöperatief UA (hierna FinCo).

Deze zaak betreft het verzoek van X tot ontslag van de curator in zijn faillissement op de voet van art. 73 Fw. X is op 18 december 2012 in staat van faillissement verklaard. X heeft verzocht om ontslag van de curator.

Tussen de eigenaar van taxionderneming Bella Taxi St Nyk en Grenkefinance NV kwam op 1 mei 2012 een leaseovereenkomst tot stand. Bella Taxi heeft op 1 mei 2012 een afgiftebevestiging getekend en aan Grenke gezonden.

Klager heeft in december 2015 bij de politie tegen X en X aangifte gedaan ter zake van faillissementsfraude. In de aangifte wordt het volgende vermeld.In juni 2015 werd door de rechtbank het faillissement uitgesproken van X.

Princen ging in april 2015 failliet en maakte direct daarna een doorstart, een zogenaamd flitsfaillissement of een pre-pack. Het bedrijf nam een groot deel van het personeel tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden in dienst bij de nieuwe BV, maar maakte een

De heer A is op verzoek van V in staat van faillissement verklaard. A verzoekt nu op de voet van art. 382 Rv herroeping van het faillissement.A betwist dat V een vordering op hem heeft en bestrijdt de rechtsgeldigheid van de contractovername/cessie van

Tussen eiseres enerzijds en SBD en SBS anderzijds bestond sinds 2012 een zogeheten Service Level Agreement (SLA) op basis waarvan door eiseres ten behoeve van SBD en SBS werkzaamheden werden verricht.

In deze annotatie bespreekt de auteur het arrest van de Hoge Raad van 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1220. In deze zaak gaat het om het toestemmingsvereiste van artikel 1:88 BW. De annotator gaat allereerst in op de artikelen 1:88 en 89 BW in het algemeen,

Curatoren treffen soms zaken aan waarop mogelijk rechten van derden rusten. Als hij zaken nodig heeft voor het beheer of deze wil verkopen, is de curator niet altijd op de hoogte van eventuele aanspraken van derden of betwist hij die juist.

Vorderingen laten zich onderverdelen in tegenwoordige en toekomstige vorderingen. Deze verdeling is onder meer van belang indien men een vordering wenst te verpanden. Een pandrecht op een toekomstige vordering biedt slechts in beperkte mate zekerheid

De Ontvanger legt de vader een naheffingsaanslag op. De vader dient daartegen een bezwaarschrift in en vraagt om uitstel van betaling. De Ontvanger bericht de vader dat de belastingdienst uitstel van betaling verleent ‘wanneer voldoende zekerheid voor

Op 28 december 2016 zijn Breevast BV en enkele tot de groep van Breevast behorende vennootschappen, waaronder een aantal eiseressen (de Leningnemers) een kredietovereenkomst aangegaan met een syndicaat van Nederlandse banken onder leiding van NIBC.

In het onderhavige geval heeft de bank een combinatie van een pandrecht op aandelen en een borgtocht. Deze combinatie leidt tot een zorgplicht voor de bank jegens de borg om verantwoord met zijn pandrecht om te gaan.

Gedaagde sub 2 heeft in opdracht van BSB Staalbouw BV diverse werkzaamheden uitgevoerd. In verband met deze werkzaamheden heeft gedaagde sub 2 aan BSB facturen gezonden. Deze zijn deels niet voldaan.

Deze zaak betreft een geschil over een vordering tot afgifte van het afschrift van de notariële vestigingsakte van een naar Duits recht gevestigd zekerheidsrecht op een onroerende zaak.

In februari 2013 verklaart de rechtbank de besloten vennootschap Tegelhandel failliet. X was enig aandeelhouder en bestuurder van Tegelhandel. Y is enig aandeelhouder en bestuurder van X.

Het groepsregime ex art. 2:403 BW biedt een groepsmaatschappij (de ‘403-maatschappij’) de mogelijkheid om onder meer vrijgesteld te zijn van de verplichting om jaarlijks een jaarrekening openbaar te maken.

Gedaagde is op basis van een arbeidsovereenkomst per 1 januari 2010 in dienst getreden van Forexx Company BV (Forexx) in de functie van algemeen directeur. Na zijn ontslag per 16 november 2015 heeft Forexx gedaagde in rechte betrokken, onder meer op grond

X is aandeelhouder van Kromme Leek. Die BV is (indirect) minderheidsaandeelhouder van Source Food en verwikkeld in een conflict met (indirect) meerderheidsaandeelhouder Heidemark. Beide aandeelhouders hebben vorderingen op Source Food.

X is door de Ontvanger op grond van art. 36 Iw 1990 aansprakelijk gesteld voor de volgende door de BV onbetaald gelaten aanslagen: een naheffingsaanslag omzetbelasting over het jaar 2010, naheffingsaanslagen loonheffing over de tijdvakken 1 juni 2011

De heer X was indirect bestuurder van GDS, een drukkerij. Zijn dochter Y werkte bij GDS. De Stichting biedt veiligheidscursussen voor de luchtvaartbranche aan. Tussen 2005 en 2009 heeft GDS met 50 tot 60% opgehoogde facturen aan de Stichting verzonden.

B en wijlen C waren bestuurder van T Beheer, enig aandeelhoudster en bestuurster van T Houtbouw BV. T Houtbouw en de heer A hebben een overeenkomst gesloten tot aanneming van werk, waarbij T Houtbouw o.

De schuldeiser (Y) heeft belastingaangiftes verzorgd voor de vennootschap, in opdracht van X. Y heeft betaling gevorderd van X, omdat de factuur die Y aan de vennootschap had gezonden niet (volledig) is betaald.

De werknemer heeft vanaf 3 oktober 1988 voor bedrijf 1, een motorschadeherstel- en motordesignbedrijf, gewerkt als spuiter/bedrijfsleider. X BV was enig aandeelhouder en bestuurder van bedrijf 1 en bedrijf 2.

De heer A is de schoonvader van de heer B. Allebei exploiteerden zij een schildersbedrijf. A is de bestuurder van C-Holding BV en D-Holding BV. D-Holding BV is de moedermaatschappij van bedrijf E.

In 2012 is vennootschap X opgericht. De Duitse vennootschap A verstrekt via Convertible Loan Agreements financiering aan X. In 2014 vindt een herstructurering van X plaats, waarna 95% van de aandelen in X worden gehouden door vennootschap Z, en A 5% van

Op 6 februari 2018 is X BV failliet verklaard. De rechtbank heeft op 27 juni 2018 bevolen dat voormalig bestuurder Y van X BV, in bewaring zal worden gesteld. Op grond hiervan bevindt Y zich sinds zaterdag 8 september 2018 in bewaring.

M is, middels zijn Holding, enig aandeelhouder en bestuurder van BSV.Holding is ook enig (indirect) aandeelhouder en bestuurder van payrollbedrijf Werkt. BSV heeft een vordering op Werkt uit hoofde van geldlening en rekening-courant verhouding.

Detacheringsbureau Esthercom BV (hierna: het Detacheringsbureau) is in januari 2015 ‘wegens het ontbreken van baten’ uitgeschreven uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Recent heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de executiewijze van verpande vennootschapsaandelen. Hoewel het arrest betrekking heeft op een rechtsvraag met een beperkte reikwijdte, wil de auteur het arrest beschouwen vanuit een breder perspectief:

De beslagsyllabus wordt beheerd, bijgehouden en – in beginsel één keer per jaar – aangepast door een redactieraad, samengesteld uit voorzieningenrechters en stafjuristen uit in beginsel alle rechtbanken, bijgestaan door een secretaris van het Landelijk

In de onderhavige procedure draait het om een verkoop krachtens een onherroepelijke volmacht door een hypotheekhouder. Met een beroep op misbruik van recht probeert de hypotheekgever de overdracht van zijn woning tegen te houden.

Ondernemingsjuristen zijn al gewend geraakt aan het fenomeen van regulatory competition: concurrentie tussen landen op het terrein van regelgeving. Naast regels omtrent het BV-recht en fiscale regelgeving is er een relatief nieuw terrein waarop landen

Van 7 tot 11 mei 2018 vond de halfjaarlijkse bijeenkomst van de werkgroep insolventierecht van de United Nations Commission on International Trade Law (UNCITRAL) plaats. De auteurs bespreken in dit artikel de lopende projecten van UNCITRAL op het gebied

Op 4-6 oktober 20188 vond het Insol Europe congres plaats in Athene onder de titel ‘Breaking the Chains’. In dit verslag geeft de auteur een beeld van dit congres en bespreekt de onderwerpen en sprekers die aan bod zijn gekomen.

In 2015 droeg Van Lanschot een deel van haar kredietportefeuille over aan Promontoria en maakte daarbij gebruik van de in artikel 36 van de algemene bankvoorwaarden door de kredietnemers bij voorbaat verleende medewerking aan contractsoverneming. Deze overdracht heeft tot een reeks procedures geleid waarin de rechtsgeldigheid van de overdracht ter discussie is gesteld. Dit artikel gaat nader in op de overdracht van een zakelijke kredietportefeuille tegen de achtergrond van de Promontoria-rechtspraak.

Op 1 juli 2018 zijn de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering (‘Gedragscode’) en het Reglement Geschillenbeslechting Kleinzakelijke Financiering (‘Reglement’) in werking getreden. Beide komen voort uit de zelfregulering door de Nederlandse Vereniging van Banken teneinde nadere invulling te geven aan de dienstverlening aan kleinzakelijke klanten. De Gedragscode bevat normen over het contact met deze klanten, de informatievoorziening aan deze klanten en de dienstverlening tijdens het beheer van de kredietrelatie, waaronder ook het bijzonder beheer valt. Het Reglement beschrijft in welke gevallen de kleinzakelijke klanten toegang hebben tot de laagdrempelige vorm van geschillenbeslechting bij het Kifid. In dit artikel wordt stilgestaan bij de achtergrond van deze regelingen en worden ook enkele bepalingen hieruit besproken.

In een richtlijnvoorstel van de Commissie inzake kredietservicers, kredietkopers en de uitwinning van zekerheden liggen voorstellen besloten om de buitengerechtelijke executie van zekerheidsrechten te harmoniseren. Auteurs bespreken het voorstel, analyseren de impact daarvan op het zekerhedenrecht van Nederland en enkele naburige lidstaten en bezien de doelmatigheid en noodzaak van deze harmonisering.